Dramatische gevolgen voor besteedbaar inkomen verwacht. Een gastbijdrage van Theo Wolters.
Vandaag stond in de Telegraaf alweer een opmerkelijk kritisch bericht over het energieakkoord (zie hieronder). Hierin werd gerefereerd aan een recente brief vanuit het
MKB aan de wetenschappelijke bureaus van de politieke partijen (zie hieronder). De brief is verstuurd door GebakkenWind, een organisatie van verontruste ondernemers in de Rotterdamse regio en ondertekend door professoren Wim de Ridder en Paul Cliteur, oud McKinsey topman Mickey Huibregtsen, vakbondsman Reinier Castelein en onze gastblogger en trendwatcher Adjiedj Bakas.
Gisteren vermeldde ik al dat bijna iedereen in Nederland valt onder een organisatie die het energieakkoord ondertekend heeft en er dus geen kritiek op kan uiten. Zo ook VNO–NCW en MKB Nederland. Het bedrijfsleven is vakkundig de mond gesnoerd. Maar dat wil niet zeggen dat de achterban van deze organisaties van plan is de ernstige consequenties van het akkoord zomaar gedwee over zich heen te laten komen, en zich als makke lammeren naar de slachtbank te laten voeren!
Nu de werkelijke kosten van het energieakkoord €50 tot €100 miljard blijken te bedragen, beseffen in ieder geval steeds meer MKB–ers dat dit gaat leiden tot het instorten van de koopkracht van hun klanten en een flinke lastenverzwaring voor henzelf. In de brief wordt uitgegaan van een deels directe en deels indirecte bijdrage aan de duurzame subsidies van minimaal €500 per gezin per jaar. Een nieuwe recessie en – opnieuw – zware klappen voor de detailhandel en het MKB lijken dan onvermijdelijk. Fijntjes wordt er in dit verband op gewezen dat het besteedbaar inkomen van de gezinnen sowieso al 10 jaar aan het dalen is.
Inhoudelijk sterk verhaal
De brief gaat gedetailleerd in op aard en omvang van de kosten en baten van het energieakkoord en komt met een helder voorstel voor een reparatie daarvan die wél op een zinnige en economische manier inhoud geeft aan ons energiebeleid. Dit is voor het eerst dat een concreet reparatieplan voor het energieakkoord op tafel ligt, en het legt meteen de lat hoog: van mij mag dit het uitgangspunt van de inmiddels onvermijdelijke discussie over het energieakkoord worden.
De kern van de ingreep is het laten vallen van de eis van een 14% duurzaam aandeel naast een CO2 reductiedoelstelling. De brief pleit ervoor om alleen het CO2–reductiedoel aan te houden en daar de meest economische methode voor te kiezen. De 14% eis waar de wind op zee plannen uit voortkomt is puur politiek en heeft geen klimaatachtergrond, wordt gesteld.
In het voorstel wordt op deze gronden uiteraard de beschamende uitruil tussen wind op zee en WKK teruggedraaid. Dit is een reparatie van het akkoord die mijns inziens onvermijdelijk aan het worden is: een verspilling van €14 miljard zonder enig aantoonbaar nut is niet te verantwoorden in tijden van zeer pijnlijke ingrepen in de zorg om véél kleinere bedragen te besparen.
Thorium MSR als kansrijk alternatief voor een duurzame toekomst
Nadrukkelijk wordt erop gewezen dat het subsidiëren van onrendabele exploitatie niets doet voor een duurzamere toekomst: het geld voor de windparken is over 15 a 20 jaar opgebruikt en laat niets anders na voor ons nageslacht dan peperduur schroot.
De schrijvers kiezen voor onderzoek naar en ontwikkeling van kansrijke alternatieven voor fossiel, en besteden daarbij ruim aandacht aan de thorium MSR optie. Daarin zien ze op termijn de meest waarschijnlijke opvolger van de huidige fossiele energievoorziening, en ze zien een grote kans voor Nederland om door nu te investeren in thorium know–how, over 15 jaar sterk te profiteren van deze dan sterk groeiende industrie.
Wat doen de wetenschappelijke bureaus met de brief?
Ik neem aan dat er overleg met de politici plaatsvindt over de vraag of de onderwerpen in de brief in het uiteindelijk onvermijdelijke tweede kamerdebat over het energieakkoord aan bod zullen komen, en het dus wenselijk is om hier nader onderzoek naar te doen. Ik ben erg benieuwd naar hoe hoog de kans hierop door de politici op dit moment wordt ingeschat!
