Kwestie Klaver en Özdil toont aan: overheid pleegt psychologische roofbouw op andersdenkenden

Geen categorie03 jun 2019, 20:00
Wijzelf zijn de perfecte voedingsbodem voor lelijke politiek, betoogt publiciste Vicki Van Lommel vandaag in een bijdrage. Ze grijpt de hoogopgelopen ruzie tussen GroenLinks-kemphanen Jesse Klaver en Zihni Özdil aan dat er in Nederland een cultuur is van elkaar compleet affakkelen bij andere meningen. Het gebeurt in alle gelederen, zowel bij de overheid als het bedrijfsleven.
Met ‘lelijke politiek’ bracht Jesse Klaver partijgenoot Zihni Özdil kortgeleden naar de slachtbank. Maatschappij breed werd hiertegen geageerd, waardoor Klaver zijn eigen praktijken alsnog afwees. Waar velen opkwamen voor Özdil, zwijgen dagelijks velen als hun andersdenkende talentvolle hardwerkende collega soortgelijke praktijken ondergaat. Waar Özdil als publiek figuur kon rekenen op ruggensteun vanuit de publieke opinie, omdat niemand zijn ‘baantje’ ervoor verliest, zijn er velen die dagdagelijks het beste voor hebben met de organisatie waarvoor ze werken, maar door de organisatieleiding in alle gelederen worden weggezet als dissidenten. Waar is dan een beweging als #MeToo, wanneer het aantal slachtoffers alsook de persoonlijke én maatschappelijke schade naar alle waarschijnlijkheid vele malen groter is? Hoeveel sneuvelen per dag?
Zowel in het bedrijfsleven als bij de overheid, wordt dergelijke psychologische roofbouw op andersdenkenden gepleegd. Zo snel ze geprezen worden, nog sneller worden ze vergruisd. Geeneens gaat het om huidskleur, etniciteit, sekse of religie. Informeel door collega’s gesteund, staan ze formeel alleen. Dat risico ligt bij de overheid hoger vanwege personeelsbestanden van mensen van 40 jaar en ouder, en daarmee angst voor blijvend baanverlies na ontslag. Dus wordt er gezwegen en weggekeken.
Beseffen wij het niet of laat het ons koud, dat we daarmee de perfecte voedingsbodem creëren voor lelijke politiek? Als wij uit angst weigeren op te komen voor andersdenkenden, kunnen wij uiteindelijk debet worden aan een land waarin geen ruimte meer is voor diversiteit en mensenrechten. Waar democratie ver te zoeken is en het enige wat nog overblijft vriendjespolitiek, corruptie, misdaad, misbruik… een dictatuur. Waarin alleen nog plaats is voor de genderneutrale gerobotiseerde ja-knikkende stedelijke (g)eenkind lijfeigene in eenheidsland die zich van al zijn identiteit, eigenheid, rijkdom en uniciteit heeft laten beroven omdat hij bang is. Waar is ieders ruggengraat? Waar is je weerbaarheid? Waar is je innerlijke trots? Om wie je bent? Om je geboortegrond? Om je anders-zijn? Waar is je nieuwsgierigheid naar het andere gebleven? Het besef hoe mooi het is en een voorrecht dat er andere culturen en landen zijn, waarheen je kan reizen. Waardoor je verrast kan worden door je blinde vlek en de kans krijgt aangeboden om als mens te groeien. Wie houd je nog de spiegel voor als we allen zijn gesmeed tot eenheidsworst? Als we dat punt bereiken, zijn we dan nog wel meer dan een robot?
Hoe is het zover gekomen dat steeds meer mensen het gevoel hebben zichzelf niet meer te kunnen zijn? Meer mensen dan ooit hebben een hogere opleiding genoten, maar het lijkt steeds vaker zodra ingelijfd door een organisatie, we onze zelfdenkende vermogens aan de kant moeten schuiven om onze dagen te slijten met pappen en nathouden. Zoveel mogelijk geld verdienen is leidend: zoveel mogelijk uren maken, zo inefficiënt mogelijk werken door zoveel mogelijk bureaucratie, digitalisering en het betrekken van allerlei bureautjes.
Is dit de keerzijde van de medaille van welvaart? Dat we feitelijk op het punt zijn gekomen dat alles georganiseerd is en dus maar geld moeten genereren door elkaar ziek te maken, elkaar ziekmakende voeding aan te smeren, te overreguleren, procedures te bedenken die kant noch wal raken, onzinnig werk te creëren omdat we zonodig willen vasthouden aan een 40-urige werkweek, voorbij gaan aan het échte leven omdat op basis van statische onderzoeksresultaten besluiten worden genomen die een mens zoals die is met zijn gevoelswereld volledig buiten beschouwing laat. Staat de mens in dienst van het economische verdienmodel dat koste wat het kost in stand dient te worden gehouden? Is dat wat we willen?
Kom niet aan heilige huisjes! Milieuorganisaties lijken meer begaan met hun eigen voortbestaan gezien de rechterlijke Urgenda en Programma Aanpak Stikstof-uitspraken. Als je de laatste uitspraak leest, kan je niet stellen dat dat programma onzorgvuldig is opgesteld. In beide uitspraken lijkt de letter van de wet leidend te zijn geworden ten opzichte van het milieubelang. Is het voortbestaan van milieuorganisaties leidend geworden in plaats van het milieubelang dat zij claimen voor te staan?
Zo kan je je ook afvragen of de Nederlandse overheid in de aangenomen Klimaatwet wel kwantitatieve doelstellingen had moeten opnemen: 95 procent CO2-reductie in 2050 ten opzichte van 1990 en een volledig CO2-neutrale elektriciteitsproductie. Betekent cijfermatig voldoen per definitie dat het klimaat er wel bij vaart? Het zijn streefdoelen, maar met de Urgenda-uitspraak nog op het netvlies, kan je moeilijk beweren dat het onafdwingbaar is. Horen kwantitatieve doelen wel thuis in een wet?
Ook al passen alle wereldburgers op een kwart van het Nederlandse grondgebied als je ze elk een vierkante meter geeft, de mens als CO2-uitstotende, biodiversiteit vernietigende machine kan maar beter beperkt worden tot het maken van slechts één kind. Dat grotere gezinnen van belang zijn voor een gezonde sociale samenleving, is irrelevant. Als wie wel ouder wil worden meer ruimte krijgt om de wereld te voorzien van een gezonde populatie zodat klimaat en milieu er wel bij varen, door rigide eierstokken links te laten liggen, waarom zou je dat dan niet doen? Want door ruzie maken met broers en zussen leren kinderen wel de meerwaarde van andersdenkenden inzien en er collectief munt uit te slaan.
Zo kan een significant deel van de menselijke populatie mogelijk beter op het platteland blijven wonen, ter herinnering aan de wederzijdse afhankelijkheid van mens en milieu. Zodat je weet dat vandaag de dag insecten je nog steeds in de mond vliegen tijdens een Hollands fietsritje en je verwonderd wordt door een omvangrijke biodiversiteit tijdens het tuinieren.
Zou het gevoel van biodiversiteitsverlies iets te maken hebben met dat steeds meer mensen in de stad wonen en druk zijn? Niemand die meer stilstaat en beseft om hard te kunnen gaan, het juist nodig is om met regelmaat stil te staan. Altijd hardlopen maakt kwetsbaar voor leugens, omdat verifiëren dan uit is.
Welke voedingsbodem wil jij zijn?
Ing. Vicki Van Lommel, milieudeskundige op het gebied van duurzaamheid, klimaat, energie en circulaire economie
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten