Samen met gemeenten wil de minister bijvoorbeeld kijken of voor iedere nieuwkomer een persoonlijk integratieplan kan worden opgesteld, met daarin zaken als taalniveau, gezondheid en opleiding. Op basis daarvan kunnen gemeenten de nieuwkomers sneller begeleiden naar een baan. Met zo'n persoonlijk plan kunnen gemeenten ook hun vorderingen beter bijhouden.
Koolmees benadrukt dat Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond twee tot drie keer zo vaak werkloos zijn als andere Nederlanders. Ze zijn oververtegenwoordigd in de bijstand en hebben een lager inkomen. De minister wil hun arbeidsmarktpositie verbeteren, ook omdat hij betaald werk ziet als een belangrijk middel om de Nederlandse taal te leren en mee te doen in de samenleving.