Hans van Baalen, Frans Weisglas en Neelie Kroes vinden het gevaarlijk dat Patrick van Schie nadenkt. Als het niet zo ernstig was, dan konden we er hartelijk om lachen.
Er dreigt nu, door de opstelling van Hans van Baalen, Frans Weisglas en Neelie Kroes een polemiek binnen de VVD te ontstaan tussen mensen die serieus over alternatieven voor de huidige EMU willen nadenken zoals Patrick van Schie en mensen die nadenken bij voorbaat gevaarlijk vinden. Dat is een onverstandige polemiek die enkel door angst voor speculanten is ingegeven en niet door kennis van zaken, openheid of transparantie. Om degenen die de rekeningen straks betalen te kunnen overtuigen, is een serieus en transparant debat over de opzet van een betere munt noodzakelijk, met alle kaarten op tafel. Het electoraat gelooft EU-politici te recht niet op hun blauwe ogen. Alleen feiten spreken voor zich.
Doordat Nederland jarenlang een taboe op het nadenken over de kosten van immigratie had, zijn er vele tientallen miljarden aan Nederlands belastingbetalersgeld weggespoeld. Laten we dit nu eens niet doen als het over over de kosten van het redden van de huidige Euro gaat. Laten we voor één keer doen alsof we volwassen mensen zijn die rationeel met verschillende feiten omgaan en daar een beargumenteerde keuze op baseren.
Er zijn drie alternatieven voor de huidige opzet van de EMU:
A: Neuro/Zeuro.
B: EMU zonder PIIGS
C: Terug naar een betere ERM: Dit is een Europees valutawisselmechanisme met 17 munten gekoppeld aan de Euro en mogelijkheid voor devaluatie binnen een beperkte bandbreedte. Met mogelijkheid tot uitzetting uit het wisselmechanisme bij overschrijding van de bandbreedte. Met mogelijkheid tot (her-)toetreding na hervormingen. Met de ECB of de EU-commissie als marktmeester.
Om te beginnen met optie A, deze zou zuiver economisch beter kunnen zijn voor Nederland, maar is funest voor Frankrijk. Frankrijk is te goed voor de Zeuro en te slecht voor de Neuro en valt binnen optie A tussen het wal en het schip. Nederland is er niet bij gebaat dat Frankrijk tussen de wal en het schip beland, want we hebben een aanzienlijk exportoverschot naar Frankrijk en het zou een aderlating zijn wanneer deze onder druk kwam te staan, enkel vanwege een andere muntunie. Politiek is het een must dat Frankrijk met haar munt aan Duitsland gekoppeld is. Dat is een politieke eis, die de hereniging van Duitsland mogelijk heeft gemaakt en Frankrijk geeft die eis niet op. De vrede in Europa is gebaat bij een lotsverbondenheid tussen Frankrijk en Duitsland. Daarmee komt elk economisch argument dat hier geen rekening houdt, automatisch te vervallen.
Optie B levert voor Frankrijk een extra probleem op, omdat het bancair te ernstig verweven is met Staatsschulden uit de PIIGS. Hierdoor zal Frankrijk nog meer dan de rest in de problemen komen, wanneer de PIIGS hun eigen munt gaan devalueren of in default gaan. Vervolgens zal de houdbaarheid van Frankrijk in de kleinere Eurozone onder druk komen te staan, zodra Frankrijk een lagere rating krijgt. Frankrijk ziet liever dat Duitsland eveneens heel hard bloedt voor de Eurocrisis, zodat Frankrijk nog enigszins aansluiting houdt bij het economisch veel sterkere Duitsland. Economisch gezien lijkt optie B dus de beste keuze, maar politiek gezien is het een onbegaanbare weg, want Frankrijk verliest hierdoor de aansluiting met Duitsland. En dus gaat dit niet gebeuren.,
Optie C is de meest complexe oplossing. Er zijn van deze optie een aantal varianten in omloop:
Variant C1: het Concurrentiemodel van 17 potentiële valuta naast de Euro van Booth/Mingardi.
Variant C2: The Matheo Solution van Ten Dam (PDF).
Variant C3: ERM III, de opvolger van ERM II. Dit is dezelfde wijze waarop Denemarken haar Kroon en Zwitserland haar Franc aan de Euro gekoppeld heeft. Dit zal elk EMU-land op dezelfde wijze kunnen doen.
Het voert te ver om optie C in dit artikel geheel uit te gaan leggen. De heer Ten Dam heeft daar al een zeer uitvoerige poging toe gedaan in het Financieel Dagblad (zie optie C2).
Het voordeel van optie C is dat Frankrijk niet tussen het wal en het schip belandt en dat de Duits-Franse as hierin haar lotsverbondeheid extra kan benadrukken door een kleinere onderlinge bandbreedte (of geen enkele bandbreedte) van devaluatie vast te leggen. Het voordeel is ook dat de Euro blijft bestaan (weliswaar in andere vorm, maar toch), wat de politieke haalbaarheid vergroot, omdat er geen gezichtsverlies optreedt.
Vanuit politiek oogpunt zijn er dus geen ernstige obstakels voor een variant op optie C, omdat Frankrijk er in past. De vraag is dan, wat financieel- en fiscaal-economisch het beste model is. Daar zou de discussie over moeten gaan, die de heer Van Schie zo vurig wenst. De PVV zou ook naar optie C moeten kijken, omdat de politieke haalbaarheid groter is dan die van optie A en B.
Als er een serieuze discussie en kosten-batenanalyse voor een aantal varianten op de huidige EMU gemaakt dient te worden, dan zal die zich vooral op de varianten van optie C moeten richten, vanwege hun politieke haalbaarheid. De zeer gewaardeerde DDS-er Van Baar wordt dan ook gehoord met zijn oprechte opmerkingen over de politieke realiteit in Europa. Zonder Frankrijk en zonder Duits-Franse as is er geen geloofwaardig alternatief voor de huidige EMU. Rekening (pun intended) houdend met Frankrijk en de Duits-Franse as zijn die alternatieven voor de EMU er echter wel degelijk.
Laat Booth/Mingardi, Ten Dam en de opstellers van ERM II hun alternatieven op de EMU nader uitwerken en onderzoek vervolgens objectief de kosten en baten op korte, middelange en lange termijn van al die varianten. Vergelijk deze met de kosten en baten van de reddingsoperaties die door de EU-commissie zijn voorgesteld. Pas dan kan de politiek met gezond verstand en geheel transparant een overtuigde beslissing nemen, in plaats van onnodig angst te zaaien en zo wantrouwen te kweken tegen de EU. Het vertrouwen in de Euro is geschaad. Dat komt enkel terug bij een integere en volwassen discussie over de toekomst van de Euro en niet met flauwe bangmakerij en denkluiheid.