De opkomst van de Islamitische Staat (voorheen ISIS/ISIL) wordt in het Westen algemeen gezien als een gebeurtenis die min of meer uit de lucht kwam vallen. De Amerikaanse president Obama heeft bijvoorbeeld bij herhaling gezegd dat het drama rond de extremistische beweging niet voorzien was door de inlichtingendiensten van de VS. De vraag is of dit waar is. Deense diplomaten die in Syrie zijn gestationeerd, verzekerden ons dat de CIA de Amerikaanse regering bij herhaling heeft gewaarschuwd voor het gevaar dat IS inhield. Het lijkt er dus sterk op dat Obama zelf het gevaar van IS onderschatte en de waarschuwingen van de CIA in de wind sloeg.
Von Oppenheims strategie
De Jihad die de Islamitische Staat nu uitvoert kwam echter in het geheel niet als een verrassing maar is mede het gevolg van een strategie die al meer dan honderd twintig jaar bestaat en die door een Duitse diplomaat van Joodse komaf werd bedacht. Die diplomaat was Max von Oppenheim de zoon van een Joodse bankiersfamilie die in 1860 in Keulen werd geboren. De familie van Von Oppenheim bekeerde zich na zijn geboorte tot het Katholicisme.
Von Oppenheim studeerde rechten en later Arabisch in Egypte. In de jaren tachtig en negentig van de negentiende eeuw reisde hij door het Midden-Oosten en bezocht onder andere Syrië, Irak (Mesopotanië in die tijd), de Perzische Golf, Marokko en Egypte. Na zijn terugkeer naar Duitsland publiceerde hij zijn observaties in een tweedelig boek. In 1896 werd Von Oppenheim benoemd tot attaché op de Duitse ambassade in Cairo in Egypte.
Gedurende zijn stationering daar schreef von Oppenheim 467 rapporten over het Midden-Oosten die in toenemende mate de Duitse politiek in het gebied gingen bepalen. In 1898 schreef hij een lang rapport over de opkomst van de pan-Islamitische beweging en werd daarna een belangrijke adviseur van de Duitse keizer Wilhelm. Aan de vooravond van het bezoek van Keizer Wilhelm aan het Midden-Oosten in 1989 adviseerde von Oppenheim om het opkomende Islamisme te steunen. Dit zou volgens von Oppenheim de Duitse interesses in het gebied ten goede komen. De Duitsers hadden geen kolonies in het Midden-Oosten en de moslims in het gebied wilden een eind brengen aan de overheersing van de Christelijke grootmachten, d.w.z. Groot Brittannië, Frankrijk en Rusland van gebieden waar een moslim meerderheid woonde. Dit was de gemeenschappelijke interesse, de moslims waren alleen niet in staat om een einde te brengen aan de buitenlandse overheersing en de Duitsers hadden de moslims nodig om hun invloed in het Midden-Oosten uit te breiden ten koste van de Fransen en Britten.
Von Oppenheim schreef aan de keizer dat de moslims in de zevende eeuw een overkoepelende staat (Kalifaat) hadden opgericht in het Midden-Oosten en dat die staat eeuwen had bestaan. Volgens de Duitse diplomaat waren de Ottomaanse Turken erin geslaagd om deze staat nieuw leven in te blazen en om de moslims loyaal te maken aan de sultan-kalief. De moslims waren volgens hem in toenemende mate de Ottomaanse leider gaan zien als de beschermheer van Islam en de Islamitische heilige plaatsen. Von Oppenheim kwam tot de conclusie dat wanneer de sultan op zou roepen tot Jihad dat dan drie honderd miljoen moslims in opstand zouden komen om een einde te maken aan de Frans-Engelse controle over delen van het Midden-Oosten. Zijn missie was om zoals hij het zelf omschreef: Moslim fanatisme te ontketenen dat zou grenzen aan waanzin.
