Het celibaat zorgt voor niets dan narigheid.
En bovendien is het volstrekt uit de tijd. Dat schrijft Cees Stam vandaag in een
prikkelend opinie-artikel in de Volkskrant. Ik wil echter bestrijden dat de kerk het alleenrecht op de afkeer van lichamelijkheid heeft. Bovendien brengt het ook veel goeds.
Natuurlijk, het lichaam is voor de kerk een 'zondig en onbetrouwbaar instrument dat de ziel belemmert om naar het hogere, dus naar God, op te stijgen'. De kerk heeft haar volgelingen dan ook met een afkeer van lichamelijkheid en seksualiteit doordrongen, waarvan enkele schadelijke gevolgen aan het licht zijn gekomen. Stams' opmerking dat het rapport van Deetman alleen maar bevestigt wat de kerk altijd al vond - seks is fout - is dan ook treffend.
Stam gaat verder:
Sinds de jaren vijftig zoeken we moeizaam naar een nieuwe manier waarop we onze seksualiteit kunnen beleven. Veel priesters en paters hebben dat op een buitengewoon slechte manier zitten uitvogelen. En nu dat aan het licht is gekomen, haasten de kerkleiders zich om te verklaren dat zij dat niet hadden mogen doen. Maar laten we hier nog wel even vaststellen dat het voor leken en niet-gelovigen natuurlijk te belachelijk voor woorden is om te denken dat erotiek en lichamelijkheid zondig zijn.
En hier gaat hij de fout in. Want is het 'te belachelijk voor woorden om te denken dat erotiek en lichamelijkheid zondig zijn'? Ik denk het niet. Diep van binnen voelen we allemaal dat erotiek en lichamelijkheid een beetje zondig zijn. En dat is niet alleen maar de erfenis van het christendom waar we ons nog niet van hebben weten te ontdoen.
Wij zijn mensen van de grootse dingen. De wereld veroveren, de natuur verklaren, wolkenkrabbers bouwen... Allemaal voorbeelden van onze bevlogen ideeën. De geest neemt de leiding. Het is de geest waarmee je het verhevene bereikt. De kerk is een voorbeeld de vele manieren waarop wij in onze maatschappij het rationele verheerlijken. Maar als we postuleren dat
domheid de grootste kwaal van de mensheid is, dan verloochenen we het instinct en de materie net zo goed als onze religieuze broeders dat doen.
Het voordeel én het nadeel voor de kerk is echter, dat de afkeer van lichamelijkheid bij haar heel expliciet is. Het staat geschreven en wordt uitgedragen. Geen ontkomen aan. En wanneer blijkt dat het lichaam zich toch niet zomaar laat verloochenen, dan brengt dat pijnlijke taferelen.
Lichamelijkheid is slechter dan geestelijkheid. Zo hebben wij er altijd over gedacht en die gedachte kunnen we ook maar beter vasthouden. Daarbij hebben we een geestelijk boegbeeld nodig wanneer wij dreigen ons te veel aan de onderbuik te verliezen.