Marokko geldt vooralsnog als een van de modernere islamitische landen, maar een op dinsdag gepubliceerde Fatwa luidt het vertrek in de verkeerde richting in.
De Fatwa stelt dat moslims die het geloof verlaten of zich bekeren, omgebracht mogen worden. Ook geldt de fatwa als directe dreiging richting evangelische Christenen in Marokko.
De Fatwa heeft nog geen officiële rechtsgeldigheid, maar plaveit de weg naar onvrijheid. Nu is het inmiddels genoegzaam bekend dat de islam gewoon niet zo gediend is van afvalligheid. Afvalligheid is slecht voor de gezondheid, zoveel is inmiddels zeker. Maar wat is volgens de schriftgeleerden nu precies de theologische en rationele rechtvaardiging van zulke zware straffen op afvalligheid?
Binnen de soennitische islam zijn er vier dominante rechtsscholen, binnen de sjiitische twee. Zie
hier voor de geografische distributie.
Alle scholen zijn het erover eens dat er pas van afvalligheid gesproken mag worden als de persoon in kwestie meerderjarig en toerekeningsvatbaar is en dat deze de islam uit vrije wil verlaat. Wel stelt de Malikitische school dat er alleen sprake is van afvalligheid als de persoon voorheen de islam in alle oprechtheid beleed.
Binnen de islam zijn er drie benaderingen tegenover afvalligheid, men beschouwt het als een publieke zaak, een privé zaak of een neutrale zaak. De publieke benadering is dominant en is tevens de benadering die de doodstraf voor afvalligheid propageert.
Numan al-Samarrai gaf een overzicht van koranverzen die gebruikt werden om de doodstraf te rechtvaardigen. De twee onderstaande verzen worden als meest direct beschouwd:
And if any of you turn back from their faith and die in unbelief, their works will bear no fruit in this life and in the Hereafter; they will be companions of the Fire and will abide therein (02:217) en O ye who believe! if any from among you turn back from his faith, soon will Allah produce a people whom He will love as they will love Him,- lowly with the believers, mighty against the rejecters, fighting in the way of Allah, and never afraid of the reproaches of such as find fault. That is the grace of Allah, which He will bestow on whom He pleases. And Allah encompasses all, and He knows all things (05:54).
Klassieke geleerden interpreteerden deze verzen als volgt. In beide verzen wordt Turn back from faith gezien als afvalligheid. Die in unbelief wordt opgevat als de doodstraf uitgevoerd door het volk Whom Allah will love as they will love Him. Dit verwijst naar de islamitische politieke autoriteit die de doodstraf uit dient te voeren.
Er is dus de nodige interpretatiekunst voor nodig om deze verzen op te vatten als een rechtvaardiging voor de doodstraf. Een ander verhaal gaat op voor een overlevering die direct wordt toegeschreven aan profeet Mohammed: Whoever changes his religion kill him. Over de interpretatie hiervan bestaat logischerwijs weinig onenigheid.
Klassieke geleerden waren nog wel zo vriendelijk de nuance aan te brengen dat dit alleen geldig is als een moslim zijn geloof verandert.
Maar voorstanders van de doodstraf hanteren ook interessante rationele argumenten. De publieke benadering maakt een link tussen geloofsafval en de desintegratie van de moslimgemeenschap. Dit vindt zijn oorsprong in de vroegste islamitische gemeenschappen, waar volgens overleveringen de polytheïsten en mensen van het Boek de islamitische gemeenschap wilde schaden door afvalligheid te bewerkstelligen.
Er zijn meerdere uitspraken aan de profeet toegeschreven die een zelfde strekking kennen. Volgens een van deze uitspraken is degene die de doodstraf verdient he who abandons his religion and leaves the community. Deze redenatie vergelijken schriftgeleerden met het moderne concept van hoogverraad.
De Egyptische schriftgeleerde Muhammad al-Ghazali (1917-1996), stelde: Apostasy seldom is matter that only concerns ones inner self alone. If that would be the case, nobody would notice it. In most instances apostasy is a psychological pretext for rebellion against worship, traditions and laws, even against the foundation of the state itself and against its stand towards external enemies. Therefore apostasy is often synonymous with the crime of high treason.
De gerenommeerde Indiase schriftgeleerde Abu al-Ala al-Maududi (1903-1979), stelde dat de islam niet alleen een religie is, maar ook een sociaal politieke orde. Volgens al-Maududi moet een persoon die het niet eens is met de basis van zijn samenleving beseffen dat hij dan de grenzen te buiten gaat en al zijn rechten als burger verliest. Vervolgens redeneert hij dat het verliezen van al deze rechten nog erger is dan de dood, en het dus humaner is hem gewoon te doden.
In de moderne tijd nemen wij het fenomeen waar, dat schrifgeleerden beweren dat de doodstraf op afvalligheid niet strijdig is met de Universele verklaringen van de Rechten van de Mens.
Muhammad Fathi Uthman stelde dat de islamitische staat gebaseerd is op de islamitische geloofsbelijdenis en dat afvalligheid dus de staatsideologie aantast. Hij stelde: Changing ones belief is not something individual which the Islamic state and Islamic law might tolerate as a right for the individuals. This is because [this change] would surely [negatively] affect ones loyalty to the Islamic law, the Islamic state and his bonds with the society, something which no law or country would accept en A modern state, would never tolerate any rebellion against its ideology whether it is democracy or socialism. A socialist country would not endure propagating capitalism neither a democratic country would accept a military coup détat aiming at establishing a dictatorship.
Zakariyya al-Birri stelde dat de doodstraf voor afvalligheid niet strijdig is met de UVRM omdat het valt onder hoogverraad en dat de doodstraf dus niet ingaat tegen de constitutionele rechten van een burger. Recht lullen wat krom is, is ook een talent.
Een belangrijk punt is wel dat de doodstraf alleen uitgevoerd mag worden op grondgebied waar een islamitisch politiek establishment de dienst uit maakt. Onder de klassieke geleerden is de overgrote meerderheid van mening dat de doodstraf moet volgen op afvalligheid, maar er is meningsverschil over of er bedenktijd om terug te keren moet zijn en over wat er met afvallige vrouwen moet gebeuren. Zo stellen sommige dat alleen afvallige mannen gedood moeten worden, omdat zij immers deel kunnen nemen aan een strijd tegen de islam.
Een minderheidsstroming van schriftgeleerden stelt dat afvalligheid een zaak is tussen de gelovigen en god zelf, een privé zaak. In de neutrale benadering van afvalligheid is het vooral belangrijk hoe iemand met zijn afvalligheid omgaat. Als iemand zijn geloof laat vallen, maar dit verder niet aan de grote klok hangt, wordt dit gezien als een zaak tussen de gelovige en god. Als iemand echter zijn geloof laat vallen en tegelijk een vijandige houding tegen de islam aanneemt, dan wordt het een publieke zaak met een gerechtvaardigde doodstraf tot gevolg.
Er moet wel gezegd worden dat doodstraffen om geloofsafval zeldzaam zijn in de islamitische wereld. Als er doodstraffen voorkomen, is het meestal om homoseksualiteit of overspel. In mijn ogen betekent dit overigens niet dat iemand daar zijn leven veilig is als hij zijn geloof laat vallen. Het betekent eerder dat de afschrikwekkende werking zo groot is, dat niemand het in zijn hoofd haalt zijn geloof te laten vallen.
Ik kan mij altijd maar moeilijk aan de indruk onttrekken dat als het dwingende element uit de islam zou verdwijnen, de religie zou moderniseren of marginaliseren.