De wind der verandering waait inmiddels ook door Maastricht. De vorige burgemeester van de hoofdstad van bourgondisch Nederland, Gerd Leers, pleitte nog voor de
volledige legalisering van softdrugs ("Van mij mag wiet morgen bij de Albert Heijn liggen"). Zijn opvolger Onno Hoes (VVD) denkt daar
net even anders over:
De uitspraken van Hoes vormen een bevestiging van de geleidelijke verharding van het standpunt inzake het gedoogbeleid binnen de VVD. In de late jaren negentig groeiden de liberalen uit tot kampioen van het modieus libertarische 'gedogen moet mogen' denken. Inmiddels is men bezig de draai terug te maken naar een degelijk-burgerlijke recht en orde agenda. Van de nieuwe staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven is bekend dat hij
voorstander is van afschaffing van het gedoogbeleid. Binnen de top van zijn partij zijn de meesten het met hem eens, al willen ze dat nog niet in noodzakelijk in ingrijpende beleidsdaden vertalen. De verandering moet in dit geval dus van onderop komen, van VVD-burgemeesters als Onno Hoes. Het lijkt er hoe dan ook op dat de VVD zich aan het voorbereiden is op een afscheid van het gedoogbeleid. En als die partij eenmaal om is, staat de rechtse meerderheid van VVD, CDA en PVV (de laatste twee zijn allebei verklaard voorstander van afschaffing van het gedoogbeleid) niets meer in de weg om te breken met deze rampzalige erfenis van de jaren zeventig.