– – –
’Windenergie ten koste van gezinnen’
door Harry van Gelder, Telegraaf, Amsterdam di 02 dec 2014, 05:30
Stop de miljarden verslindende subsidiering van windenergie: het levert geen milieuwinst op en kost de burgers kapitalen.
Dat schrijven hoogleraren Paul Cliteur en Wim de Ridder, adviseur Mickey Huibregtsen, trendwatcher Adjiedj Bakas en vakbondstopman Reinier Castelein in een vertrouwelijke brief aan de wetenschappelijke bureaus van de politieke partijen.
Politiek doel
„Windenergie staat niet in het energieakkoord om CO2 te reduceren, maar om een politiek doel na te streven. De warmtekoppelinginstallaties, een techniek die evenveel CO2 bespaart als de windparken op zee geacht worden te reduceren, staat er namelijk niet in.”
De schrijvers maken zich grote zorgen om de financiële gevolgen van het energieakkoord, dat de belastingbetaler tussen de 50 en 100 miljard gaat kosten. „Vele jaren zal dit ten koste gaan van de koopkracht van de gezinnen en dat zal ernstige gevolgen hebben voor het midden– en kleinbedrijf.’’
De schrijvers noemen zich „warme voorstanders van de verduurzaming van de economie”. Maar ze zien veel meer in investering in efficiëntere warmtekrachtkoppeling: „hetzelfde CO2–resultaat voor een fractie van de kosten”.
– – –
Aan de Wetenschappelijke Bureaus van alle politieke partijen in Nederland
20 november 2014
Geachte dames en heren,
Als warme voorstanders van de verduurzaming van de economie vinden wij de astronomische bedragen die als gevolg van het SER Energie–akkoord worden uitgegeven aan de bouw van windmolens en biomassa–bijstook in centrales onverstandig, en bijzonder schadelijk voor Nederland. Wij bepleiten dan ook een reparatie van het energieakkoord, waarbij een zelfde CO2 reductie wordt bereikt tegen veel lagere kosten, en tegelijkertijd ook geïnvesteerd wordt in het onderzoek naar en de ontwikkeling van werkelijk duurzame oplossingen voor het energievraagstuk voor de langere termijn, zoals zonnecellen en thorium MSR centrales. Een dergelijke reparatie vraagt kennis van zaken die de meeste politici kennelijk ontberen. Wij hopen dan ook dat u zich in onderstaande thematiek zult willen verdiepen en uw politici van de uitkomst van uw bevindingen op de hoogte zult brengen.
Ten eerste willen wij u wijzen op een groot misverstand: de windenergie is niet in het energieakkoord opgenomen om daarmee CO2 te reduceren en klimaatverandering tegen te gaan, maar om een politiek doel te bereiken: 14% duurzaam opgewekte energie in 2020. Hetzelfde energieakkoord heeft namelijk besloten tot het laten vallen van de warmtekrachtkoppeling (WKK), een techniek die op dit moment evenveel CO2 reduceert als de windturbines op zee geacht worden te gaan besparen. Tot voor kort werd ongeveer de helft van de Nederlandse elektriciteit op deze zeer efficiënte en duurzame wijze opgewekt. Binnen tien jaar zal door het energieakkoord dit aandeel teruglopen van boven de 50% tot minder dan 20%. Dat is een enorme stap terug in duurzaamheid. Deze verschuiving van dezelfde hoeveelheid CO2 reductie van bestaande WKK naar nieuw te bouwen windparken heeft een kostenplaatje van circa € 14 miljard (1), dat volledig via de elektriciteitsrekening zal worden verhaald op de burgers en het kleinere bedrijfsleven.
