Onlangs opende MKB-voorman Van Straalen de aanval op het betalen van loontoeslagen op werk dat wordt verricht in de avonduren en in het weekend. De man heeft groot gelijk.
In sectoren waar de vakbonden traditioneel sterk zijn, gelden vaak hoge loontoeslagen. Zo bedraagt deze in de Grafische sector voor werk dat op zaterdag na 14.00 of op zondag wordt verricht 100%. Ook in andere sectoren en bij de overheid worden toeslagen betaald. Dat geldt ook voor de detailhandel.
Het betalen van toeslagen vormt een flinke financiële prikkel voor werkgevers om werkzaamheden zoveel mogelijk te plannen tijdens reguliere kantooruren; dat wil zeggen tussen 9.00 en 18.00. In traditionele gezinnen kon Pa dan even na zessen aanschuiven aan tafel en de aardappels met spruiten en een stukje vlees naar binnen werken. Diverse partijen roepen al heel lang dat dit beeld tot het verleden behoort en voeren actie tegen alles waar de geur van spruitjes omheen hangt. Heel consequent zijn ze daarbij niet.
Het vrijgeven van de openingstijden van winkels wordt door velen in ons land als een grote verworvenheid gezien. De voorschriften hiervoor uit het verleden vormden een onnodige betutteling van overheidswege. Mensen moeten vrij zijn om te beslissen wanneer ze hun winkel willen openen en wanneer ze willen gaan winkelen. Consequent doorredenerend geldt dan ook dat mensen vrij moeten zijn op welk tijdstip zij hun arbeid willen aanbieden. Daarbij behoren ze niet te worden afgeremd door allerlei betuttelende cao-bepalingen. Als alle dagen inwisselbaar zijn, dan moet het niet zo zijn dat je als je op de ene dag komt opdraven je meer betaald krijgt dan op de andere dag. Dat is te meer zuur voor de MKB-er waar de heer Van Straalen voor opkomt.
Door de liberalisering van winkeltijden ziet de gemiddelde winkelier zijn werkweek plotseling verlengd. Hij moet wel mee doen met de ruimere openingstijden als zijn concurrenten dat ook doen. Anders daalt zijn omzet. Zijn omzet neemt echter niet toe bij ruimere openingstijden, behalve wellicht in de grensstreek en enkele toeristische centra als de binnenstad van Amsterdam. De inkomsten per gewerkt uur nemen voor hem (of haar) dus af. Veel werknemers in Nederland zouden hiermee geen genoegen nemen: meer uren werken voor hetzelfde salaris. De inkomsten van de winkelier nemen echter nog verder af, doordat hij zijn werknemers juist meer moet betalen tijdens de extra openingsuren.
Vrije concurrentie, zullen sommigen roepen. Je kunt echter moeilijk spreken van een eerlijk speelveld tussen kleine bedrijven die worden gerund door één ondernemer en eventueel wat personeel enerzijds en concerns als V&D, HEMA en De Bijenkorf anderzijds waar al het personeel in loondienst is (inclusief het management). Waar het in Nederland verboden is om personeel langer dan 45 uur per week te laten weken, vinden we dat voor ondernemers normaal. Nu helpt het natuurlijk ook dat zij intrinsiek gemotiveerder zijn. Zeker in de detailhandel zijn er velen die er niet echt rijk van worden. De verruiming van winkeltijden introduceert dan ook een moderne vorm van slavernij: voor de extra uurtjes winkelgemak van de gemiddelde Nederlander moet een kleine groep winkeliers financieel krom liggen en vrije tijd opofferen.
Je kunt die redenering natuurlijk ook omdraaien: Ondernemers zijn in het verleden door de winkelsluitingswet overbeschermd. Het is goed dat daar nu een einde aan is gekomen en er een frisse liberale wind waait die de keuzevrijheid van de gemiddelde Nederland vergroot. Maar wat voor die winkelier geldt, dat geldt dan ook voor zijn werknemers. Ook zij werden beschermd door de wet en het zou consequent zijn als de hierop gebaseerde cao-bepalingen van tafel zouden gaan. Het mooie is dat na toepassing dit mechanisme een automatische veiligheidsklep heeft: Vindt de winkelier niemand bereid om tegen het reguliere salaris in het weekend te werken, dan zal hij uit zichzelf besluiten een toeslag te gaan betalen. Maar dat systeem hebben we toch al? zullen sommigen tegenwerpen. Dat klopt. Het stamt echter uit een tijd dat wettelijke bepalingen (en in een iets verder verleden culturele normen) het werken op onregelmatige tijden een stuk moeilijker maakten en vakbonden hun machtspositie optimaal te gelde konden maken.
Het bleef oorverdovend stil in de politiek na de uitspraken van Van Straalen. Sommige partijen zullen zich gerealiseerd hebben dat zij zich in een onmogelijke spagaat bevinden. Bij de voorstanders geldt dat met name voor de PvdA. Je kunt niet forse toeslagen betalen voor gewerkte uren waar je eerder hebt betoogd die uren niet als speciaal te beschouwen. Of zit de kneep juist toch in het laatste en zijn het niet alleen religieuze overwegingen die de zondag speciaal maken? De praktijk in landen als Duitsland en België (en andersom de VS) doet n.l. anders vermoeden .