Misschien is het tijd om deze wedstrijd niet meer 'de klassieker' te noemen.
Het kwaliteitsverschil tussen Ajax en Feyenoord is al enige tijd vrij groot. Jawel, Feyenoord had één goed seizoen de afgelopen jaren, maar over het algemeen geldt dat de twee niet eens bijna te vergelijken zijn. Feyenoord is niet meer dan een middenmoter, Ajax is ieder seizoen weer titelfavoriet. Met PSV, natuurlijk.
Vandaag werd dat beeld maar weer eens bevestigd. De Amsterdammers speelden de Rotterdammers vrij gemakkelijk he-le-maal zoek. Met een 3-0 eindstand mocht Feyenoord uiteindelijk blij zijn: de Rotterdamse club had werkelijk geen schijn van kans. Geen moment kreeg de kijker ook maar een beetje de indruk dat dit een spannende wedstrijd zou worden. En dat terwijl Ajax bepaald niet goed speelde:
Ondanks de ruime voorsprong was Ajax-coach Erik ten Hag duidelijk niet tevreden over het spel van zijn elftal. De trainer wisselde in de rust Lasse Schöne voor David Neres. Van Bronckhorst haalde spits Robin van Persie naar de kant en bracht verdediger Bart Nieuwkoop. Omdat Ajax ook in de tweede helft slordig en ongeconcentreerd bleef en Feyenoord niet bij machte was om echt gevaarlijk te worden, kabbelde de wedstrijd wat voort op een bedenkelijk niveau.
Verrassend? Neen. Ajax hoefde nou eenmaal niet beter te spelen. Waarom zou Ajax zich tot het uiterste inspannen als dat niet absoluut noodzakelijk is? Blijkbaar begrijpen ze daar bij De Telegraaf niets van, maar ik heb wel een heel simpele uitleg: Ajax speelt ook een grote rol van betekenis in de Champions League. Het team moet de krachten dus sparen waar dat kan.
En ja, dat kan tegenwoordig prima tegen Feyenoord. Want dat is, mwah, geen degradatiekandidaat, maar ook bepaald geen gevaarlijke tegenstander.