Paniekzaaierij over opwarming aarde gaat maar door

Geen categorie14 mrt 2014, 16:30

Maar metingen vertellen een ander verhaal.

Een gastbijdrage van Hugo Matthijssen.

Zoals bekend brengt het VN-klimaatpanel (IPCC) regelmatig rapporten uit waarin de laatste informatie over het klimaat is opgenomen. Recent is het 5e rapport (AR5: 'Assessment Report' nummer 5) uitgebracht en nu is ook de samenvatting voor beleidsmakers beschikbaar. De temperatuurdata en voorspellingen (projecties) die in dit rapport zijn opgenomen, zijn gebaseerd op gemeten waarden, alsmede waarden die via modelberekeningen tot stand zijn gekomen en schattingen van 'deskundigen'. Een belangrijk aspect in de rapportages door de jaren heen is de mate van klimaatgevoeligheid voor CO2. De kern daarvan is de vraag hoeveel de aarde opwarmt bij verdubbeling van de hoeveelheid CO2 in de lucht.

Vrij vertaald geeft het IPCC daarover in het laatste rapport het volgende aan:

De klimaatgevoeligheid voor CO2 is de reactie van het klimaatsysteem nadat er een evenwicht is ontstaan over periode van meerdere eeuwen. Het wordt gedefinieerd als een uiteindelijk evenwicht van de mondiale gemiddelde oppervlaktetemperatuur die veroorzaakt wordt door een verdubbeling van de atmosferische CO2– concentratie.

Het IPCC geeft in AR 5 aan dat de klimaatgevoeligheid waarschijnlijk in het bereik van 1,5 graad C tot 4,5 graden C ligt. Ook achten zij het onwaarschijnlijk dat die minder dan 1 graad C zal zijn en aan de andere kant van de schaal achten ze de kans gering  dat de klimaatgevoeligheid hoger dan 6 graden C zal zijn.

Kijken we terug naar het vorige rapport (AR4) dan is duidelijk dat de bovengrens niet is gewijzigd. Volgens AR4, was er sprake van een bereik van 2,0-4,5 graden C per CO2–verdubbeling in de atmosfeer terwijl het IPCC in het  AR5–rapport aangeeft dat de klimaatgevoeligheid tussen de 1,5-4,5 graden C zal liggen.

De onderste temperatuurgrens van het mogelijke bereik van de klimaatgevoeligheid voor CO2 is in  het laatste rapport van het IPCC dan ook naar beneden bijgesteld en nu dus minder dan 2 graden C. 

Dat is een belangrijk gegeven want dat zou in de praktijk kunnen betekenen dat het mogelijk is dat, uitgaande van de laagste waarde, verdubbeling van de hoeveelheid CO2 van nu 400 ppm in de lucht naar 800 ppm de temperatuurverhoging niet hoger zal zijn dan 1,5 graden C.

Niet echt een ramp. Daar kunnen we prima mee leven. Zou de ingeschatte bovengrens van 4,5 bereikt worden dan zijn we duidelijk slechter af. Het is dan ook van belang aanvullend onderzoek te doen naar deze klimaatgevoeligheid en dat heeft het IPCC achterwege gelaten.

Onlangs hebben twee wetenschappers deze uitdaging opgepakt en op 6 maart was er een presentatie in Nieuwspoort van hun onderzoek naar de grenzen van de klimaatgevoeligheid voor CO2.

Dit schrijft een van de onderzoekers op zijn blog:

De Nederlandse wetenschapsjournalist Marcel Crok, auteur van het boek De Staat van het Klimaat, en de Britse zelfstandig onderzoeker Nic Lewis, waren expert reviewers van het vijfde IPCC-rapport. Lewis publiceerde in de afgelopen jaren enkele wetenschappelijke artikelen over klimaatgevoeligheid. Lewis en Crok werkten in het afgelopen halfjaar aan een uitgebreide reactie op het IPCC-rapport. Zij constateerden dat het IPCC-rapport alle ingrediënten bevat om te kunnen concluderen dat de klimaatgevoeligheid aanzienlijk lager is dan de klimaatwetenschap al decennia denkt. Het IPCC trok die conclusie echter niet.

In een rapport dat in Engeland op 6 maart is verschenen bij de Global Warming Policy Foundation en in Nederland bij De Groene Rekenkamer, concluderen Lewis en Crok dat de beste schatting voor klimaatgevoeligheid dicht tegen de ondergrens van de IPCC– range van 1,5 tot 4,5 graden C ligt.

Lewis en Crok laten ook zien dat ons waarschijnlijk aanzienlijk minder opwarming te wachten staat dan het IPCC verwacht op basis van klimaatmodellen. Bij de twee middelste scenario’s van het IPCC blijft de opwarming in 2100 op of zelfs onder de internationale tweegradendoelstelling. Het rapport is dus zeer relevant voor beleidsmakers en politici.

