De Volkskrant komt vandaag met een mooi, onluisterend portret over de PvdA. Het ademt een sfeer van vertwijfeling, om niet te zeggen ontreddering: "
De mooie droom is uiteengespat en verworden tot een nachtmerrie".
Zoals het de PvdA betaamt, volgt op elke nederlaag (en dat zijn er nogal wat geweest de afgelopen jaren) een zelfonderzoek waarbij men elkaar over en weer uitgebreid verwijten gaat lopen maken. Kritiek is er op het besluit om Cohen zo kort voor de verkiezingen te laten instappen op de rijdende 'Bostrein', op de manier waarop het campagneteam vervolgens functioneerde en vooral op Job Cohen zelf:
Cohen mag zich met zijn lot hebben verzoend, hij voelde zich aanvankelijk diep ongelukkig over de wending in zijn loopbaan, vertelde hij intimi afgelopen zomer. Hij stelde teleur in de verkiezingscampagne, zijn team maakte grote fouten en bij debatten en mediaoptredens ging hij de mist in. Van alom gewaardeerde burgemeester tot stamelende oude man die de feitjes niet kende.
(...)
De formatie van Paars-plus liep deze zomer mis, al wordt dat Cohen niet aangerekend. Rutte wilde niet anders, is het brede gevoel. Wel was er gemopper over Cohens vervolgadvies aan de informateur, dat er eerst maar eens over een rechts kabinet moest worden onderhandeld. Hij gaf de optie van een middenkabinet van VVD, PvdA en CDA te makkelijk weg, is het verwijt. Het wakkerde twijfels aan over Cohens strategische vermogens.
In deze sfeer van wederzijds wantrouwen moet de PvdA vervolgens proberen een strategie voor oppositie te ontwikkelen. Daar komen ze, blijkens het artikel, voorlopig niet uit. Sommigen (Martijn van Dam wordt met name genoemd) zouden voorstander zijn van een polarisatiestrategie. Anderen (Jacques Monasch) vinden dat zo'n strategie niet bij Job Cohen past; zij willen dat hij zich vooral blijft gedragen als "de premier die Nederland had moeten hebben." Dat Nederland inmiddels al tweemaal - in 2003 en in 2010 - Job Cohen als kandidaat-premier heeft afgewezen, leidt bij deze groep blijkbaar nog niet tot het inzicht dat dit misschien niet de meest productieve aanpak is.
Bij gebrek aan onderling vertrouwen en een duidelijke oppositiestrategie kiest men uiteindelijk maar voor de vlucht naar voren door zich te richten op de verkiezingen van volgend voorjaar. Bij gebrek aan duidelijkheid over waar de partij eigenlijk vóór is, hoopt men op het bindend effect van een permanente campagne. Leuk gevonden, uiteraard. Of het werkt is een andere vraag.