Op 22 mei vinden in ons land de Europese Verkiezingen plaats, dat wil zeggen, de verkiezing van Nederlandse Europarlementariërs.
Zij heten 'volksvertegenwoordigers' te zijn, representanten van het Nederlandse volk in 'Europa'. En ja, het is natuurlijk belangrijk om te gaan stemmen op 22 mei: het is de laatste kans voor de Nederlandse kiezer om het proces van sluipende soevereiniteitsoverdracht aan Brussel te stoppen en waar mogelijk terug te draaien.
Maar een parlement, een volksvertegenwoordiging, veronderstelt een volk. Maar er is geen Europees volk, hoe kan er dan sprake zijn van een Europees parlement? Het is waar dat het EP na 'Lissabon' meer invloed heeft gekregen, maar op het wezenlijke terrein van economische- en monetaire zaken heeft het niets in te brengen. Ja, het kan de hele Europese Commissie naar huis sturen, maar dat is meer een theoretische, dan een praktische bevoegdheid. En tot slot is er geen sprake van een Europese regering, een Europese Staat en een echte Europese machtenscheiding. Het EP zit er dus eigenlijk voor spek en bonen.
Volgens sommigen zal die Europese staat er ook niet komen, want 'de hoogtijdagen van het integratie-federalisme' zijn volgens diegenen voorbij. Dat valt nog maar te bezien. Wie bijvoorbeeld Eurocommissaris Reding hoort spreken, hoort iets heel anders. Mevrouw Reding zei vorige maand in
Cambridge letterlijk:
'In my personal view, the eurozone should become the United States of Europe'. Opvallend dat ze alleen over de eurozone sprak en niet over de EU als geheel. Klaarblijkelijk durfde ze het niet aan om haar gastheren te zeer voor het hoofd te stoten. Maar de richting waarin wordt gedacht is helder.
Waar dit soort ongekozen bureaucraten steevast aan voorbijgaan is aan de vraag wat de volken van de EU zelf willen. Willen die wel een gecentraliseerd bestuur vanuit Brussel en Straatsburg? Voelen zij zich wel vertegenwoordigd door het EP? De geluiden die steeds vaker en steeds luider klinken over europarlementariërs zijn: 'het zijn 'zakkenvullers', die het volk niet vertegenwoordigen maar slechts zichzelf'. En daar wordt dan vaak nog aan toegevoegd: 'en over de rug van de hardwerkende belastingbetaler'. Het EP mist de band met de burger, deze voelt zich niet vertegenwoordigd, zoveel is duidelijk. Sterker, die burger is 'Brussel' zat. Daarmee voldoet het parlement niet aan de belangrijkste vereiste van haar bestaansrecht: het is een van de burger 'verweesd' parlement.
Het democratisch tekort van 'Brussel' komt ook op een andere manier naar voren. Men is als de dood voor referenda over de vraag 'in of uit' de EU, zoals de Britse premier Cameron wil. Ik hoor daar bijvoorbeeld de 'referendum-partij' D'66 ook nooit meer over. Waarom niet? Mag het 'klootjesvolk' alleen hun stem laten horen als de uitslag D'66 welgevallig is? Waarom vindt D'66 de burger 'te dom' om over de EU te oordelen, maar niet over andere zaken? Waarom vindt D'66 het 'ongepast' dat de Nederlandse kiezer zich uitspreekt over het weggeven van onze soevereiniteit, ons parlementaire budgetrecht en ons geld? Zijn dat nu juist niet de belangrijkste burger aangelegenheden? Waarom maakt D'66 de burger bang dat 'het licht uitgaat in Europa'? (Brinkhorst). Alsof we vóór invoering van de euro geen internationale handel dreven. Alsof we vóór 'Lissabon' geen Interne Markt hadden. Sterker nog, de economische groei sinds de introductie van de euro heeft de inflatie niet eens bijgehouden. Met andere woorden: we zijn achteruit geboerd. Van de bij de introductie van de euro beloofde 'volledige werkgelegenheid' niets is terecht gekomen, integendeel, half 'Europa' is werkloos en aan de onderkant van de arbeidsmarkt is die werkloosheid structureel. Wat de euro wel heeft gebracht zijn sociaal totaal ontwrichte samenlevingen; liegende politici (Juncker) en verdragsschennis (no bail out clause, ESM). En tot overmaat van ramp een haar mandaat overtredende Europese Centrale Bank, die op geen enkele wijze haar onafhankelijke rol waarmaakt. Waarom horen we D'66 dáár nooit over?
Daarom probeert men ook zo lang mogelijk een Verdragswijziging uit te stellen, want dan ontkomt men er niet aan. Die vraag wordt nog eens versterkt door het gedrag van de Commissie. Het soevereine Zwitserland wordt gedreigd met sancties vanwege de uitkomst van een volksraadpleging die de Commissie onwelgevallig is; sommige EU-adviseurs verlaten voortijdig het overleg tussen de VS en de EU over het vrijhandelsverdrag TTIP omdat de democratie buiten spel wordt gezet; regeringsleiders van eurozone lidstaten (Griekenland, Italië) worden door de Commissie gedwongen hun biezen te pakken. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de toenemende politieke rol van de Europese Centrale Bank, die samen met de Commissie economische hervormingen wil afdwingen bij zwakke eurolanden. Is er iets gevraagd aan de bevolking van die landen?
Maar dit is nog niet alles. In een 'normaal' parlement dient er sprake te zijn van een debat. Niet alleen tussen de parlementsleden onderling en de regering die zij moet controleren, maar ook met de achterban. Nu is dat in de eigen taal vaak al moeilijk genoeg, laat staan in de 24 talen die het EP rijk is. En gelet op de expansiedrift van de Commissie worden het er vast nog meer. Dat dit niet zelden leidt tot de spreekwoordelijke Babylonische spraakverwarring moge duidelijk zijn.
Een volgend punt is de enorme regel- en bemoeizucht. Op papier wordt het subsidiariteitsbeginsel gehuldigd. Minister Timmermans is met een lijstje naar Brussel gereisd. Maar de realiteit is, dat de Commissie zich steeds meer en steeds nadrukkelijker bemoeit met het leven van burgers en bedrijven, terwijl die daar helemaal geen behoefte aan hebben. Van de hoeveelheid water die maximaal doorgespoeld mag worden bij een bezoek aan het toilet tot het maximaal toegestane aantal watt van de stofzuiger, van het geluid van de grasmaaier tot de lengte van condooms, alles wil de Commissie in wetgeving vastleggen. En het EP gaat ermee akkoord.
Om kort te gaan, dit EP ontbeert een staatsrechtelijke grondslag want er is geen Europees volk, de (Europese) burger voelt zich niet vertegenwoordigd en heeft geen idee wat zich in het EP allemaal afspeelt. Het EP is dus in feite overbodig. En het scheelt nog geld ook. Veel geld.
Deze column verscheen eerder, in iets gewijzigde vorm in De Volkskrant van 25 februari 2014.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.