Von Oppenheims plan leidde uiteindelijk tot een pact tussen Duitsland en het Ottomaanse rijk. Het concept van een massieve jihad die zou hebben moeten leiden tot een Duits-Turkse overwinning op de geallieerden in de Eerste Wereld Oorlog, faalde echter compleet. Dit was vooral te wijten aan fundamentele fouten in de analyses van Von Oppenheim. Zo ging hij bijvoorbeeld compleet voorbij aan de onderlinge verdeeldheid in de moslim wereld en het feit dat de Arabieren het gezag van de Turkse Kalief niet of slechts gedeeltelijk aanvaardden.
Waar Von Oppenheim echter wel in slaagde was om met een groep Duitse Midden-Oosten experts allerlei Islamistische groepen op te richten die de jihad in diverse moslim landen moesten uitvoeren. In november 1914 stuurde hij een plan van 136 paginas getiteld: De revolutionalisering van de islamitische gebieden van onze vijanden naar de keizer. Het plan werd snel goedgekeurd en van de noodzakelijke fondsen voorzien. Von Oppenheims terroristische groepen begonnen ook zelfmoordaanslagen te gebruiken. Dit gebeurde bijvoorbeeld in India waar een groep van 25 Jihadis aanslagen op Britse doelen begon uit te voeren.
Duitse experts
De Duitse groep experts erkende dat het risico bestond dat de jihad op langere termijn uit de hand zou lopen en zou kunnen uitmonden in een offensief tegen het Westen. De ontwikkelingen na de nederlaag van Duitsland en Turkije in de Eerste Wereld Oorlog en de Brits-Franse overheersing over het Midden-Oosten die resulteerde in het Sykes Picot akkoord, zouden later bewijzen dat de Duitse experts dit goed hadden gezien. Onder dat akkoord werd het Midden-Oosten opgedeeld in nieuwe staten waarvan de grenzen door de Fransen en Britten waren vastgesteld. Deze grenzen hielden geen rekening met de tribale wereld die het Midden-Oosten altijd is geweest en met de verdeeldheid tussen Soeni- en Sjiietische moslims.
De diverse dictaturen in het gebied voorkwamen dat deze staten al eerder uiteen vielen en bleken goeddeels in staat het sektarische geweld te beteugelen dat we nu zien in grote delen van het Midden-Oosten. De val van dictators zoals Saddam Hussein, Hosni Mubarak en Khaddafi; de opstand tegen Assad in Syrië, en de vermindering van de Amerikaanse invloed in het Midden-Oosten, speelde de Islamisten in de kaart en bood eindelijk de mogelijkheid om een nieuwe orde in te voeren die gebaseerd zou zijn op hun interpretatie van Islam. Het is hierom dat ISIS direct na het uitroepen van een Islamitische Staat in Irak en Syrie triomfantelijk bekendmaakte dat dit het definitieve einde betekende van het Sykes Picot tijdperk.
Hitler en Husseini
Na de mislukken van het Jihad plan van Von Oppenheim in de Eerste Wereldoorlog volgde een twee poging onder Hitler die een verbond sloot met Amin Haj al-Husseini. Husseini had aanvankelijk pan-Arabische ambities en werd later de leider van de Palestijnse Arabieren. Husseini en Hitler hadden hun haat tegen de Joden gemeen en hadden gemeenschappelijke interesses. Hitler zocht een Arabische leider die zijn agenda van wereldoverheersing kon bevorderen in het Midden-Oosten. Husseini op zijn beurt zocht een Westerse bondgenoot die het ontstaan van een Joodse staat in Palestina zou kunnen voorkomen en die een einde zou maken aan de Westerse overheersing van moslimlanden.
Ook is bekend dat Husseini er in 1944 voor zorgde dat 5000 Joodse kinderen niet werden uitgeruild tegen geallieerde krijgsgevangenen. Deze kinderen werden vervolgens vermoord in de vernietigingskampen. Husseini had tijdens WO2 zijn hoofdkwartier in Berlijn en kreeg van de Nazis fondsen om allerlei Islamistische projecten in Europa en daarbuiten op te zetten.De collaboratie van Husseini met de Nazis is algemeen bekend en ging veel verder dan het voorkomen van een Joodse staat in het Midden-Oosten. Hitler nam bijvoorbeeld het besluit tot de zogenaamde Entlosung, de systematische uitroeiing van de Europse Joden, enkele uren na een ontmoeting met al-Husseini. Tijdens die ontmoeting oefende Husseini druk uit op Hitler om het Joodse probleem voor eens en altijd op te lossen.
