Tinker, Tailor, Peking, Spy.
Hoogstwaarschijnlijk zeer kortstondig is er in Nederland weer aandacht voor spionage. Raymond P., een voormalig medewerker van het ministerie van Buitenlandse Zaken moet twaalf jaar de gevangenis in wegens het verkopen van (staats)geheimen aan de Russen. Eventjes spreekt dit tot de verbeelding en dan horen we er niemand meer over. En dat is gek, want niet alleen in Nederland extreem kwetsbaar voor spionage, we hebben te maken met een tamelijk grote geïsoleerd levende gemeenschap Chinese studenten. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat zij in ruil voor hun uitreisvisa geen wederdienst aan Peking beloofd hebben.
Vooropgesteld, ik heb niet zoveel zin in McCarthiaanse toestanden - hoewel hij gelijk had; er bleken communisten geïnfiltreerd te zijn in de Amerikaanse regering. Maar een heksenjacht lijkt me nu wat overbodig. Laten we er in ieder geval bij stilstaan dat Chinese studenten deel zouden kunnen uitmaken van een spionagenetwerk. Geen mannen in kuchende regenjassen en schimmige informatietransfers, maar via chatprogramma's Peking voorzien van brokjes informatie over hoe het gaat aan Nederlandse universiteiten, hoe Nederlandse bedrijven er van binnen uitzien en met welke Nederlanders China rekening moet houden. Wellicht spelen ze zelfs gevoelige informatie door.
Doordat Chinese studenten in Nederland zo geïsoleerd leven (ook als ze in studentenhuizen met Nederlanders zitten, weet ik uit eerste hand) is hun gedrag al een perfecte dekmantel. Wie kan ze compromitteren, behalve andere Chinezen, met wie ze wel contact onderhouden? Niemand eigenlijk.
Hoe dan ook zou het bijzonder vreemd zijn dat een communistisch land China, een staat met een tamelijk actieve spionagepraktijken, geen burgers zou inzetten om aan informatie te komen. Misschien moeten we er eens op letten.