De favoriet voor het Franse presidentschap is een socialist met een mooie voornaam van eigen bodem en een voor ons Nederlanders geruststellende achternaam. François Hollande heeft het voorkomen van een brave burgerman, een echte bourgeois. Daarbij viel de vorige socialist in het Elysée, ook een François, uiteindelijk verschrikkelijk mee. Ik denk zelfs dat we François Mitterrand, na Charles de Gaulle, als de grootste president van de Vijfde Republiek moeten zien. In een democratie is het bovendien gezond als er af en toe een wisseling van de wacht plaatsvindt. Hoe erg is het dan als een socialist gaat winnen? Ik herinner me nog goed de euforie na de overwinning van Mitterrand in mei 1981. Eindelijk een overwinning voor links! Ik was kort erna in Parijs en de Franse hoofdstad verkeerde nog steeds in een staat van opwinding. Ook de aansluitende parlementsverkiezingen leverde een linkse zege op, waardoor er een echt Volksfront ging regeren met een communist op Verkeer. Het is nu niet meer goed terug te voelen hoe geweldig dat werd gevonden, ook bij ons in Nederland. Frankrijk was een land met een revolutionair aureool, vooral bij links. Aan de
rive gauche was Parijs nog steeds het Mekka voor marxistische intellectuelen, die zich toen al met structuralistische en cultuurrelativistische theorieën (Claude Lévi-Strauss, Michel Foucault) bezighielden, terwijl het postmoderne 'deconstructivisme' van Jacques Derrida nog toekomstmuziek was. Ook de beroemde communistische docent Louis Althusser had zijn vrouw nog niet in zijn bibliotheek vermoord. En dan was er natuurlijk de echo van '1968'. De Franse studentenrevolte was laat (provo en de Berlijnse studentenopstanden waren eerder), maar als er
barricades moeten worden gebouwd, zoals in het Quartier Latin in mei 1968, dan weten de Franse burgerzoontjes het beste hoe je auto´s op z'n kop zet en in brand moet steken. In die tijd had je nog geen opstandige moslimjongeren in de
banlieu, het feest vond toen nog echt plaats in de binnenstad. Heel de linkse jaren zeventig had links vergeefs geprobeerd te winnen. In 1974 had de arrogante aristocratische liberaal Valéry Giscard d'Estaing nog gewonnen. In 1981 droop hij verongelijkt af, na een televisietoespraak tot het Franse volk, dat hij voor de camera's de rug toekeerde, waarna de Marseillaise klonk met de Franse driekleur in beeld.
Ik ben dol op zulke bombast, en dol op Frankrijk. Halverwege de jaren zeventig liftte ik als middelbare scholier naar Parijs en dat ging helemaal niet. Bij Compiègne stonden we uren langs de weg. Soms deden die Fransen alsof ze ons wilden meenemen, om dan hard weg te stuiven. Tot er aan het eind van de dag een 2 CV stopte, met een communist aan het stuur, die ons meenam naar Montreuil, een voorstad van Parijs, en ons uitlegde dat Frankrijk net als Nederland een vreselijk kapitalistisch land was en dat we daarom niet door al die egoïsten werden meegenomen. Parijs was in die tijd nog erg Frans, ook in de lichtstad was het voor bezoekers moeilijk om een fatsoenlijke wc te vinden. Frankrijk was in de jaren zeventig ondanks de inhaalslag onder De Gaulle nog heel erg ouderwets, vooral het platteland, La France profonde, waar de hommes uit een diep stinkend gat bestond, met een deur die naar binnen klapte, en twee plekken om op je voeten te plassen en een licht dat het nooit deed. Heerlijke romantiek. Nog in de jaren tachtig was het mogelijk om in dit land goedkope hotelletjes te vinden en lekker te eten. Daarna is het land vooruitgegaan en veramerikaniseerd, maar in Duitsland eet je tegenwoordig beter, tegen een lagere prijs, met betere wijn. Maar dat is niet de schuld van de socialisten. Ik vrees dat je daarvoor bij de boeren moet zijn, die hun beste producten voor zichzelf houden of zulke dure kwaliteitswijnen exporteren dat alleen de mondaine elites die zich nog kunnen permitteren.
