,,Het gaat heel goed met me. Ik zit vol ambitie, werklust en power. De oude Richard de Mos is gewoon weer terug. En de coronatijd heb ik benut door thuis veel te werken. Ik ben een boek aan het schrijven, over de opkomst van Groep de Mos, over de inval begin oktober door de rijksrecherche. Ik heb veel te vertellen. Het is een boek dat me is overkomen. Terugblikken en vooral vooruitblikken. Met een duidelijke keuze voor hoe ik wil leven: je kan ervoor kiezen om aandacht te geven aan wat je hebt verloren of aan wat je nog hebt en in de toekomst nog zult krijgen. Ik kies voor dat laatste.’’
,,Het gaat niet om de persoon Richard de Mos, maar dat ik niet de burgemeester geworden ben, is jammer voor de stad. Ik ben er wel vol voor gegaan. En ik denk dat ik als burgemeester de stad zeker meer elan had kunnen geven. Mijn grote voorbeeld is burgemeester Aboutaleb van Rotterdam, met zijn Rotterdam-first-gedachte. Hij heeft Rotterdam op de kaart gezet. Voor het arme Rotterdam-Zuid heeft het rijk de geldkraan opengedraaid. Den Haag Zuidwest, qua problematiek gelijk, moet het doen met een schijntje.’’
,,Ik ga er niks over zeggen. Ik heb het in overweging. Het sterkt mij in mijn gedachte dat ik er nog steeds toe doe. De ombudspolitiek is ook voor hen interessant. Traditionele partijen denken in termen van liberaal, sociaaldemocratisch, christen-conservatief. Ik denk dat die tijd van politiek bedrijven voorbij is. Je moet gewoon problemen signaleren en die oplossen. Doen wat goed is voor Nederland.’’