De man die werd besmeurd met taarten en daarna vermoord is géén straatnaam waard, zo betoogt een klagende babyboomer, Tony van der Meulen, in het Brabants Dagblad. Pim Fortuyn -vermoord na een nationale haatcampagne- zou een straatnaam onwaardig zijn en daar voegt Van der Meulen venijnig aan toe "ik zou er niet willen wonen".
Tony van der Meulen, de deugende Sovjetstukkies-tikkert van het @brabantsdagblad danst met deze column, een ongelooflijk smerig deugdansje op het graf van de in 2002 door links vermoorde politicus Pim Fortuyn.
Je zou als krant deze meurende diarree maar geplaatst hebben pic.twitter.com/MaIHqceIkE
— Willem Bakker ® (@radiobakker) July 20, 2019
De eerste reden waarom Van der Meulen niet aan de Pim Fortuynstraat wil wonen is simpel: "dan word je er steeds aan herinnerd" en daar zit hij niet op te wachten. Volgens Van der Meulen is er slechts één manier gepast om een politicus "die zoveel verdeeldheid veroorzaakte" te eren: middels leegstand. Gezien de wijze waarop Van der Meulen redeneert zou het niet verbazen als hij vindt dat 'Fortuyn zijn dood aan zichzelf te wijten heeft'.
En je ziet het ook gewoon aan Van der Meulen - die linksheid. Te weinig spiermassa voor een man, een lange slanke (vrouwelijke) hals en een blik in z'n ogen als een PTT-kantoorklerk uit de jaren '80. Waarschijnlijk loopt Van der Meulen zijn vrouw achterna en zit hij onder de duim, zowel fysiek als mentaal. Enkel zo'n situatieschets verklaart waarom de gepensioneerde zoveel onzin spuit over Fortuyn, die hij in verband brengt met 'opruiing' en 'xenofobie'.
Zorgen om een eventuele Tony van der Meulenstraat zijn er gelukkig vooralsnog niet. Niet alleen presteerde de man niets noemenswaardigs, maar voldoet hij ook nog niet aan de norm die hijzelf stelt in het artikel voor het vernoemen van straten naar personen: "de vuistregel is: vijftig jaar overleden".