Naar aanleiding van haar pleidooi voor meer laïcisme heeft Janine Hennis-Plasschaert nogal wat kritiek over zich heen gekregen. Met name veel onzin.
Eén van de vele onzinnige argumenten is dat we in Nederland allang de scheiding van kerk en staat kennen. Zelfs VVD-mastodont Hans Wiegel - nog niet zo heel lang geleden nog fel bestrijder van Ayaan Hirsi Ali en nou niet bepaald bekend om zijn grootse intellectuele verdiensten - zei dit gister in Uitgesproken WNL, om daar in één ruk door aan toe te voegen dat hij het helemaal niet zo'n belangrijke discussie vond. Een discussie over één van de fundamenten van de democratische rechtsstaat niet zo belangrijk, hoe bedenk je het!
Natuurlijk hebben we in Nederland een scheiding van kerk en staat in zoverre dat de kerk zich niet direct met de politiek bemoeit. Ik zou zeggen dat we dat in 2011 ook wel mogen verwachten, maar dat terzijde. Het is echter vreemd om daaruit de conclusie te trekken dat we daarom niet meer mogen discussiëren over de verhouding van de staat tot religie. Want daar gaat het om in de laïcité. Het is de opvatting dat de staat neutraal is ten opzichte van religie, waarmee wordt bedoeld dat de staat alle religies gelijk behandelt en gelovigen niet bevoordeelt ten opzichte van niet-gelovigen. Veel mensen verwijzen hiernaar als 'de scheiding van kerk en staat', en daarmee bedoelen zij dat de kerk (c.q. de religie) beperkt dient te blijven tot het private domein. Religie is iets voor in de vrije tijd, niet wanneer je een functie uitoefent als overheidsfunctionaris.
De moderne (overigens klassiek-liberale) invulling van het begrip 'scheiding van kerk en staat' houdt dus in dat er een duidelijke scheidslijn kan worden getrokken tussen het domein waarin je uiting kan geven aan je religieuze (of niet-religieuze) overtuiging en het domein waarin dat niet kan. Een debat daarover lijkt mij alles behalve oninteressant. Sterker nog, een debat daarover lijkt mij van het grootste belang voor een samenleving waarin zich ontelbare denominaties bevinden; en dat debat is alles behalve gediend bij kinderachtige non-argumenten als die van Wiegel c.s.