Vandaag rapporteerde het CBS een bescheiden groei van de Nederlandse export. Reden voor optimisme?
Wist u, dat Nederland het op één na grootste exportland van de EU is? Zie onderstaande grafiek. Alleen de Duitsers exporteren meer, maar dat land is qua inwoneraantal dan ook vijf keer zo groot als ons land. De totale Nederlandse uitvoer van goederen (Europese definitie) kwam vorig jaar uit op ruim 500 miljard euro, een record. Deze sterke exportpositie dankt Nederland vooral aan haar positie als 'doorgeefluik' naar het Europese achterland. Bovendien zijn onze distributiekanalen prima in orde, zowel via het water, als over land en door de lucht.
De tien grootste EU-exportlanden:
In haar rapport van vandaag stelt het CBS vast dat zowel de wederuitvoer, als de uitvoer van producten van Nederlandse makelij in de maand april hoger lag dan een jaar eerder. Op zich een verheugende ontwikkeling, maar we moeten ons niet blij maken met een dode mus, want de groei is en blijft bescheiden. Zoals ik gisteren al schreef voorziet ook DNB een bescheiden groei van de Nederlandse economie, die door haar open karakter sterk afhankelijk is van de groei op de wereldmarkt. Maar juist gisteren meldde de Wereldbank dat die groei vertraagt. Volgens de Wereldbank zal de wereldeconomie in 2014 naar verwachting een groei laten zien van 2,8 procent, terwijl in januari nog werd gerekend op een toename van 3,2 procent. De verwachting voor een toename van de wereldeconomie met 3,4 procent in 2015 bleef wel ongewijzigd. Vooral in de zogenaamde opkomende markten vertraagt de groei, om over de EU maar te zwijgen. Nochtans verwacht de Wereldbank dat de groei in de tweede helft van dit jaar zal aantrekken. Dat hebben we wel vaker gehoord, ook hier te lande: 'volgend jaar zal alles beter gaan'. Hoop doet leven, nietwaar?
Als we kijken naar de opbouw van ons exportoverschot dan kunnen we constateren dat vooral de handelswaarde van industriële producten, machines en vervoermaterieel is toegenomen (de in- en uitvoerwaarde van minerale brandstoffen was fors minder). Het handelsoverschot was 4,5 miljard euro. Dat is 0,5 miljard euro meer dan in april 2013. De waarde van de goederenuitvoer kwam in april uit op 36,1 miljard euro. Dat is 2,5 procent meer dan een jaar eerder. De invoerwaarde was 1,3 procent hoger dan in april 2013 en bedroeg 31,6 miljard euro. Vooral de ondernemers in de industrie waren per saldo positief over hun concurrentiepositie op de buitenlandse markt gedurende afgelopen kwartaal.
Toch is er geen reden voor overdreven optimisme. Wie naar onderstaand staafdiagram kijkt, begrijpt waarom:
Uitvoer goederen (werkdaggecorrigeerd volume):
Het gaat weliswaar iets beter, maar daarmee is dan ook alles gezegd. De betalingstermijnen van de door de eurocrisis zwaar getroffen landen in Zuid-Europa verbeteren weliswaar iets, maar zijn nog altijd erg lang en het kredietrisico met Oost-Europese landen is fors gestegen. Tom Kaars Sijpesteijn, algemeen directeur van kredietverzekeraar Atradius Nederland, zegt:
"Oost-Europa heeft te maken met een aantal onzekere factoren, zoals de ontwikkelingen in Oekraïne en Rusland, maar terwijl de situatie in Oekraïne naar verwachting leidt tot een groeivertraging in Oost-Europa van 1,7 procent, verbeteren de vooruitzichten in Tsjechië, Hongarije en Polen".
Net als Zuid-Europa kampt ook Oost-Europa met een tekort aan geld. Volgens de bijna vierduizend ondervraagde bedrijven uit achttien Europese landen is het gebrek aan liquide middelen, direct beschikbaar geld, de grootste oorzaak voor betalingsachterstanden. Een derde van de onbetaalde facturen in landen als Tsjechië, Hongarije, Polen en Slowakije, is na negentig dagen oninbaar. En ofschoon de economieën van Tsjechië, Hongarije, Polen en Slowakije licht groeien, neemt het aantal faillissementen in die landen toe, ondanks de optimistische woorden van Sijpesteijn.
Hoewel de export naar EU landen iets is toegenomen vormt de betalingsmoraal van Zuid- en Oost-Europese landen toch een serieuze belemmering voor de Nederlandse exporteur om zaken te doen met die landen. De cultuur is er gewoon verschillend. Van de export van Nederlandse bedrijven gaat ongeveer 17 procent (72 miljard euro) naar Frankrijk, Spanje, Italië, Portugal en Griekenland. De rest gaat naar andere (Duitsland) of niet-eurozone landen of naar landen buiten de EU.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.