Vandaag is het weer schuilen voor de oranjegekte.
Zogenaamd volksfeest nummer één, maar van mij hoeft het allemaal niet. Laat mij zelf maar bepalen wanneer ik een dagje vrij ben. Dat heb ik veel liever dan me verplicht tussen al die feestvierende landsgenoten te moeten begeven.
Ten eerste voel ik geen diepe genegenheid met onze Koningin. Ik was, ben, en blijf een overtuigd republikein. Niks heb ik, met het bepalen van het staatshoofd naar aanleiding van de erfopvolging. Dat lijken mij geen praktijken die passen bij een eenentwintigste-eeuwse democratie. Hoe je dat in Nederland regelt weet ik nog niet helemaal, maar de nationale zelffelicitatiedag van de Oranjes niet meevieren lijkt me een goede eerste stap.
Maar los van de traditie vind ik de dag zelf ook niet zo bijzonder. Ik zal u aan de hand van de dagindeling schetsen waarom niet.
We zeggen en schrijven tien uur 's ochtends. Zo'n Koninginnedag altijd met de oranje tompouce bij de koffie. Een hels karwei, want ik weet niet hoe u dat doet, maar ik krijg zo'n ding nooit opgegeten zonder er een ongelofelijke bende van te maken. Zelfs als ik de tompouce laag voor laag opeet eindig ik nog met slagroom in m'n oren. Nee, doe mij maar een bastognekoek. Maar ja, dat mag niet hè, op de dag van de monarchie-propaganda.
Na de tompouce uit m'n gezicht gewassen te hebben de stad in. Als je om je heen kijkt, zie je iedereen in dezelfde afgrijselijke oranje kleren rondlopen. De eerste persoon bij wie de kleur oranje goed staat, moet volgens mij nog geboren worden. En de eerste persoon bij wie een in de was verbleekt, veel te klein ooit-oranje-nu-goudbruin WK-shirt uit de jaren '80 goed staat, is zelfs niet met veel fantasie denkbaar.
Maar goed, daar lopen we dan. De rommelmarkt op. Daar zit heel Nederland gierig te zijn en probeert de oude prullaria van zolder voor een appel en een ei door te verkopen. Zelfs de kleintjes doen mee en verkopen de kinderboeken waarvoor ze net te oud zijn geworden. Niemand die ze koopt, uiteraard. Iedereen heeft immers diezelfde rotboekjes al jaren op het kleedje liggen, en waagt ook in 2012 een nieuwe - wanhopige - poging de Nijntjes, Dikkie Diks en Pinkeltjes kwijt te raken.
Rond drie uur 's middags ruimen de kinderen en hun ouders hun kleedjes weer op. Teleurgesteld, omdat ze maar één boekje zijn kwijtgeraakt (voor 50 cent, aan de buurvrouw.. die 'Kabouter David viert z'n verjaardag' kocht uit medelijden) verdelen ouders de rollen. Moeders gaan naar huis en kijken via de publieke omroep mee naar het best bekeken familieuitje van de Nederlandse televisie. Kinderen bedenken alvast wat voor snoep ze gaan kopen met de 50 cent die ze net zelf verdiend hebben. Wordt het drop of een spekkie? Dilemma!
Vaders voegen zich bij de jeugd, die zopas is ontwaakt. Ze zijn zo laat wakker omdat ze net een brute 'Koninginnenacht' achter de rug hebben. Zo'n Koninginnenacht heeft eigenlijk weinig met de koningin te maken, maar des te meer met Koning Bier. Jongelui hebben de hele nacht in lelijke oranje jurkjes en shirts staan zuipen, feesten en al het andere wat de jeugd doet als er gezopen en gefeest wordt. Net wakker met een fikse kater spoeden zij zich opnieuw naar de tap, om samen met de ongelukkig getrouwde mannen een paar pintjes weg te tikken.
Straalbezopen keren ook de mannen en de jeugd ver na etenstijd weer huiswaarts. De jeugd kruipt achter een pc om op Facebook te vertellen over hoeveel bier ze wel niet soldaat gemaakt hebben, de vaders kijken nog even het NOS Journaal. Daar horen ze dat dit jaar alles goed gelopen is met Koninginnedag, dat de koningin het een gezellige dag vond en dat er gelukkig geen Karst Tates was die met een Suzuki in Apeldoorn te keer ging. Na wat archiefbeelden over de verpeste Koninginnedag 2009, is het tijd om te slapen.
De dag daarop is Nederland weer
back to normal. De onzin is goddank weer voorbij, iedereen weer aan het werk. 1 mei, de '
Dag van de arbeid.' Hoe iconisch.