Op een klamme julidag trok ik de stoute schoenen aan om mezelf te laten bijpraten op het Binnenhof. De bevindingen die volgden zijn niet mals, dus zet u schrap.
‘Veiligheid’ zal politiek hoofdthema worden: denk aan de oorlogen die nu woeden rond Europa en de instabiliteit veroorzaakt door de massa-immigratie. Dit betekent flink investeren in veiligheid. Echter die investering zal ten koste gaan of moeten gaan van zorg en uitkeringen, wat nu twee derde van de staatsuitgaven behelst. Dit zal een bitter, jarenlang getouwtrek opleveren. Bovendien vergrijst onze maatschappij: ‘de oudjes’ zullen zich op dit punt bij de stembus laten voelen.
Iedereen weet dat er met de migratie ook mensen met foute bedoelingen meekwamen – lees: terroristen. Maar terwijl dit speelt worden tegelijk discussies aangezwengeld over ‘racial profiling’. Dit veiligheidsbeleid zal dus niet alleen opgaan voor de betreffende doelgroep: het is een net dat over iedereen wordt uitgeworpen en uiteindelijk burgerlijke vrijheden beknot.
Nu zijn er ook lichtpuntjes zoals gematigde moslims die zich uitspreken tegen jihadisme en vóór integratie – maar dit zijn doorgaans lieden die door seculiere Westerse NGO's op het schild worden gehesen en binnen hun eigen gelederen weinig tractie krijgen. Ondertussen gaat het demografisch verder met Mohammed als meest voorkomende jongensnaam, de invoer van het suikerfeest op scholen in grote steden en nu de aankondiging van een islamitisch centrum van 8000 vierkante meter in Arnhem.
Ik voorzie een deeply divided society, met rijke blanke gezinnen in gated communities: zij hebben niks tegen het multiculturalisme en zij vinden Wilders te radicaal. Zelf leven ze echter geheel langs het multiculturalisme op. Dan volgen de grootstedelijke centra vol kosmopolieten, jonge progressieve vrouwen, studenten en hipsters, zoals ik ook in Avondland en Identiteit (Aspekt 2015) uitvoeriger beschreef. Vervolgens de islam-enclaves en tenslotte de lokale dorpjes waar men patriottisch en/of realistisch denkt. Hier blijft de ‘Nederlandse identiteit’ het sterkst behouden. Qua invloed op beleid, opiniemakerij ofwel ‘bovenbouw’ blijft deze groep echter marginaal.
Zuid-Afrika was vijftig jaar geleden een land met een Europese standaard qua welvaart en veiligheid. Vandaag is het gangland waar etnische Europeanen vogelvrij zijn zodra ze buiten hun eigen gemeenschap komen. Kan zo'n versnippering ooit in Europa ontstaan? Wel, we hebben al vele wake up calls gehad: van Pim Fortuyn tot de recente bommen in Brussel. Maar er is geen impuls van georganiseerd verzet te bekennen noch een herbronning in de vorm van een hernieuwd civil society ideaal.
Politieke partijen verliezen leden: de leden die overblijven zijn vaker bezig met bestuurscarrières c.q. ‘de schoorsteen laten roken’ dan met civic engagement vanuit een ideologie. De politieke versplintering plus de opmars van spindoctors en persvoorlichters maakt dat de touwtjes worden aangetrokken wat de spreekvrijheid van Kamerleden betreft. Inhoudelijke discussies over levensbeschouwing vinden plaats steeds verder weg van waar de macht feitelijk berust. “Zonder last of ruggespraak” is nu écht een farce.
De PVV heeft überhaupt geen leden – echter ook deze partij maakt weinig aanstalten om iets te organiseren qua denktank of opinieplatform. Zo schiet men zichzelf in de voet want de progressieve opiniehegemonie – lees: censuur op sociale media – gaat slechts toenemen nu Merkel en Timmermans dit op de agenda van Zuckerberg hebben zetten. Zo kan de PVV weliswaar onvrede kanaliseren maar niet het maatschappelijk middenveld naar de eigen hand zetten.
De politieke macht verplaatst zich naar: [1] Europa (zie de overkoepelende uitdagingen als handelsverdragen, monetaire politiek, migratiestromen en militaire krachtsverhoudingen) en [2] het lokale niveau. Het Rijk kan het allemaal niet meer bolwerken en brengt veel sociale taken terug naar de gemeente en de participerende burger. Niettemin blijft Den Haag ‘het verhaal bepalen’ – de beeldvorming – omdat ons hele mediastelsel zo in elkaar zit, met vaste talkshows en vaste belangen. De taartpunten zijn verdeeld en de opiniehegemonie zit niet te wachten op nieuwe spelers aan tafel: hooguit verstevigen zij de eigen progressief-postmoderne ideologie.
Wil de patriottisch-realistische coalitie écht macht uitoefenen (en dus niet alleen qua framing), dan zijn twee dingen nodig. [1] Zeer hechte samenwerking tussen deze stromingen op Europese schaal. Het is duidelijk dat de natiestaten ieder op zich de bovengenoemde uitdagingen niet aankunnen: juist dít is een uitgelezen kans om mee te liften op het ontketende patriottisme in Oost-Europa en een ‘mars door de instituties’ te voeren. [2] Het bouwen van een eigen zuil, met eigen onderwijs, media en ondernemerschap. Mensen spreken hun realistische gevoelens nu niet openlijk uit omdat ze bang zijn geen baan/klanten/vriendin te vinden. En dus moeten deze zaken binnen een eigen zuil georganiseerd worden: wie de demografie heeft, heeft de toekomst.
Om deze twee punten te kunnen uitvoeren moet een nieuwe voorhoede intellectueel worden klaargestoomd. Door de politieke versplintering houden partijen elkaar echter in een ‘greep van de angst’. Van het klaarstomen van zo’n voorhoede komt weinig terecht omdat de gevestigde hiërarchieën binnen partijen dit als bedreigend zien.
In liberale partijen worden de bestuurders vooral vanuit de ‘upperclass’ gerekruteerd: mensen met een lobby- of consultancy achtergrond. Hoewel velen van hen het precies zo zien als de realisten liggen hun prioriteiten toch anders. Wie zijn zaakjes niet goed voor elkaar heeft wordt niet gevraagd als Kamerlid, en wie zijn zaakjes goed voor elkaar heeft komt in de eigen leefwereld niet in aanraking met het verval. Kamerleden die er tóch over willen praten krijgen vanuit hun fractie de duimschroeven aangedraaid – het is immers “het begin van campagnetijd” en dingen moeten wel binnen het vooropgestelde frame passen.
Dan is er nog VNL maar ook zij kunnen de media hegemonie niet doorbreken.
Onderaan de streep zullen, door de vergrijzing en alle veiligheidsproblemen, de vaste lasten verder stijgen. Onder het mom “sterkste schouders, zwaarste lasten” zal de Europese man netto het meeste moeten bekostigen. Ook onder de geopolitieke chantage (Turkije) en de morele chantage (Zwarte Piet) gaan mensen de rekening opmaken. Zoals de Hugenoten uit Frankrijk vertrokken en hun kennis meebrachten naar hier, zo zal men vandaag van West-Europa naar het Oosten trekken om de groeiende sociale chaos te ontvluchten.