De 14% doelstelling die hieraan ten grondslag ligt, is mede gebaseerd op de Europese klimaatverplichtingen. Maar ook tot Brussel is inmiddels doorgedrongen dat het hanteren van het aandeel duurzame energie en de reductie van de CO2 uitstoot als naast elkaar staande doelstellingen in een divers Europa juist heeft geleid tot een forse toename van de CO2 uitstoot in plaats van de beoogde afname. Ook is leveringszekerheid als reden voor een groot duurzaam aandeel achterhaald: er zijn recent enorme voorraden gas en olie gevonden in bevriende landen op meerdere continenten. Er valt in de nieuwe Europese klimaatafspraken dan ook een verschuiving waar te nemen naar het hanteren van één hoofdcriterium, namelijk de CO2 uitstoot. De 14% duurzame energie is daarmee niet meer het belangrijkste criterium. Naar Nederlands beleid vertaald, zou dit in onze ogen moeten leiden tot het drastisch reduceren van de geplande hoeveelheid peperdure windturbines, en een herstel van de steun aan de WKK.
Ten tweede willen wij wijzen op de hoogte maar ook de aard van de kosten van het energieakkoord.
Minister Kamp heeft gesteld dat de SDE–subsidies als gevolg van het akkoord zullen oplopen tot € 3,5 miljard per jaar. Dat betekent dat per jaar circa € 500 per gezin (deels direct en deels indirect) voor deze subsidie opgebracht moet worden. Dit gaat ten koste van de koopkracht van de gezinnen, gedurende vele jaren, en zal ernstige gevolgen hebben voor de bestedingen bij de detailhandel en de overige MKB–bedrijven. De minister berekent bij deze € 3,5 miljard per jaar alleen de SDE–subsidies. Het energieakkoord brengt echter nog veel andere kosten met zich mee die ook koopkrachtverlagend zullen werken. Het onttrekken van een dermate grote som geld aan het budget van de gezinnen, zal in onze ogen een zeer nadelige invloed hebben op onze welvaart en economische ontwikkeling. Zeker wanneer men deze ziet in het verlengde van de daling van het besteedbaar inkomen van gezinnen die al ruim tien jaar aan de gang is.
Sommige delen van het energieakkoord zijn te zien als nuttige investeringen in de toekomst. Maar de drie veruit grootste posten erin: Wind op Zee, Wind op Land en Biomassabijstook, betreffen het zwaar subsidiëren van de exploitatie van stroombronnen die veelal tussen de twee en vijf maal zo duur zijn als fossiele stroom. En dat in een periode dat er al een aanzienlijk overschot aan opwekkingscapaciteit is in Nederland.
Daarbij is onder deskundigen bekend dat de beoogde windcapaciteit van 10,5 GW zal leiden tot aanzienlijke overschotten aan windstroom, die als verloren beschouwd zullen moeten worden, zolang geen zeer grootschalige opslag is gerealiseerd. Maar daarvoor bestaan nog geen technisch haalbare en economisch verantwoorde oplossingen. We moeten ons realiseren dat de € 30 tot € 50 miljard die het energieakkoord voor deze doelen heeft bestemd over twintig jaar opgebruikt is, en ons nageslacht niets anders nalaat dan zeer duur schroot. Wanneer de WKK tegelijkertijd afgebouwd wordt, zoals in het energieakkoord is besloten, is er ook amper CO2 mee bespaard (2). Deze enorme subsidiestroom is dus zowel zeer schadelijk voor onze economie, als bijna nutteloos.
In onze ogen is het subsidiëren van de exploitatie van deze blijvend onrendabele bronnen geen zinvol beleid. De overheid zou zich hier verre van moeten houden en zich moeten beperken tot het bevorderen van onderzoek naar en ontwikkeling van toekomstige bronnen die voor lange termijn een daadwerkelijke verduurzaming zouden kunnen opleveren. Voor de hand liggen onderzoek naar zonnecellen, aardwarmte, huis– en kantoor installaties, lokale elektriciteitsnetwerken (smart grids) en, bij uitstek het terrein van de overheid, commercieel oninteressante research naar bronnen waarvan het rendement voor bedrijven te ver weg ligt. Hierbij is kernfusie een duidelijk voorbeeld. Al deze bronnen zouden met voldoende onderzoek op termijn tot een betaalbare duurzame energievoorziening kunnen leiden, in tegenstelling tot wind of biomassa–bijstook.
In dit verband willen wij u erop wijzen dat er zich in onze ogen uiterst belangrijke nieuwe ontwikkelingen aandienen waarin Nederland een hoofdrol zou kunnen en moeten opeisen. Het betreft de ontwikkeling van de thorium MSR technologie. Dat is een bijzondere vorm van kernenergie waarbij geen gevaar bestaat voor ongelukken, en die geen kernafval produceert maar deze juist verbrandt (3).