Na de Tweede Oorlog werd Husseini om politieke redenen niet vervolgd voor oorlogsmisdaden door de geallieerden. Hierdoor was hij in staat om de Jihad tegen de Zionisten en later Israël te blijven leiden en kon hij de Islamistische beweging levend houden. In mei 1946 liet Frankrijk hem na intensieve lobby door de Moslim Broederschap en haar leider Hassan al-Banna terug keren naar Cairo. Daar richtte Husseini een nieuw leger op dat werd geleid door een andere Nazi collaborateur, al-Qawuqii. Het leger kreeg de naam al-Jihad al-Muqaddas. Dit leger trainde in een kamp nabij de Libische grens en werd later ingezet in de strijd tegen de Zionisten.
Nadat al-Husseinis leger werd verslagen in de oorlog in 1948 verenigden de Islamisten zich onder zijn leiding in Islamitische Wereld Congres waar hij samenwerkte met bijvoorbeeld Sayyid Qutb de ideoloog van de Moslim Broederschap en de Iraanse islamistische geestelijk leider Abd al-Qasim al-Kashani. Een van de meest prominente leerlingen van Kashani was Khomeini die in 1979 de Islamitische revolutie begon in Iran.
In 1949 verplaatste Husseini het hoofdkwartier van het Islamitische Wereld Congres (IWC) naar Karachi waar hij Inamullah Khan benoemde tot secretaris generaal van het congres. Khan stond bekend om zijn Jodenhaat maar kreeg desondanks in 1988 de Templeton prijs voor religieuze progressie voor zijn werk in het Congres. Deze prijs werd eerder toegekend aan moeder Theresa en Alexander Solzenitzin. De Syrische Islamist Maruf al-Dawalibi, die ook had gecollaboreerd met de Nazis, werd Husseinis opvolger als leider van de groep Islamisten verenigd in het IWC. In 1984 verklaarde hij tijdens een VN seminarium dat Hitler de Joden terecht had willen uitroeien vanwege hun opvatting dat zij Gods uitverkoren volk waren. Tijdens de zelfde toespraak herhaalde hij de klassieke antisemitische libel dat de Talmoed Joden voorschrijft om een keer per jaar (voor Pesach) bloed te drinken van niet Joden.
Jihad in Europa
Mohammed Said Ramadan die de schoonzoon was van Moslim Broederschap leider Hasan al-Banna, werd door Husseini belast met het verspreiden van het Islamistische gedachtegoed in Europa. In 1958 vluchtte Ramadan naar Geneve toen in Syrië en Egypte de repressie tegen de Moslim Broederschap toenam. In 1959 schreef hij een dissertatie over de Islamitische wet Sharia voor de universiteit van Keulen. In die dissertatie riep hij de moslims op om te vechten tegen de seculiere maatschappij in de Europese landen.
Met geld dat afkomstig was van al-Husseinis door de Nazis beschikbaar gestelde fondsen en later met de financiële hulp van Saoedi Arabie, begon een proces waarbij lokale moslimgemeenschappen onder de invloedsfeer van het IWC en de Moslim Broederschap werden gebracht. Rond het jaar 2000 hingen vele moslimgemeenschappen in Europa de Islamistische ideologie van de Moslim Broederschap aan en werden geleid door leden van de Broederschap.
Na Ramadans dood werd Himmat de leider van het belangrijkse centrum voor Islamisme in Europa in de Duitse stad München. Samen met de Syrische Islamist Yusuf Mustafa Nada Ibada bouwde hij het wereldwijde financiële netwerk voor de Moslim Broederschap. In 1988 richtten zij de al-Taqwa bank op die betrokken was bij de financiering van de Al Qaida aanval op de Verenigde Staten op 11 september 2011. De voornaamste architect van deze Al Qaida aanval was Aiman al-Zawahiri de kleinzoon van Abd al-Wahhab Azzam die door Hadj Amin al-Husseini werd gezien als zijn voornaamste geestelijk leider. Al-Wahhab was de broer van Abd al-Rahman Azzam de eerste secretaris generaal van de Arabische Liga die tijdens WO2 als geheim agent voor de Nazis werkte onder al-Husseini.
