Naarmate de euro-jaren verstrijken komt er in de buitenlandse kritische pers steeds scherpere kritiek op de monetaire en begrotingspolitiek in de eurozone.
Allereerst is er de inertie van de Raad van regeringsleiders, die deze politiek vorm hadden moeten geven maar het niet deden en niet doen. Dat is begrijpelijk want de belangen en mogelijkheden van hun achterbannen lopen ver uiteen. Nu zij niets doen heeft Draghi als voorzitter dan de ECB hun taak op zich genomen en zo zijn mandaat van verantwoordelijke voor de waarde van de euro en de prijsstabiliteit uitgebreid tot bepaler van ook de monetaire gedragslijn van de eurozone. Daarbij moet ook hij manoevreren tussen de uiteenlopende noden van de lidstaten, tussen Scylla en Charybdis.
Dat die noden ver uiteen liggen behoeft geen betoog. Ook hoeft geen betoog meer dat de euro in plaats van een succesnummer niet alleen een zorgenkindje is geworden, maar ook een splijtzwam in de eurozone.
Waar Draghi geen grip op heeft is de sociale en economische politiek in de lidstaten. Juist daar zit het probleem. Draghi kan de rente laag houden, vrijwel gratis leningen verschaffen aan banken, obligaties opkopen uit handen van banken en zo nieuw geld, meer geld in omloop brengen via die banken, maar daar blijft het bij. Wat er met dat geld gebeurt valt buiten zijn domein. Hij kan proberen bestedingsvoorwaarden op te leggen maar kan ze niet af dwingen.
tabel 1 Bruto Binnenlands Product, staatsschuld en percentage daarvan tov het BDP:
Uit tabel 1 met de meest recente gegevens blijkt, hoever de situaties in de lidstaten van de eurozone onderling verschillen en hoe hopeloos ze bij verschillende landen zijn. Voor vrijwel alle landen is de situatie sedert de invoering verslechterd, zijn de schulden steeds verder opgelopen en nemen nog met elk procent begrotingstekort (ongeacht groei) toe. Nu zijn de schulden (ook de niet gouvernementele) nog houdbaar door de lage rentestand. Dat de rente omhoog zal gaan staat vast, alleen het tijdstip waarop wordt nog door FED en Bank of England uitgesteld, maar voor zowel USA als het VK zou het morgen kunnen, gezien hun economische ontwikkeling. Financieel is er in de eurozone geen ruimte in de budgetten van de meeste lidstaten om de economie te stimuleren.
tabel 2 begrotingstekort oplopend per jaar bij percentages tussen 1 en 3.
Er is zelfs geen ruimte om de schulden te stabiliseren. Want zolang alle lidstaten behalve Duitsland (en het niets voorstellende Luxemburg) een begrotingstekort blijven behouden blijven ook de staatsschulden oplopen. Daaraan valt niet te ontkomen. Hoe snel en hoe hoog dat tekort kan oplopen ziet u in tabel 2, hierboven. Tekort oplopend bij verschillende percentages begrotingstekorten in de eurozone per jaar.
Bedenk dan, dat in Frankrijk, op een na de grootste economie in de eurozone, dit jaar het tekort tot meer dan 4% zal oplopen. Dat Italië, de derde grootste economie, in recessie verkeert. Dan moeten we ook de gevolgen van de handelsoorlog EU Rusland nog bij de negatieve posten optellen. Hoever we van de werkelijkheid worden weggehouden door onze overheid en media blijkt wel uit het verschil tussen de feiten en de propaganda.
Er is een groot verschil tussen begrotingsstabiliteit van de staten en de stand van de economie. De staten en banken, ondanks de in feite illusoire loskoppeling van de twee, houden elkaar in stand. Geld wordt bijgedrukt, de banken ontvangen het in ruil voor obligaties en kopen dan weer staatsobligaties. Enzovoorts.
De economie leunt steeds minder op de banken, die liever hun geld elders investeren dan aan het bedrijfsleven te lenen, en is een resultante van de koopkracht van de consument en het aanbod van de economie, de bedrijven. Hierbij de grote multinationals even buiten beschouwing gelaten, die vormen steeds meer een staat binnen de staat. Hier betreft het de nationale bedrijven. Bedrijven investeren alleen maar als ze de daardoor vergrootte productie ook kunnen verkopen. Bedrijven nemen alleen personeel aan als ze dat nodig hebben. Bedrijven hebben trouwens steeds vaker personeel nodig voor bepaalde projecten en daarna niet meer. Bedrijven kunnen alleen exporteren als hun prijssetting gunstiger is dan die van buitenlandse concurrenten, die ook graag op de binnenlandse markt van die bedrijven operen.
De koopkracht neemt toe als de bedrijven nieuwe krachten kunnen aannemen, die hun loon weer gebruiken om artikelen te kopen. Zo'n cirkel is zelfversterkend. Maar er moet een startmechanisme zijn. Dat is nu net zoals de kip en het ei. Het is duidelijk dat er eerst koopkracht moet komen voor de bedrijven op gang kunnen komen en die zelfversterkende cirkelgang onstaat. Dat zou één van de taken van de staat moeten zijn. Helaas ontstaat juist het tegenovergestelde effect. De staat eist steeds meer van het deel van de burgers en bedrijven om de eigen begrotingsstabilitiet te verhogen. Grof gezegd, de staat vreet burgers en bedrijven en dus de economie leeg.
Zoals ik onlangs las, in de eurozone is geen supply crisis maar een demand crisis. Door de dalende koopkracht daalt de economie. Daardoor onstaat ook grote werkloosheid. Voeg daarbij nog de ontluisterende invloed van die ene munt met die ene waarde. Een waarde die de ene lidstaat in de deflatie stort en de andere in de bubbels.
Een van de gangbare kreten is: over de wereld die wij achterlaten voor onze kinderen en kleinkinderen. Door onze ideologieën en het voorbijgaan aan de pragmatische problematiek hebben wij in ieder geval voor ons nageslacht al een verloren generatie van jongeren geschapen die vrijwel nooit een zelfstandig bestaan kunnen opbouwen, voor wie geen werk is. Goed, ze worden opgevangen door het sociale vangnet dat onze overheden in het leven hebben geroepen en dat ondertussen zo onbetaalbaar begint te worden, dat wij nu voor onze ouderen een maximumprijs gaan berekenen dat de maatschappij nog wil uitgeven om hun langer in leven te houden. Een jaar langer is de marge.
Dit is een bitter stuk. Gaan we zo verder tot de wal het schip keert en het zoals de Concordia ten onder gaat? Of laten we de ideologie van de ondergang schieten en zoeken naar een pragmatische, maar pijnlijke, oplossing. Natuurlijk bestaat die.