De Volkskrant brengt vandaag een interview met twee bestuurskundigen die stellen dat Nederland in toenemende mate segregeert. (Engelse versie van het onderzoek hier in pdf) Hoog- en laagopgeleiden vallen uiteen in twee klassen, die de samenleving splijten. Nederland wordt bestuurd door een hoogopgeleide elite die er kosmopolitisch wereldbeeld op nahoudt, dat geenszins aansluit bij de nationalistische opvattingen van laagopgeleiden.
Hoewel de onderzoekers, Mark Bovens en Anchrit Wille, de problemen van deze segregatie vooral verklaren vanuit een verschil in opleidingsniveau, denk ik dat een verschil in wereldbeeld minstens zo bepalend is. De kosmopolitische elite ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet, terwijl laagopgeleiden veeleer een bedreiging zien. Culturen en nationaliteiten zijn geen scheidslijnen meer, terwijl dit voor laagopgeleide mensen in de regel wel degelijk breuklijnen zijn.
Het gehekelde kosmopolitisme is echter geenszins een typisch linkse ziekte: ook een partij als de VVD maakt er zich voortdurend schuldig aan. Dit is voor de VVD alleen niet zo problematisch, omdat het zijn electoraat op die manier niet van zich vervreemdt. Echter, de nadruk op marktwerking en globalisering vervreemdt de intellectuele onderklasse evengoed als het linkse 'wereldburgerschap'. Marktwerking lijkt wellicht niet anti-nationalistisch, maar is dat wel. Economische en niet nationalistische factoren bepalen de aanschaf van een bepaald product. Nationalistische starheid wordt zelf als remmende factor gezien in het behalen van maximale comparatieve kostenvoordelen en bijbehorende concurrentiekracht.
Een complexe economische belangenafweging vervreemdt laagopgeleide mensen van de beslisser. Dat de Nederlandse stad niet consequent voor de aanschaf van Philips-producten kiest, kan economisch buitengewoon goed te verantwoorden zijn, maar is vanuit nationalistisch opzicht een stuk moeilijker uit te leggen.
Nu de intellectuele onderklasse zich in toenemende mate emancipeert middels partijen als de PVV en de SP, wordt de leegte bij de traditionele partijen op dit vlak steeds duidelijker. Veel van hen kunnen niet uitleggen waarom ze het land zo besturen als ze doen. Zij spreken de taal van de gewone man niet, niet in de laatste plaats omdat ze totaal anders denken.
De oplossing is een beproefd recept: terug naar de volkspartij. Vooral de linkse partijen hebben daar een taak, in het bijzonder de PvdA, die weer de Partij van de Arbeid moet worden. Het is hun electoraat dat zich ontheemd voelt. Het zijn hun mensen die naar populistische partijen zijn uitgezwermd. De hoogopgeleide bestuurselite moet, kortom, weer de belangen van het laagopgeleide electoraat behartigen.