Volkskrant-columnist Asha ten Broeke, zelf iemand met behoorlijk wat overgewicht, wil dat we ons geen zorgen meer maken om (ernstig) overgewicht. Oliedom.
Laat ik eerst iets vertellen over Asha ten Broeke, want niet iedereen kent haar. Ze is stukjestikker van beroep, ze schrijft onder andere voor de Volkskrant. Vroeger schreef ze voor Trouw. Ten Broeke is een moderne marxist, ook al komt ze daar niet openlijk voor uit. Voor haar bestaat de eigen wil eigenlijk niet. Zij denkt dat problemen ontstaan door de omgeving waarin we leven, en als we die omgeving veranderen, dan komt het vanzelf wel goed. Een heel ouderwetse en bovendien zeer achterhaalde gedachte.
Ten Broeke heeft last van morbide obesitas,
schreef ze een paar jaar geleden. Ze heeft een bmi van 39 en soms zelfs 40 "als ik een weekje zwaar getafeld heb" (bedoeld wordt: als ze een week lang structureel te veel heeft gegeten en niet heeft gesport).
Ten Broeke is nog steeds erg met haar gewicht bezig. Nou ja, niet door te gaan sporten en gezonder te eten en drinken (tip: laat de frisdrank eens staan), maar door het van haar af te schrijven in haar stukje
voor de Volkskrant:
Hoe benader je overgewicht in een wereld waarin een aanzienlijk deel of zelfs een meerderheid van de mensen te dik is? Als iets slechts, dat vermeden moet worden? Of als diversiteitsissue: mensen zijn nu eenmaal verschillend, en dat is oké?
Ze vindt het vervelend dat overgewicht wordt gezien als iets slechts. "In voorlichting wordt overgewicht afgekeurd en slankheid onder het mom van een 'gezonde leefstijl' als ideaal neergezet." Dat werkt niet, denkt zij, omdat een poging om créchekinderen water te laten drinken in plaats van suikerrijke vruchtendrankjes "jammerlijk was mislukt". "Overgewichtstigmatisering maakt dat zware kinderen minder zelfvertrouwen hebben en vaker gepest worden."
Op de website van het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt een alinea over minder eigenwaarde bij en pesten van kinderen met overgewicht direct gevolgd door leefstijladviezen, onder het kopje 'De knop om?'. De impliciete boodschap: als je je rot voelt of gepest wordt omdat je dik bent, is dat jouw verantwoordelijkheid. Los het maar op door dun te worden.
Ten Broeke vindt dat dikke mensen eigenlijk
niets kunnen doen aan hun overgewicht, wat natuurlijk complete onzin is. Ze vindt dat we kinderen én volwassenen met rust laten en ze gewoon moddervet moeten laten worden, alles om maar niet te "stigmatiseren" als het gaat om overgewicht. Wie dik is, kan erop rekenen dat hij daar op wordt aangesproken. Hoe vaak is tegen mij wel niet gezegd dat ik te zwaar ben, vooral na de feestdagen of als ik weer eens een half jaar ben gestopt met sporten?
Ik accepteer dat, want zo gaat dat in de grotemensenwereld. Ik kies er zelf voor om te zwaar te zijn en soms kies ik ervoor om af te vallen en op gezond gewicht te hangen.
Laten we alsjeblieft niet de vrije wil uitvlakken in dit verhaal. Gezond eten en drinken en voldoende bewegen is belangrijker dan de zeer zware Ten Broeke wil toegeven. Werkgevers maken zich bijvoorbeeld terecht zorgen om de fysieke gesteldheid van hun werknemers omdat (ernstig) overgewicht zorgt voor zieke mensen. Daar heeft een bedrijf niks aan.
Als we kinderen leren dat je niets kunt doen tegen overgewicht en zelfs morbide obesitas, dan gaan we binnen één generatie lijken op Amerika, waar het probleem van het dodelijke overgewicht steeds groter wordt. Kinderen moeten we meer laten bewegen en sporten, om ze dan al aan te leren dat een gezond leven van levensbelang is. En ja, waarom laten we ze eigenlijk geen water drinken in plaats van ongezonde drankjes? Dan vliegen de kilo's er zo af bij de dikkerds in de groep.
Eigenlijk hoef ik alleen maar te citeren uit het artikel
van Sylvian Ephimenco dat hij schreef naar aanleiding van Ten Broekes eerste zaagklang dat het allemaal aan iets of iemand anders ligt dat dikke mensen dik zijn. Ieder pondje gaat door het mondje, schreef hij. "Diep in mijn binnenste huist een simpele ziel die hardnekkig blijft denken dat je niet van het inademen van lucht dik wordt. Of 's nachts door hard te snurken."
Betreurenswaardig aan de strekking van Asha's laatste column, hoe goed bedoeld ook, is dat ze het restje verantwoordelijkheidsgevoel bij de obese mens wegneemt. Ze maakt van de dikkerd een wilsonbekwaam slachtoffer dat met een schoon geweten rustig aan het volgende zakje patat kan beginnen. Ze verschaft de homo obesitas een alibi om zijn vet uit te stallen als de stigmata van een lot dat buiten zichzelf wordt bepaald.
Ik heb daar werkelijk niets meer aan toe te voegen.