Wij zijn zoals gezegd van mening dat bovenstaande informatie aanleiding zou moeten moet zijn om het energieakkoord te herzien. De grootste kostenposten ervan betreffen exploitatiesubsidies die de Nederlandse economie grote schade toebrengen en geen werkelijke baten kennen. Deze zouden moeten worden ingeruild voor een krachtige ondersteuning van een efficiënter en schoner fossiel energiegebruik, bijvoorbeeld door middel van WKK, wat een minstens zo grote CO2–reductie oplevert als de subsidies voor wind en biomassa–bijstook, maar voor een fractie van de kosten.
Tevens achten wij het gewenst dat de overheid op voortvarende wijze inzet op innovatie in het energie–onderzoek, met name door het krachtig steunen van het onderzoek naar de veilige, goedkope en duurzame thorium MSR technologie, waardoor Nederland over tien à twintig jaar een belangrijke rol kan spelen als kennis– en installatieleverancier aan de meest waarschijnlijke duurzame opvolger van de huidige fossiele energievoorziening.
Helaas is er bij de politici amper kennis over de kosten en baten van de verschillende energie– opwekkers, en de ernstige consequenties van het energieakkoord voor onze economie. Wij zouden het zeer op prijs stellen wanneer u als wetenschappelijk bureau onderzoek naar de bovengenoemde feiten zou willen doen, en u uw politici op de hoogte zou willen brengen van uw bevindingen.
Bij voorbaat dank,
Hoogachtend,
Prof dr Wim de Ridder
Prof dr Paul Cliteur
Mickey Huibregtsen
Adjiedj Bakas
Reinier Castelein
Woordvoerder namens GebakkenWind: Marlies Mulder 06–54774981
(1) Bron: wind op zee kost volgens minister Kamp in 20 jaar ca € 18 miljard; instandhouding WKK kost volgens Cogen (WKK organisatie) over 20 jaar ca € 4 miljard.
(2) Het Centraal Planbureau voegt daar nog aan toe dat vanwege de Europese emissiehandel (ETS) alle in Nederland met honderden euro’s per ton bespaarde CO2–uitstoot de komende decennia voor een paar euro per ton door Oost-Europese landen zal worden opgekocht. Daar zal deze door veel vervuilender centrales worden uitgestoten dan bij de schone maar stilgelegde Nederlandse centrales en WKK–installaties het geval zou zijn geweest. De subsidies aan onze windturbines leiden zo dus zelfs tot een toename van de luchtverontreiniging op Europese schaal.
(3) Deze MSR–reactoren kunnen met het bestaande kernafval als brandstof gedurende vele decennia voorzien in de volledige elektriciteitsvraag van de wereld, en daarna overstappen op het wereldwijd alom aanwezige thorium, dat eenvoudig gebruikt kan worden zonder dat dure opwerking nodig is. De thorium MSR technologie is bekend en bewezen, al moet er nog een ontwikkeltraject doorlopen worden voor commerciële MSR–centrales op de markt kunnen komen. Recente berekeningen geven aan dat de elektriciteit uit deze centrales zeer goed zou kunnen concurreren met fossiele stroom, zowel in prijs als in flexibiliteit: de MSR centrales zijn aanzienlijk goedkoper dan bestaande kerncentrales en werken volledig vraaggestuurd.
Mede naar aanleiding van Fukushima heeft China zijn thorium MSR programma enorm versterkt en de streefdatum voor de eerste reactor van 25 jaar naar 10 jaar teruggebracht. Men ziet hierin een alternatief voor de bestaande kerntechnologie, waarin tot nu toe zwaar werd geïnvesteerd, met meer dan tachtig in aanbouw zijnde en honderden geplande kerncentrales. Ook in de VS zijn een aantal initiatieven ontstaan om deze MSR–technologie te gaan uit–ontwikkelen. Aan de TU Delft is de kennis hierover aanwezig bij associate professor Jan-Leen Kloosterman, die hierin een toekomstige hoofdrol voor Nederland ziet weggelegd en daartoe initiatieven aan het nemen is, die wij van harte bij u aanbevelen.
Een toelichting op de thorium MSR technologie is hier te zien op youtube.
https://www.youtube.com/watch?v=samgQkSCab8
Aldus Theo Wolters.
Voor mijn eerdere DDS–bijdragen zie
hier.