De week waarin premier Mark Rutte moest toegeven dat hij een verkiezingsbelofte ging breken, eindigt voor de VVD niet met een plusje.
Alhoewel de Tweede Kamerfractie diens best heeft gedaan zich kritisch op te stellen ten aanzien van het gesloten akkoord met Griekenland, lijken kiezers zich deze week toch vooral de woorden van Mark Rutte te herinneren. Die vertelde maandagochtend na een Europese marathonvergadering dat hij z'n verkiezingsbelofte - geen steun voor een derde, omvangrijk hulppakket aan Griekenland - moest inleveren. Kiezers beoordelen dat in meerderheid als 'eerlijk', maar niet ver daaronder staat 'slap':
Het doet voor het imago van Rutte niet veel goeds. Terwijl 40% van de ondervraagden aangeeft dat ze al geen hoge pet van de premier op hadden, vertelt nog eens 25% dat het imago van de minister-president in hun ogen afbreuk heeft geleden:
Ook heerst er cynisme over het feit dat Rutte deze belofte gedaan heeft. Een overweldigende meerderheid van 87% denkt dat de belofte om geen derde Griekenlandpakket te steunen eigenlijk altijd al gewoon voor de bühne was, en nooit in overeenstemming met wat de VVD werkelijk vindt:
Al met al was het geen goede week voor de VVD, die in de peiling voor de Kamerzetels ook nog eens twee stoeltjes moet inleveren. De liberalen blijven nipt de grootste partij, vlak voor de SP en het CDA:
Wel positief werd beoordeeld de rol van eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem (40% positief tegenover 30% negatief). Anders dan het akkoord over de hele linie genomen; dat wordt in meerderheid (50% tegen 26%) afgewezen, waarbij 52% aangeeft dat men liever had gehad dat het tot een Grexit was gekomen.