Een van de belangrijkste inzichten van de afgelopen dertig jaar is dat de overheid niet alles kan en de samenleving veel minder 'maakbaar' (lelijk woord) is dan gedacht. Vooral links had een sterk 'maakbaarheidsgeloof' en vertrouwde op de overheid om zijn sociaal-economische doelstellingen te verwezenlijken. Rechts had dat veel minder. Daar bestond scepsis voor de toenemende overheidsinvloed en werd de zin van veel overheidingrijpen betwijfeld. Dat is nog steeds zo. De 'linkse zieligheidsindustrie' kan op weinig krediet leunen. Alles wat gesubsidieerd wordt, krijgt denigrerend commentaar.
Toch schijnt maar liefst
drieënzeventig procent van de Nederlanders 'het nieuwe integratiebeleid' van minister Donner te steunen. Wij vinden dat immigranten binnen drie jaar Nederlands moeten kunnen spreken. Zou iemand dat een haalbare kaart vinden? Denken wij echt dat kansarme immigranten uit Turkije of Marokko zo snel onze taal spreken? Natuurlijk niet. Wij vinden dat buitenlanders beter hun best moeten doen om in te burgeren (net zo te worden als wij), en dan is een stevige 'stok achter de deur' noodzakelijk. Wat er gebeurt als dat niet lukt, en de Turken en Marokkanen gewoon hun eigen gang blijven gaan, de praktijk van de afgelopen veertig jaar, wordt er niet bij gezegd. Maar de suggestie is dat zij dan moeten vertrekken, alsof de overheid in staat is die niet-inburgerde vreemdelingen via consequent ingrijpen uit te zetten. Ook dat is de laatste veertig jaar niet gelukt. Omdat het niet geprobeerd is, zegt rechts. Omdat het op juridische problemen stuit, zegt links. Omdat er over zulke gevoelige thema's geen nationale consensus bestaat, zeg ik, waarbij moet worden aangetekend dat zelfs als er wel zo'n consensus zou zijn het deksels moeilijk blijft om zulke vraagstukken als immigratie en integratie bevredigend via 'beleid' te reguleren.
Ik zal niet zeggen dat de overheid niet van alles op het gebied van immigratie en integratie moet proberen. De boel moet bij elkaar worden gehouden en daarvoor kunnen zelfs symbolische maatregelen (tijdelijk) soelaas bieden. Maar een geslaagde inburgering hangt voor alles af van de bereidheid van de nieuwkomers om er actief uit vrije wil aan mee te werken. Omdat velen daar een groot belang bij hebben, is dat niet eens een hopeloze zaak. Integendeel, sommige immigranten leren verbluffend snel Nederlands en zijn zo succesvol dat zij minder intelligente Nederlanders te slim af zijn en van hun plaats kunnen verdringen ('geslaagde' integratie schept zo zijn eigen problemen). Maar een flinke groep is niet zo succesvol en vindt een marginaal bestaan hier al best, omdat het beter is dan wat ze thuis gewend is. Daarbij heeft de effecftiviteit van overheidsingrijpen om sociaal-culturele vraagstukken op te lossen een grens. Niet zelden wordt het beleid na verloop van tijd contraproductief en vergroot de overheid zelf het probleem.
Rechts bekritiseert dat 'maakbaarheidsgeloof' in de overheid, maar alleen als het van links komt (wat voor rechts bij de overheid per definitie het geval lijkt te zijn). Ondertussen is de overheid al sinds 1982 bezig met bezuinigen, ombuigen, afslanken, op afstand gaan, maar de overheid is nog steeds groot en in toenemende bureaucratisch complex. Dat moet vooral rechts te denken geven, want veel van dat beleid is door rechts geïnitieerd. (Links heeft al dertig jaar geen zinnige ideen meer voortgebracht.) Tegelijk wil rechts nog steeds dat de overheid 'doorpakt' en 'stevig optreedt' bij vraagstukken die vaak met veiligheid, criminaliteit, immigratie en integratie te maken hebben. Je zou verwachten dat zulk beleid na verloop van tijd kritisch wordt bekeken en (bij gebrek aan succes) wordt omgebogen of afgeschaft, maar het tegendeel is waar. Volgens rechts wordt Nederland nog steeds onveiliger en is de massa-immigratie nog steeds niet beteugeld. Bij falende beleidsuitkomsten geven links en rechts elkaar als vanouds de schuld, net zoals allerlei overheidsdiensten de schuld op elkaar afschuiven. Dat schiet niet op.
Niet echt iets nieuws onder de zon dus. Maar wees dan sceptisch over 'het nieuwe integratiebeleid' dat nu weer wordt afgekondigd. Want nogmaals: geslaagde integratie is geen kwestie van beleid, maar voor het overgrote deel de uitkomst van de inspanningen van immigranten zelf. En een omslag in het immigratie- en integratiebeleid heeft alleen kans van slagen als links en rechts het daarover eens zijn. Aan die voorwaarde van nationale consensus is niet voldaan (de PVV is een nieuwe 'ordeverstoorder'), zelfs niet als drieënzeventig procent van de Nederlanders (die zichzelf helemaal oké en de maat der dingen vinden) achter de doelstellingen staat. Het is typisch rechts maakbaarheidsgeloof dat het denkt die weerspannige zevenentwintig procent ook wel over de streep te trekken, desnoods met 'keihard ingrijpen' en 'stevig doorpakken'. Zoals bij elk overheidsbeleid dat mensen wil sturen in een richting die zij zelf niet willen vrees ik dat dit averechts uitpakt. Het multiculti-ideaal heeft als beleidsexperiment gefaald, en er dreigt een vergelijkbaar beleidsfiasco voor het nostalgische nationale conformeringsideaal dan nu opgeld doet. Liberaal-conservatieven zouden met hun afkeer van utopieën beter moeten weten en moeten niet verbaasd doen als de praktijk straks weerbarstiger blijkt dan het kabinet-Rutte en minister Donner ons nu willen doen geloven. Jammer voor de lezers van de Dagelijkse Standaard. Leuker kan ik het voor u niet maken.