De Europese Spelen zijn een nieuw fenomeen: een soort van Olympische Spelen, maar dan alleen voor Europese atleten. Het idee hierachter is helemaal niet gek: omdat de Olympische Spelen slechts iedere vier jaar gehouden worden is het leuk om in de tussenliggende periode (dus twee naar ja de OS) een ander groot toernooi te organiseren waar ook kleinere sporten de aandacht krijgen die ze verdienen. In andere delen wordt dit al lang gedaan. Zo heb je de Asian-, Pacific-, African- en Pan-American Games. Die toernooien worden in die andere werelddelen bijzonder serieus genomen. De kans is groot dat dit uiteindelijk ook gaat gelden voor de Europese Spelen, zeker gezien organiserende landen er flink in investeren.
Zo vinden de eerste Europese Spelen ooit dit jaar plaats in Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan. Dat land heeft letterlijk miljarden gespendeerd aan de Spelen. Het hoofdstadion alleen al kostte 500 miljoen euro.
Veel atleten vinden het een fantastische uitdaging en willen maar wat graag meedoen. Heel gek is dat natuurlijk niet aangezien professionele sporters altijd meer willen winnen... en natuurlijk al tijden jaloers zijn op atleten uit andere delen van de wereld die wel continentale versies van de Olympische Spelen hebben.
Met andere woorden, het is een buitengewoon mooi evenement. Zeker ook omdat individuele landen zelf sporten mogen toevoegen die speciaal zijn voor hen. Nederland zou bijvoorbeeld korfbal erbij kunnen halen (wat sowieso een gouden medaille zou moeten opleveren).
Ik noem Nederland omdat ons land in de running is om de Europese Spelen van 2019 te organiseren. Voorstanders zeggen dat het een geweldige mogelijkheid is om bepaalde sporten onder de aandacht te brengen én om te laten zien dat Nederland zo'n groot toernooi kan organiseren, wat de kans groter maakt dat we ooit de Olympische Spelen mogen organiseren (wat het grote doel is).
Tegenstanders denken daar net een beetje anders over. De NOS
legt uit:
Er is een probleem: geld. Azerbeidzjan legt dit jaar miljarden neer voor het toernooi. In Nederland is het de vraag of NOC*NSF de 125 miljoen die het denkt nodig te hebben bij elkaar krijgt. Veel van het geld, maar liefst 75 procent, moet komen van gemeenten en de Rijksoverheid. "Het percentage dat wij vragen van de overheden is nog een discussiepunt", zegt Dielessen.
Rotterdam en Utrecht hebben al laten weten dat ze niet van plan zijn om mee te betalen, wat nogal problematisch is omdat het voor de hand ligt dat sommige evenementen plaatsvinden in die steden. Andere gemeenten zijn positiever, maar hebben nog niet toegezegd dat ze willen meewerken. Daar komt bij dat het Rijk het plan voorlopig niet ziet zitten.
Nog voor het einde van de Europese Spelen in Bakoe (28 juni) zal minister Schippers laten weten of ze hier wel of niet aan mee wil werken. Als dat het geval wel is zal NOC-NSF bijzonder blij zijn; het Nederlandse Olympisch Comité wil namelijk laten zien aan de wereld dat Nederland grote toernooien prima kan organiseren.