Vandaag was er een kleine overwinning van de Nederlandse rechtstaat. Het gerechtshof in Den Haag heeft vastgesteld dat de Nederlandse overheid niet via juridische middelen gedwongen kan worden om meer vluchtelingen op te nemen. Dit wilde de actiegroep 'We gaan ze halen' wel. Deze stichting was naar de rechter gestapt aangezien ze vonden dat Nederland niet tegemoet komt aan de verantwoordelijkheden en verplichtingen binnen de afspraken over het opnemen van vluchtelingen in Europa. De stichting wilde zelf vluchtelingen gaan halen en meenemen naar Nederland. Met honderden auto's zouden ze dan naar Griekenland en Italië gaan om honderden vluchtelingen mee te nemen. Wat ze even vergeten waren, is dat het dan natuurlijk neer zou komen op mensensmokkel. Dus zijn ze afgestapt van het idee en zijn ze het met andere middelen gaan doen, namelijk de rechter.
De rechter heeft uiteindelijk gezegd dat juridisch gezien hij en de institutie niet de bevoegdheid heeft om het beleid te gaan bepalen en de overheid te corrigeren. Via het juridisch middel zou het dus niet gaan lukken. Overigens vertelde de rechter wel dat hij de zaak 'begreep uit een humanitair standpunt'. Dat is een zinnetje dat echt net op het randje zit van de functie die de rechterlijke macht heeft.
Deze zaak had een nieuw tijdperk in kunnen luiden waarin jan-en-alleman rechtszaken hadden kunnen beginnen om inhoudelijk gezien beleid te gaan veranderen. Daar heb je natuurlijk de wetgevende macht voor, de politiek. Maar in het verleden kan via slimme omwentelingen beleid wel inhoudelijk aangepast worden. In 2015 heeft een rechter beslist dat de overheid zijn beleid moest
aanscherpen omtrent
klimaatverandering na een zaak die tegen de overheid werd aangespannen door duurzaamheidsorganisatie Urgenda. Je weet het dus maar nooit.