De motieven voor onderwijsvernieuwing zijn al decennia hetzelfde.
Naar aanleiding van mijn vorige column over die 21st Century Skills vroeg iemand of ik de Tegenlicht uitzending van 1 februari gezien had. "Met een zeer schuin oog een stukje," antwoordde ik. "Toch eens terugkijken," werd me aangeraden. Dat deed ik. Zoals altijd in dit VPRO-programma kwamen er baanbrekende ideeën en ontwikkelingen voor het voetlicht.
En al even voorspelbaar gebeurde dat kritiekloos en zonder enige tegenwerping. Echte publieke kwaliteitstelevisie dus. Nu ging het over drie scholen die hun onderwijs radicaal hadden veranderd. "Denkt u dat de school uw kind goed voorbereidt op een samenleving die voortdurend verandert? Waar zekerheden wegvallen? Die vraagt om flexibiliteit?" vroeg de voice-over aan het begin. De toon was gezet. Ja antwoorden leek geen optie meer.
De kijker betrad een wereld van hangplekken waar leerlingen met hun devices konden chillen op passend meubilair. Het was er prima toeven vertelden twee brugklassers die voor mij onduidelijke opdrachten uitvoerden met een stuk speelgoed. De vorige (basis)school was saai. Daar moest je altijd gestructureerd werken. Elke dag. Dat was op deze school heel anders. Dankzij de onderwijsvernieuwers. Die hebben doorgaans een hekel aan structurering van kennis in vakken.
Op 'vernieuwingsschool' Niekée waren die dan ook allemaal afgeschaft. Ook op basisschool De School was dat het geval en waren ze vervangen door 'aansprekende thema's'. Op het Hyperion Lyceum waren ze minder doortastend. Slechts één vak was afgeschaft. Duits. Het rooster stond maar drie vreemde talen toe en dus moest er iets weg. De schoolleider had na intensief contact met diverse Europarlementariërs begrepen dat het in die kringen praktischer is om goed Engels te kunnen spreken. En veel chiquer om in vlot Frans te kunnen converseren.
Ook wist ze dat Duits vooral van belang was in het midden- en kleinbedrijf. Maar in die banale omgeving zouden haar leerlingen toch niet terecht komen. Die trokken namelijk 'de wijde wereld in'. Daarmee werd dus blijkbaar de Brusselse bureaucratie bedoeld. Of een arm land wellicht. Ook Spaans bleef namelijk gehandhaafd want dat was de taal van de Derde Wereld wist ze te melden. Lees verder op pagina twee.
Naast het overbodig verklaren van een taal hadden ze ook het 'nieuwe' vak Grote Denkers bedacht dat op een minder vooruitstrevende school wellicht filosofie genoemd zou worden. Of ze op het Hyperion overigens ook echt goed Frans zouden leren leek geen vanzelfsprekendheid. De getoonde les deed eerder aan ochtendgymnastiek denken. Maar dat is wellicht toch beter dan de aanpak op de school zonder vakken waar in een Language Village de leerlingen hun eigen leervragen kunnen najagen.
De één koos er voor om deze week vloeiend Russisch te gaan leren en een ander ging met Google Translate aan de slag om dingen in het Zweeds te vertalen. De docent hoorde het welwillend aan en knikte instemmend. Een derde leerling gaf aan iets onduidelijks met Duits te gaan doen, een taal die hier gelukkig nog wel tot de mogelijkheden behoorde.
Bemoedigend was het allemaal niet maar dit is niet alles. Het gaat onderwijsvernieuwers nooit om didactiek of vakken afschaffen alleen. Het creëren van een bepaald soort mens met bijbehorende denkbeelden is zeker zo belangrijk. Op het Niekée vinden ze het belangrijk dat de leerling positie kan kiezen in een wereld waar sprake is van 'doorgeschoten marktwerking'.
Dat het met dat doorgeschoten zijn wellicht meevalt als de overheid zo’n 50% van het BBP voor haar rekening neemt, leek niet direct tot het palet van standpunten te behoren dat men de pupillen ter overweging wilde aanreiken. Maar wellicht bieden deze scholen wel een goede voorbereiding op een wereld waarin alles 24/7 on demand beschikbaar is op momenten en manieren die jou het beste uitkomen en waarin jij en jouw wensen volledig centraal staan.
De motieven voor onderwijsverandering klinken ondertussen al decennialang hetzelfde. Altijd hoor je de sleetse riedel van een veranderende wereld en snel verouderende kennis die tegenwoordig ook nog eens googlebaar is. Vandaar dat onderwijsvernieuwing altijd gaat over het bijbrengen van andere zaken dan (vak)kennis en inzicht.
'Kritisch denken' is zo’n moderne dooddoener uit de eenentwintigste eeuw. Dat konden die genoemde grote denkers van weleer ook al vrij aardig. Zij waren hun tijd verder vooruit dan die onderwijsvernieuwers van nu die verdacht veel lijken op de voorvechters van de vrije scholen van veertig jaar geleden.