Van Hassan el-Banna tot ISIS
De Egyptenaar Al Zawahiri die eerder als leider van de groep Tanzim al-Jihad verantwoordelijk was voor de moord op president Anwar Sadat kort na de ondertekening van het vredesakkoord met Israel, was sterk beïnvloed door Sayyid Qutb, de ideoloog van de Moslim Broederschap. Hij schreef over Qutb dat hij degene was die de Islamistische revolutie begon tegen de vijanden van Islam in het Midden-Oosten en daarbuiten. Deze bloedige revolutie duurt voort tot op de dag van vandaag,schreef Al Zawahiri. Hij onderschreef volledig Qutbs opvatting dat het oprichten van het koninkrijk van Allah op deze aarde niet tot stand kan komen door gebed en preken. Daarvoor was nodig dat degenen die Allahs autoriteit niet erkenden zouden worden gedood. Volgens Qutb en al-Zawahiri is het doden van mensen in Islam toegestaan in de Jihad voor Allah.Al Zawahiri, die nu de leider is van Al Qaida, legde ook de belangrijkheid uit van de mobilisatie voor de Jihad tegen de externe vijanden van Islam. Deze vijanden waren sinds het einde van de Brits Franse overheersing in het Midden-Oosten vervangen door de Verenigde Staten en Israel.
Deze jihad was niet zoals de Sufi versie van Islam zegt, een spirituele strijd van de moslim maar het ultieme gevecht tussen Islam en de ongelovigen en hun maatschappij. Dit is het thema dat alle Islamistische groepen verbindt en dat door Al Qaida, Hamas, Hezbollah, ISIS en vele andere Islamistische bewegingen in de praktijk wordt gebracht. De Jihad tegen de Joden is in deze opvatting een primaire religieuze plicht en er is geen verschil tussen de denkbeelden van Khomeini, Khamenei, Al Qutb ,Bin Laden, Al Zawahiri, al-Husseini, al Baghdadi, de huidige Broederschap ideoloog Yusuf al-Qaradawi en Hamas leiders op dit onderwerp. Allen hebben in het openbaar gezegd dat de Joden de wereld controleren; de vijanden zijn van Allah en en moeten worden verdreven van moslimland ( Palestina in de eerste plaats). Ook verklaarden zij dat de Jihad moet worden voortgezet totdat Islam de wereld regeert.
De ideologie van de Islamitische Staat is dus niet nieuw en is geworteld in het gedachtegoed van Islamisten die eerder, niet toevallig, collaboreerden met de Nazis. De overeenkomsten tussen de methodes van IS en die van de Nazis zijn treffend evenals de ideologie die ten grondslag ligt aan die methodes. De übermensch van ISIS is een moslim die zich los heeft gemaakt van de staat van barbaarse nalatigheid (Jahaliyah) die volgens hen ook in Arabische landen heerst en die typerend is voor het Westen. Jahaliyah bestond voor de komst van Mohammed en het doel van de Islamisten is om de Umma, de Islamitische wereldgemeenschap, terug te brengen naar de begindagen van Islam en het pad van de oprechte Kaliefs die het Islamitische imperium leidden in die tijd.
Broederschap oprichter Hassan al-Banna, die een bewonderaar was van Hitler en Mussolini, had het model van de SS voor ogen toen hij zogenaamde shock bataljons oprichtte. Deze bataljons beoogden wat ISIS nu doet in Irak en Syrië. Een variatie op al-Bannas motto is nu te zien op de zwarte ISIS vlaggen: Allah is ons doel, de Koran is onze grondwet, de Profeet onze leider; strijd is onze weg en de dood voor Allah is onze hoogste aspiratie.