Kamerleden Öztürk (DENK) en Van Haga leveren wanprestatie van €160.000,- en dienen nietszeggende Motie in

Het gaat steeds minder goed met Nederlandse winkeliers. Eerder schreef ik op DDS over de brief van brancheorganisatie INretail aan de Tweede Kamer en een paar dagen later dienen DENK en Van Haga een motie in over dit onderwerp. Maar wat maken de heren het zichzelf makkelijk met hun Motie. Zo dragen de Kamerleden geen concrete ideeën aan en zijn de formuleringen vaag.

De Kamerleden Öztürk en Van Hage constateren in hun Motie wel een probleem -al is de probleemomschrijving vaag en is de brief van INretail niet of nauwelijks tot inspiratie geweest, zo lijkt het. We kunnen in die zin eigenlijk gewoon spreken van een €160.000 per jaar kostende wanprestatie van twee Kamerleden. Voor zo'n flink salaris verwacht je fatsoenlijke Moties met inhoud, maar het was bijzonder karig.

Lees maar eens mee wat Van Haga en Öztürk bepleiten:

Dit is dus hoe Kamerleden vaker opereren. Ze zien een bericht in de pers en denken daarop in te kunnen spelen. Vervolgens blijkt dat ze eigenlijk helemaal geen tijd hebben om 127 rapporten van 60 pagina's te lezen of onderzoek te doen. En als je niet weet wat er in de rapporten staat kun je niet meepraten. Debatteren op visie is namelijk not done in Den Haag. Alleen het 'technocratische debat' telt.

Dat is ook de reden waarom Kamerleden méér personele ondersteuning vragen, iets dat gek genoeg door sommige partijen op de hak wordt genomen. Nu wordt echter weer een motie geproduceerd zonder betekenis. Want wat betekent "te bezien hoe"? Betekent dit dat de regering een formeel onderzoek moet laten uitvoeren? Of bedoelen Van Haga en DENK zoiets als 'gesprekken voeren met winkeliers en Gemeenten'? Tja, geen idee.

Ondertussen wachten de winkeliers.