Minister Lodewijk Asscher is een bekrompen nationalist die terugverlangt naar het Land van Ooit. Hij wil zich verstoppen achter de dijken en reageert xenofoob op alles wat van buiten de landsgrenzen hier naar binnen probeert te glippen.
Gek genoeg is er niemand die dat roept in reactie op de voorstellen van Asscher om de door hem als negatief ervaren gevolgen van het vrije werknemersverkeer in de EU te bestrijden. Als deze uit de koker van (ik noem maar iets) de PVV zouden zijn gekomen, dan zouden ze in bovenstaande termen door de meeste andere partijen zijn weggehoond.
Het vrije werknemersverkeer stelde in de eerste decennia van de EU weinig voor. Vergelijkbare welvaartsniveaus in het grootste deel van de Lidstaten, culturele en taalbarrières etc. deden weinigen besluiten te emigreren om elders te gaan werken, afgezien van wat inwoners uit Zuid-Italië. Dat is inmiddels sterk veranderd en de toestroom uit Oost-Europa zet de bijl aan de wortels van de verzorgingsstaat.
Het is echter die verzorgingsstaat die ervoor heeft gezorgd dat Nederland een soort van reservaat is geworden. Ongehinderd door druk van buiten moest in de afgelopen decennia elke welvaartsstijging zo breed mogelijk worden gedeeld. Dat betekende dat minimumloon en minimum uitkeringen welvaartsvast moesten zijn en stegen met de gemiddelde contractloonstijging. Die obsessie met verdelen heeft ertoe geleid dat we in internationaal perspectief bijna het hoogste minimumloon ter wereld hebben, riante uitkeringsregelingen en een hoge collectieve lastendruk. De aardgasbaten hebben de oploop van de belastingen in het verleden nog wat getemperd, met als consequentie dat deze nu wel zijn verjubeld. Dit in tegenstelling tot andere landen, die zo wijs zijn ook het nageslacht te laten profiteren van de bodemschatten die toevallig door de huidige generatie zijn gevonden.
Het hoge minimumloon en het royale uitkeringsstelsel kennen echter wel een prijs. Velen konden of wilden niet meer mee doen. Zij waren niet in staat een productiviteit te leveren om het minimumloon voor hun werkgever te verdienen of bezweken voor de verleiding om een uitkering te (blijven) genieten in plaats van betaalde arbeid te verrichten.
Met de toetreding van landen als eerst Polen en later Roemenië en Bulgarije is deze luchtbel doorgeprikt. Er zijn buiten Nederland meer dan genoeg mensen in staat een productiviteit op of boven het Nederlandse minimumloonniveau te realiseren. En er is ook een grote groep die, gewend aan een veel lager welvaartsniveau, bereid is daarvoor hier naar toe te komen, waarbij ook de verlokkingen van de uitgebreide arrangementen van de verzorgingsstaat een rol spelen. Nu die mogelijkheid er is door het vrije werknemersverkeer is er geen redden meer aan. Meer wet- en regelgeving en een uitbreiding van de controlecapaciteit gaan dit probleem niet oplossen. Bij de Arbeidsinspectie is b.v. de werkwijze nog ouderwets bureaucratisch, werkt men met verouderde gegevens en is een inspecteur met standplaats Meppel in rayon Noord gewend een eerste inspectie in Harlingen te plannen en de tweede in Vlagtwedde om onderweg van zijn wettelijke pauzes te genieten. Wie als inspecteur bij een inspectie een overtreding constateert, verzuipt vervolgens in het papierwerk omdat elke fout in de documentatie het een fluitje van een cent maakt voor een advocaat om de zaak onderuit te halen bij de rechter. De komst van een paar honderdduizend Oosteuropeanen loopt hem of haar dan ook al snel over de schoenen.
Eerder woedde in deze kolommen een discussie of hier sprake is van
uitbuiting. Dat is het geval als je bereid bent niet verder te kijken dan de landsgrenzen. In internationaal perspectief zijn de niveaus van het Nederlandse minimumloon en de daaraan gekoppelde minimumuitkeringen echter riant te noemen. Dus als hier een paar duizend mensen worden uitgebuit omdat ze minder dan het minimumloon krijgen betaald, dan worden wereldwijd miljarden mensen uitgebuit (ook in de meeste Westerse landen). Hier toont
Asscher zich dan ook nogal bekrompen, terwijl zijn partij juist zo begaan is met het lot van arme mensen over de hele wereld.
Er is een parallel te trekken met wat er gaande is binnen de muntunie. Met de invoering van de euro zijn teveel ongelijksoortige landen monetair samengevoegd die het vervolgens vertikten een economisch proces van convergentie te volgen, zodat spanningen niet konden uitblijven. Door de komst bij de EU van een hele trits Oosteuropese landen, met een welvaartsniveau dat een fractie is van het onze, is hetzelfde gebeurd. Ook hier is nog lang geen zicht op een convergentie van inkomensniveaus. Er waren weliswaar overgangsbepalingen afgesproken met betrekking tot het opschorten van het volledig vrijlaten van het werknemersverkeer, maar daarvan was al op voorhand duidelijk dat deze veel te kort zouden zijn. Immers, hoeveel kunnen Roemenië en Bulgarije op Duitsland en Nederland inlopen in een tijdsbestek van tien jaar? Wat ook meespeelde is dat de jaren na de toetreding van deze landen (soms grote) krapte op de arbeidsmarkt lieten zien in West-Europa.
Hoe nu verder? Ook daar zijn parallellen te trekken met de muntunie. De steunpakketten aan de Zuidelijke Eurolanden vinden een equivalent in de structuurfondsen en andere budgetten die jaarlijks met tientallen miljarden richting Oost-Europa gaan. Van dat laatste weten we tenminste op voorhand dat het geld niet terugkomt. Echter wil een muntunie houdbaar blijven en wil vrij verkeer van werknemers niet ontwrichtend zijn, dan zullen de landen op zijn minst een soort van economisch convergentieproces moeten inzetten. Dat proces ziet er in de muntunie niet veelbelovend uit. Eerder
schreef ik dat de landen in Noord en Zuid de afgelopen jaren niet naar elkaar zijn toegegroeid. Dan gaat uiteindelijk de wal het schip keren, meestal bij het aanbreken van een nieuwe recessie. Vroeg of laat zal duidelijk worden dat Zuid-Europa haar schuld, die zich nu vrijwel volledig in (Noord-) Europese (semi-)staatshanden bevindt, niet (volledig) zal terug betalen. Het afschrijven daarvan impliceert een welvaartsoffer voor Noord-Europa. Zo zal het ook gaan als er geen beperkingen (kunnen) worden aangebracht in het vrije verkeer van werknemers. De dure voorzieningen die wij hier hebben in de vorm van een uitgebreide verzorgingsstaat en een hoog minimumloon zullen dan niet langer houdbaar zijn, op straffe van massale toeloop uit het buitenland. Daar zitten ook pluspunten aan, als het bijvoorbeeld betekent dat de mensen die de afgelopen decennia tot een uitkering zijn veroordeeld weer aan de slag kunnen. Asscher vindt dat asociaal, want dan krijgen zij geen fatsoenlijk loon betaalt. Op de zak teren van een ander is blijkbaar niet asociaal en niet onfatsoenlijk. De PVV wil uit de EU en een einde maken aan het vrije werknemersverkeer. Of dat de beste oplossing is, is de vraag. Het is wel consequent: een royale verzorgingsstaat en open grenzen gaan nu eenmaal niet samen.