Milieuactivisme is big business. Nu wisten u en ik dat natuurlijk al langere tijd, maar blijkbaar is het kwartje ook gevallen bij de grassroots van organisaties als het Wereld Natuur Fonds.
De Nederlandse media negeren een onlangs uitgezonden Duitse documentaire zo goed als dat gaat, maar helaas voor de journalistieke vrienden van het WNF bestaat er tegenwoordig een website genaamd YouTube. Het zal onze dames en heren grachtengordeldieren ontgaan, maar hier kunnen critici van prins Bernhards voormalige hobbyclub hun kritiek gewoon ventileren.
En, het moet gezegd worden, dat doen ze met stijl.
De makers van de documentaire - linkse mensen dus - concluderen namelijk dat het bij het Wereld Natuur Fonds alleen maar om geld draait. Indien nodig dan maar ten koste van het milieu.
Het WNF is, aldus de documentaire, de grootste en invloedrijkste natuurorganisatie ter wereld. Belangrijker (wellicht) is dat haar donateurs blind in (en op) haar vertrouwen. Het WNF hoeft maar om een euro steun te vragen om, zeg, de Bengaalse tijger te redden en honderdduizenden donateurs maken onmiddelijk een paar euro's over. Al met al beschikt het Wereld Natuur Fonds daardoor jaarlijks over een budget van maar liefst 500 miljoen euro.
Een sterker (natuur-) merk is nauwelijks denkbaar.
Nou, dat is dus geheel onterecht, aldus de Duitse natuuractivisten. Het WNF is volgens hun één grote corrupte bende.
Zo verdienen deze groene wereldverbeteraars nogal wat aan de natuurvariant van rampentoerisme. 'Kom naar India om bedreigde diersoorten te zien'. Een stel rijke donateurs stapt op het vliegtuig, landt in Azië, waar ze vervolgens een fantastische safari aangeboden krijgen. Schitterend he? En dat voor een magere 10.000 euro! Een superdeal, natuurlijk.. Voor het Wereld Natuur Fonds dan.
Terwijl men door het 'park' reist kan men de oude bewoners van het 'reservaat' in het wild zien. Waar deze figuren eens "de heersers van dit gebied waren", aldus de documentairemakers, mogen ze nu de wegen "schoonvegen". Ze zijn niets meer dan werknemers in de steeds uitgebreidere toerisme-industrie geworden. Met dank aan het WNF.
Tijdens de safari kondigt de reisleider (van het WNF, natuurlijk) mee dat er een zojuist een Tijger is gezien. Oh jee! Iedereen springt in de jeep: dit móeten we zien! De documentairemakers hebben er geen goed woord voor over: 155 jeeps rijden rond in het park - dat zogenaamd bedoeld is om dieren te beschermen - en achtervolgen arme tijgers en andere 'beschermde dieren' maar liefst acht uur per dag. Raar dat mensen die zo betrokken zijn bij het wel en wee van dieren ze ondertussen continu opjagen, nietwaar? Aldus onze oosterburen.
Het verhaal wordt nog schrijnender op het moment dat blijkt dat er vaak maar één of twee tijgers leven in dit soort 'parken'. Één en dezelfde tijger wordt dus continu opgejaagd door een bende WNF-toeristen. Die rollen dan gewoon zijn territorium binnen, met niet één maar vele tientallen, auto's, wat bij de tijger in kwestie - aldus een boze natuurliefhebster in India die forse kritiek uit op de manier van opereren van het WNF - alleen maar stress veroorzaakt. "In naam van het ecotoerisme wordt de natuur verstoord". Een andere Indiër voegt daaraan toe dat het geld India weliswaar binnenstroomt (heel leuk hoor), maar dat het ecotoerisme van het WNF "de tijger niet ten goede komt".
Ondertussen creëert het WNF het ene tijgerreservaat na het andere. Ja, India staat er tegenwoordig echt vol mee. Een andere Indische activist is woedend: er waren in 1974 - toen het WNF zich zogenaamd begon in te spannen om de Bengaalse tijger te beschermen - maar liefst 5.000 tijgers in het wild. Vandaag de dag zijn dat er iets meer dan duizend. Maar ondertussen komen er wel continu 'reservaten' bij. De tijger heeft er niets aan, maar het WNF verdient er goud geld mee, aldus de inheemse activist (die natuurlijk als irrelevant terzijde wordt geschoven door het WNF).
Sterker nog, er zijn zelfs reservaten waar helemaal geen tijgers wonen. Daar kun je als WNF-toerist dus naartoe, op safari, terwijl maanden kunt zoeken maar nooit een wilde tijger zult vinden omdat er geen zijn.
Maar ja, ach, als het WNF maar flink wat geld binnenharkt, nietwaar? Het valt de plaatselijke bevolking in ieder geval op dat de betrokkenen in steeds grotere en mooiere auto's rondrijden. Apart hoor.
Daarnaast valt het de grünen van producent WDR op dat, hoewel de kas van het WNF jaarlijk volstroomt met honderden miljoenen euro's, er blijkbaar weinig of niets verandert aan de leefomgeving van de dieren waar het zogenaamde allemaal om zou draaien. "Wat gebeurt er eigenlijk met dat geld", vragen de makers zich af?
Als gewone Indiër heb je het trouwens maar wat lastig tegenwoordig. De plaatselijke bevolking weigert namelijk te verkassen als het WNF weer eens besluit dat er ergens een 'reservaat' moet komen. Dat pikt het WNF natuurlijk niet: mensen en tijgers kunnen niet samen leven, wat die mensen daar ook van vinden. Ze worden er gewoon keihard van beschuldigd tijgers te willen doden en hun huid en botten te willen verkopen aan Chinezen. Dan kan het reservaat er namelijk komen en het ecotoerisme op gang komen (dat is wat lastig met allemaal inheemse dorpjes die in de weg staan). Het feit dat deze Indiërs de tijger als god vereren en hem nooit en dus nooit en te nimmer kwaad zouden doen wordt maar snel even onder het vloerkleed geveegd. Wel zo makkelijk.
De conclusie van de Duitse activisten: Het Wereld Natuur Fonds heeft de mond vol van dierenliefde, maar zij begrijpen dondersgoed waar het écht om gaat bij het WNF: geld. Als dat inhoudt dat, zeg, een tijger niet meer in vrede kan leven - met dank aan ecotoerisme - het zij zo.
Zie hier de bijzonder veelzeggende documentaire: