Nederlandse winkeliers het vaakst slachtoffer van diefstal
Nederlandse winkeliers zijn binnen Europa de ondernemers die de grootste schade lijden door diefstal.
Deze twijfelachtige eer mag ons land in ontvangst nemen. Winkels in Nederland lopen namelijk relatief een groot deel van hun omzet mis, vergeleken met winkels in andere Europese landen. De totale schade? 1,4 miljard euro.
Dit enorme bedrag komt neer op 1,5 procent van de totale omzet van onze winkels. Onze buurlanden doen het iets beter: in Duitsland is dit 1,1 procent en in België 1,2 procent. Het gaat hier vooral om de zogenoemde 'traditionele' winkeldiefstal: producten die ongezien, en onbetaald, uit de winkels worden meegenomen. Dit wordt niet alleen gedaan door klanten, maar ook door bijvoorbeeld medewerkers, die dit uiteraard gemakkelijker klaarspelen. Vergeleken met andere landen is deze laatste groep echter klein: het grootste deel is toch aan oneerlijke klanten toe te rekenen.
Hierbij gaat het, niet geheel verrassend, vooral om kleinere producten die minder moeilijk te verstoppen zijn: kleine flesjes drank, telefoonaccessoires, maar ook bijvoorbeeld lingerie behoren hiertoe.
Nederland kan zich echter ook scharen onder de top in een iets positievere lijst: de lijst van landen die, vergeleken met de omzet, het meeste uitgeven aan diefstalpreventie. In Nederland werd vorig jaar maar liefst 1,1 miljard euro hieraan uitgegeven, wat bijna gelijkstaat aan het bedrag dat onze winkels in totaal misliepen. Ons land staat vijfde in deze lijst.
Des te vreemder is het dat de situatie wat betreft diefstal juist verslechterd lijkt te zijn ten opzichte van vorig jaar. Toen stond Nederland nog op de derde plek wat betreft het mislopen van omzet. Volgens het bedrijf dat deze cijfers presenteerde, Checkpoint Systems, is dit te wijten aan een groeiende activiteit van de georganiseerde misdaad in ons land. Een oorzaak die hiervoor genoemd wordt is de trek van Oost-Europese criminele bendes die hun activiteiten steeds verder naar het westen verplaatsen, onder andere dus naar Nederland. Het lijkt er dus op dat daar nog veel ruimte bestaat voor verbetering.
