Hier het verhaal van Pim van de W., voormalig Nederlands ondernemer in het buitenland (Frankrijk), die terugkomt naar ons land en tegen een betonnen bureaucratische muur aan loopt.
In 2010 vertrok Van de W. naar Frankrijk waar hij een goed lopend hotel-restaurant had overgenomen, samen met zijn toenmalige echtgenote. Zes jaar later ging het stel uit elkaar en wilde Van de W. weer terug naar dezelfde Nederlandse gemeente waar hij meer dan dertig jaar had gewoond.
Hij trok tijdelijk in bij zijn zus en ging op zoek naar zelfstandige woonruimte. Ook wilde hij zich registreren in de gemeentelijke basisadministratie. Beide zaken gingen niet vanzelf. Allereerst stuitte het inschrijven in de basisadministratie op het probleem dat Van de W. geen vast adres had (het adres van zijn zus kon hij niet opgeven want dan zou ze gekort worden op haar arbeidsongeschiktheidsuitkering).
Ook het verkrijgen van huisvesting bleek niet op rolletjes te verlopen. Allereerst werd de vraag gesteld of Van de W. ‘regionaal gebonden’ was. Met andere woorden of hij kon aantonen een binding met de gemeente te hebben. Dat kon hij gelukkig, anders was het traject daar al gestopt. Maar veel kon de gemeente verder niet doen. Er was geen voorraad urgente woningen. Die woningen waren er alleen als je bestaande huis was afgebrand of als je kon aantonen dat je fysiek werd mishandeld. Beide categorieën golden niet voor Van de W.
Een jong meisje van de gemeente verwees Van de W. vervolgens naar de daklozenopvang. ‘Iets anders kunnen wij niet voor u doen’, zo werd hem medegedeeld. Dat was voor Van de W. geen optie. Het bewuste pand lag op een achteraf gelegen industrieterrein, omgeven door junks en tippelaarsters, niet echt een omgeving waarin de voormalig ondernemer zich senang voelde. Van de W.:
"Ik heb tegen dat meisje gezegd de pech te hebben Nederlander te zijn. Als ik Syriër was geweest dan was ik wél in een of andere procedure beland. En als ik statushouder was geweest dan was ik wel in aanmerking gekomen voor een woning, een uitkering en zelfs een gratis laptop."
Wel werd Van de W. door de gemeente gezegd dat hij nog contact kon opnemen met de afdeling ‘Maatschappelijk Werk’, die mogelijk een hulpplan voor hem zou kunnen opstellen. Dus zo gezegd zo gedaan. Nadat hij ook daar zijn verhaal had gedaan zei een eveneens zeer jong meisje:
"Meneer u komt er wel."
Maar helpen, nee, dat konden ze niet. Toch bleef het contact met Maatschappelijk Werk niet zonder gevolgen. Een week later werd hij gebeld door Maatschappelijk Werk die hem aanraadden een nul-formulier aan te vragen bij de belastingdienst, zodat hij tenminste in de basisadministratie van zijn gemeente ingeschreven kon worden. Waarom is dat niet meteen gezegd tijdens het bezoek aan de gemeente? De jonge ambtenaar wist het niet..
Maar voor het huren van een woning, zeker in de vrije sector is een inkomensverklaring nodig of een loonstrookje waaruit blijkt dat de huur voldaan kan worden. Na bezoek aan meer dan tien makelaars gaf Van de W. het op: hij overwoog om maar weer terug te gaan naar Frankrijk. Toen hij zijn auto aan het inpakken was ging de telefoon. Een oude bekende had gehoord dat hij terug in Nederland was. En zij kende nog wel een makelaar die genoegen zou nemen met de jaarrekening van zijn Franse hotel-restaurant. Het is Van de W. door dit toeval uiteindelijk gelukt om een woning te bemachtigen in de gemeente van zijn keuze.
In schril contrast met het geval Van de W. staat het gemeentebeleid met betrekking tot de opvang van asielzoekers en statushouders. Een 19-jarige Eritreeër die krap drie maanden in Nederland was kreeg in diezelfde gemeente wel een modern appartement in de binnenstad, compleet met inrichting, uitkering en 500 euro aan contanten voor een nieuwe kleurentelevisie. De man sprak geen woord Engels, laat staan Nederlands. Meet Nederland met twee maten?
Jean Wanningen is afkomstig uit het bedrijfsleven, thans auteur bij Follow The Money en onafhankelijk EU-researcher. Volg hem op Twitter: @trias_politica.