Waar Spanje al voldoende problemen lijkt te hebben met de economie, meer specifiek de dramatische ontwikkelingen op haar onroerend goed markten, zou je zeggen dat er weinig reden is nog meer moeilijkheden te zoeken. Toch is dit specifiek wat de regering-Rajoy doet. Als dit inderdaad niet meer is dan stommigheid - niet onmogelijk, maar bijzonder onwaarschijnlijk - dan nog staat ons op relatief korte termijn iets te wachten dat onze aandacht voor Syrië en het gehele Midden Oosten volledig zal doen verdampen.
Vorig jaar barstte in Catalonië de onafhankelijkheidsbom. Tijdens een demonstratie die veel beter werd bezocht dan ook maar iemand verwachtte, demonstreerden de Catalanen voor onafhankelijkheid van Spanje. Sindsdien lijkt de beer los. De Catalaanse regioregering die na de regioverkiezingen afgelopen najaar werd gekozen, heeft nog steeds geen datum geprikt voor een referendum over de onafhankelijkheid van de regio. Ongetwijfeld wordt er onderhandeld met Brussel (sic!) en Madrid tegelijkertijd, en probeert men van Catalaanse kant de emoties niet al te hoog te laten oplopen. De regering in Barcelona kan zich niet goed veroorloven om de zaak uit de hand te laten lopen, want dat zou de medewerking van de Eurocraten op het spel zetten.
Vanuit Madrid lijkt het spel echter anders te worden gespeeld. De regering-Rajoy heeft dit voorjaar het Catalaanse principe-besluit een referendum over onafhankelijkheid te houden naar het Spaanse Hooggerechtshof gestuurd. Hoge Spaanse officieren hebben al openbaar laten weten dat het leger in de weerspannige regio de orde zou moeten herstellen, en de regering in Madrid onderneemt nu ook stappen het Catalaanse nationaliteitsbesef terug te schroeven.
Vorige maand werden maatregelen aangekondigd die het onderwijs in de Catalaanse taal - tijdens Franco verboden en pas in 1978 weer toegestaan - zouden limiteren. Een nieuwe wet centraliseert de aansturing van het onderwijs, en schroeft het gewicht van regionale talen in het curriculum terug. De Catalaanse regering is woest.
In die situatie bracht het Spaanse kroonprinselijk paar afgelopen week een bezoek aan de Opera in Barcelona. Al bij aankomst werd het paar fanatiek uitgefloten en toegesist vanaf de Ramblas. Maar binnen nam de Catalaanse bourgeoisie dat met verve over, en het tumult nam nog toe. Nu is Barcelona waarschijnlijk de meest republikeinse stad van Spanje, en is de monarchie na een reeks schandalen in heel Spanje aardig impopulair geworden, maar duidelijk werd dat het paar vooral werd gezien als een vertegenwoordiging van het bewind in Madrid. En als zodanig behandeld werd.
In roerige tijden een dergelijk gedrag (wetgeving, bezoek prinselijk paar) stimuleren is een provocatie die niet als slim te betitelen valt. Tenzij Rajoy c.s. uit zijn op een uitbarsting die ingrijpen mogelijk maakt. De spanning loopt overal in Europa op, door de (euro)crisis en vooral de groeiende enorme werkloosheid. Kleine vonkjes zijn nu gevaarlijk, maar dat Rajoy ongevoelig is gebleken voor dergelijke overwegingen heeft hij al eerder getoond. Maar de gebeurtenissen in Turkije op dit moment zouden de Spaanse regering te denken moeten geven.
Zoals gezegd, het biedt Rajoy c.s. ook een kans te proberen de zaak de kop in te drukken. Essentieel is de inschatting van de regering in Madrid, hoeveel kans zij heeft in goed overleg een Catalaanse onafhankelijkheid tegen te gaan. Ook zonder tot in de finesses op de hoogte te zijn, lijkt die kans niet erg groot. Dat maakt de kans, dat de tamelijk rigide redenerende regering in Madrid vuil spel speelt, aanmerkelijk groter.