Zomaar je schoonouders of de buren op je kroost laten passen is er tegenwoordig niet meer bij. Wettelijk gezien moet een gastouder een diploma of ervaringscertificaat bezitten. Gevolg: de kinderopvang door gastouders is in de periode 2010-2011 bijna gehalveerd. En dat is zonde. Het is begrijpelijk dat men probeert om enigszins grip te krijgen op het gastouderschap. Vanwege financieel gerommel, maar natuurlijk vooral ook vanwege alle andere vormen van misbruik van kinderen. Het is alleen een illusie dat een opleiding of certificaat hiertegen bescherming zou bieden. Ook, en misschien juist, mensen met slechte intenties kunnen zo'n papiertje behalen.
Nu moeten opa en oma en de buurvrouw dus een opleiding volgen om op de kinderen te mogen passen. En hier heeft een grote groep gastouders geen trek in. Gevolg is dat veel kinderen die eerder onderdak kregen binnen de familie of kennisenkring, nu naar een kinderopvangcentrum gaan. In plaats van de persoonlijke aandacht van mensen waarmee ze een band hebben, zijn ze nu gewoon een nummer. Want hoe goed de bedoelingen van de medewerkers van zo'n centrum ook mogen zijn, ze doen het om hun geld te verdienen.
Het opvangen en opvoeden van kinderen is in eerste instantie een persoonlijke kwestie. Dus wanneer de ouders het niet 'kunnen' of willen, is het prachtig wanneer het wordt overgenomen door de omgeving. Dit is veel beter dan het af te kopen bij een bedrijf.
Daarom is het jammer dat dit beleid het omgekeerde stimuleert. En daarbij ook niets meer oplevert dan een schijnzekerheid. Tijd om dit los te laten en te stimuleren dat een kind wordt opgevangen waar het hoort: in de eigen persoonlijke omgeving.