Mitterrand had daar, toen hij in 1981 eindelijk aan de macht kwam, na het sinds 1959 telkens vergeefs te hebben geprobeerd, eerst geen boodschap aan. De socialisten waren groter geworden dan de communisten, die onder Georges Marchais nog op de stalinistische lijn zaten en de vakbonden beheersten. Stelt u zich dat even voor. Twee jaar eerder was Margaret Thatcher in Engeland al aan de macht gekomen, Ronald Reagan was eind 1980 in het Witte Huis gekozen, en in 1981 moest links in Frankrijk nog gaan beginnen. Uiteraard ging de lonen omhoog, net als de overheidsuitgaven. Begin jaren tachtig had je nog geen euro, en werd er wat gemodderd met een Europees wisselkoersmechanisme dat door Giscard en de Duitse SPD-kanselier Helmut Schmidt in elkaar was geknutseld. Mitterrand, die altijd in de politiek had gezeten en van zakendoen niks wist, kondigde ook een verbod op kapitaaluitvoer af. Het leidde ertoe dat de Franse burgerij haar Franse francs met koffers vol massaal de grens over naar Zwitserland smokkelde. Dat kan nu niet meer, dankzij druk uit Europa bestaat het Zwitserse bankgeheim niet meer. Het socialistische experiment duurde twee jaar en liep op een voorspelbare mislukking uit. Toen kwam Jacques Delors, eerst als minister van Financiën, daarna als voorzitter van de Europese Commissie, en werd het socialisme in Frankrijk rigoreus een kopje kleiner gemaakt. Inclusief de Franse communistische partij, waar Mitterrand als voormalig conservatief katholiek ambtenaar in Vichy en voormalig verzetsman tijdens de Duitse bezetting wel raad mee wist. Mitterrand won in 1988 zijn herverkiezing, door de poujadist Jean-Marie Le Pen aan te moedigen het rechterkamp uiteen te spelen. Het Front National deed zijn sociale vaderlandse plicht en hielp mee met het linkse machtsbehoud.
Wie wil weten wat voor roofdier Mitterrand was, moet naar Chateau-Chinon, een stadje in de Morvan, waar hij burgemeester was en een museum staat over zijn eerste amtstermijn als president. Het staat vol met geschenken die hij van Afrikaanse staatshoofden kreeg, tot slagtanden van olifanten en opgezette tijgers aan toe. Mitterrand was een socialist, maar het was een koninklijk socialisme, waarbij de president als echte Fransman de hele wereld aan zijn bewind schatplichtig maakt. Onder Mitterrand vond ook een eerder reeds ingezette moderniseringsslag plaats, waarbij Frankrijk een geweldige infrastructuur kreeg, met snelle treinen en autowegen. Het land werd ook een stuk properder, de meeste wc´s zijn tegenwoordig van een Europese standaard. Onderschat ook nooit het vermogen van de Franse staat. Die is dirigistisch, maar eerder conservatief en technocratisch dan socialistisch. Dat verklaart waarom Frankrijk in 1983 na twee jaar tegendraads socialisme zo makkelijk de andere kant op kon. Frankrijk is rigide en dwars, maar kan op sommige momenten ook flexibel en overspelig zijn, op het verraderlijke af.
Het zegt dus nog niet zoveel als François Hollande president wordt. Is hij een socialist als Mitterrand, dan begint het waarschijnlijk rampzalig. Maar hij leert van zijn fouten, die altijd aan anderen te wijten zijn, en tijdens dat leerproces kan het alle kanten op, zelfs de kapitalistische. De Economische en Monetaire Unie is er gekomen naar aandringen van Mitterrand en superbureaucraat Delors, om het Duitse rentedictaat te breken. Want Frankrijk is een kapitalistisch land, en begrijpt de wetten van de internationale economie, zoals ik halverwege de jaren zeventig al leerde uit de mond van een communist tijdens mijn lift in een 2 CV. En het Franse socialisme is zéér Frans en zal de belangen van de Franse staat nooit verloochenen. Dat zullen wij in Europa nog gaan merken.