Draagvlak
Tijdens het debat over de informele Europese top van vanavond deed de premier aller Nederlanders een
opmerkelijke uitspraak:
Rutte reageerde op Henk Jan Ormel van het CDA, die de premier had gevraagd het belang van Europa uit te dragen. Volgens Ormel is er steeds minder steun voor Europa onder de bevolking. De premier wees erop dat Nederlanders in enquêtes steevast horen bij de Europeanen die de EU het meest steunen. Ik geloof niet dat dit draagvlak afneemt, zei Rutte.
Nu hoor ik u denken: "Haha die Rutte, die is echt totaal het contact met de werkelijkheid kwijt!" Maar het tegendeel is het geval. Eurosceptici maken misschien meer lawaai, maar ze zijn in ons land wel degelijk in de minderheid. De zwijgende meerderheid is het op dit punt gewoon met de premier eens. Zo maar een paar voorbeelden uit recente peilingen:
61 procent tegen herinvoering van de gulden,
71 procent wil dat Nederland ondanks alle crises van het moment gewoon in de Unie blijft. Rutte heeft dus gewoon gelijk.
Toch is zijn uitspraak politiek gezien niet zonder risico's. Tussen gelijk hebben en gelijk krijgen bevindt zich in dit geval namelijk een stembusgang. En daar kon hij nog wel eens last gaan krijgen van het feit dat de 30-35 procent van het electoraat die niets van de EU wil hebben, overduidelijk naar rechts overhelt. Op een belangrijk onderwerp neemt hij dus stelling tegenover zijn eigen kernelectoraat. Hoe dat uitpakt, zien we op 12 september. Als de PVV gelijk heeft en rechtse stemmers dit echt verreweg het belangrijkste onderwerp vinden, wordt het voor hem (en zijn partij) een drama. Als hij het in september echter toch weer gewoon goed doet, kunnen we daaruit concluderen dat rechtse kiezers misschien een uitgesproken sceptische mening hebben over europese zaken maar dat ze hun stem er uiteindelijk niet door laten bepalen.