Ook wordt in hun rapport het volgende opgemerkt:

Het IPCC had in het recent gepubliceerde AR5–rapport de kans beleidsmakers goed nieuws te brengen. Het beste observationele bewijs geeft aan dat de klimaatgevoeligheid waarschijnlijk dicht bij de ondergrens ligt van de bandbreedte die het IPCC al dertig jaar hanteert. De beste schatting voor klimaatgevoeligheid ligt zelfs onder de wat hogere ondergrens van 2,0 graden C in het AR4–rapport. Zoals we hebben laten zien, bracht het IPCC dit nieuws niet in duidelijke bewoordingen.

Bron hier.

Wat betekent dat in de praktijk?

Het IPCC heeft bij de oprichting als opdracht meegekregen te onderzoek wat de gevolgen zouden kunnen zijn van opwarming als gevolg van toename van CO2 in de atmosfeer. Vervolgens zijn zij voortvarend aan de slag gegaan en in de afgelopen rapporten zijn dan ook de meest rampzalige scenario's over ons uitgestort. De basis voor deze rampen waren voorspellingen gedaan uitgaande van een klimaatgevoeligheid voor CO2 van 2 tot mogelijk wel 6 graden.

De afgelopen 18 jaar is in de praktijk ook gemeten wat de werkelijke temperatuurverhoging is geweest. En wat blijkt? Er was wel sprake van opwarming maar zo gering dat we tijd genoeg hebben om echte oplossingen te bedenken en ons daar deels aan aan te passen. Alle rampscenario's kunnen dan ook naar de prullenbak worden verwezen. De zeespiegel stijgt wel maar zal de 30 cm per eeuw niet overschrijden.

Bedenk daarbij dat we in de periode van de 15e tot de 19e eeuw een kleine ijstijd gehad hebben waarvan we nu nog steeds wat opwarmen. De vraag die je dan ook kunt stellen is of die geringe opwarming een gevolg is van menselijk handelen. Daar zal zeker iets van waar zijn. We stoten meer CO2 uit meer gezien de veel geringere klimaatgevoeligheid  voor CO2 zoals die blijkt uit het onderzoek van Crok en Lewis en de temperatuurmetingen de afgelopen jaren zal dat in de praktijk een geringe bijdrage zijn.

Een andere variabele voor de temperatuurontwikkeling op aarde is de werking van de zon. De zon straalt niet altijd evenveel energie uit dat schommelt wat. Er zijn wetenschappers die aangeven dat de laatste jaren de zonne-activiteit  relatief laag is. Dat zou kunnen betekenen dat de opwarming die we kennen vanaf de kleine ijstijd weer geleidelijk zal gaan afnemen.

Zelf klimaatonderzoekers die gewoon zijn met hun modelberekeningen de grootste rampen te voorspellen als gevolg van opwarming zijn tot hun verbazing ook op afkoeling uitgekomen. Nederlandse en Ierse wetenschappers hebben gezien hoe in een computermodel dat het klimaat nabootst, spontaan een mini-ijstijd uitbrak. Een aanwijzing dat 'er onverwachte elementen in het klimaatsysteem zitten', zegt hoofdonderzoeker Sybren Drijfhout van het KNMI en het Britse National Oceanography Center.

Gezien hun reactie blijkt duidelijk dat ze dat soort resultaten niet verwacht hadden. Zie hier.

De kernvraag die nu ook overblijft is: Hoe het komt dat de presentatie van zo'n belangrijk onderzoek vrijwel doodgezwegen wordt in de Nederlandse nieuwsmedia.

Uit de resultaten van het onderzoek van Crok en Lewis blijkt dat de bovengrens van de modelmatig gebruikte klimaatgevoeligheid in de voorspellingen van het IPCC, die voor een belangrijk deel tot stand is gekomen door afgeleid onderzoek uit sedimenten, boomringen en schattingen, veel te hoog was. Ook uit metingen in de afgelopen jaren is dit gebleken.

De konsekwentie daarvan kan zijn dat we alle zogenoemde klimaatmaatregelen gericht op CO2-reductie zoals biobrandstof, wind energie etc. op drijfzand berusten. We gooien zo miljarden weg zonder dat er enig voordeel is. Dat is geld dat we veel beter kunnen gebruiken om fundamenteel onderzoek te gaan doen naar een goedkope CO2–arme energievoorziening. Ook het kapot bezuinigen van onze economie is dan onnodig.

Hoe kan het dat de politiek op dit moment niet veel verder kijkt dan de IPCC–voorspellingen waarvan uit het recente onderzoek van Crok en Lewis is gebleken dat zij duidelijk steken hebben laten vallen en informatie die de andere kant uitwijst, niet nader onderzoeken.

Aldus Hugo Matthijssen.

Voor mijn eerdere DDS-bijdragen zie hier.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten