Het is een interessant fenomeen. Als een paar dagen achtereen geen desastreus nieuws omtrent de euro de wereld uit haar slaap houdt, duiken prompt allerlei hoopvolle verhalen over haar redding op. Misschien ergens wel vanzelfsprekend eigenlijk: zolang iets niet dood is, zit er leven in. Edoch. Het overziet het simpele feit dat de euro praktisch gesproken al dood is, hoewel nog niet voldoende diep begraven. Het laatste nieuws uit
Frankfurt (waar de ECB zetelt) was
gisterochtend dat de ECB overweegt bij zwakke landen bij te springen met steunaankopen, als een bepaald niveauverschil met Duitse staatsleningen zou worden bereikt. Het werd aan de man gebracht als een nieuw middel om de eurocrisis te bezweren. Het gaf voedsel aan de steeds terugkerende geruchten dat de Duitse Centrale bank door de pomp is gegaan wat betreft een beleid van monetarisatie. Zelfs de Britse
Daily Telegraph trapte er in, en sprak van een
gamechanger.
Verbazingwekkend, eigenlijk.
In de eerste plaats is voor een dergelijk beleid veel geld nodig, en of dat beschikbaar komt is nog steeds voor een groot deel afhankelijk van de beslissing van het BVG in Karlsruhe, dat zoals bekend pas op 12 september wereldkundig wordt gemaakt.
In de tweede plaats is het een uitbreiding vaneen eerder programma dat onvoldoende succesvol was, en slechts de ECB-balans uitbreidde met een berg scheurpapier met een enorme nominale waarde.
Een derde bezwaar is de effectieve kant van de zaak. Door een vaste bandbreedte met de Duitse schuldpapieren te gaan hanteren, wordt via een achterdeur de oude EMS-constructie van stal gehaald. Die in 1992 crashte, waarna een aantal munten uit dat systeem de gezamenlijke inspanning moest verlaten.
Een vierde bezwaar is dat de vast te stellen bandbreedte door de financiële markten ongetwijfeld zal worden opgevat als wat men in Frankfurt nog als een verdedigbare linie ziet. Het gevaar blijft, dat als de marge te klein is, een verdere opschuiving later noodzakelijk kan blijken - wat dodelijk zou zijn voor de aanpak an sich - terwijl een te grote bandbreedte als een motie van wantrouwen versus de Club-Med-schuldpapieren zou worden opgevat.
Bij alle bovenstaande overwegingen moet dan ook nog worden meegenomen, dat de rente ook voor de PIGS nog steeds betaalbaar blijven moet. Alles bijeen maakt dit het bijzonder onwaarschijnlijk dat de ECB zich
hieraan wagen gaat. Want er is ook nog het punt van geloofwaardigheid. De ECB heeft de afgelopen tweeënhalf jaar geen kans gezien de eurocrisis onder controle te krijgen, ondanks de inzet van een breed en gevarieerd arsenaal aan monetaire politieke middelen. Het falen van de ECB tot nog toe vergroot het vertrouwen in haar functioneren nu niet bepaald.
De eerste test die de komende tijd van belang is in de gaten te houden is opnieuw
Griekenland. De Grieken blijken weliswaar landsgrenzen te hebben, maar zijn als volwaardige staat beslist ongeloofwaardig, aangezien er in het land geen goed functionerend belastingstelsel bestaat. Het laatste slechte nieuws uit Athene is, dat de
Trojka de Griekse regering er van beschuldigt een overlevingspotje met geld opzij te zetten voor het moment dat het land de Eurozone verlaten zou.
Deze week maakt de Griekse premier Samaras een bedeltour langs de belangrijkste Europese hoofdsteden, met als belangrijkste agendapunten; meer geld, uitstel van geëiste maatregelen en medelijden. De berichten over dagelijkse opstandigheid (oa aanvallen op belastinginspecteurs) in het land geven aan dat het geduld van de bevolking op lijkt te raken. Dat de regering het zich bewust is, wordt geïllustreerd door de rücksichtsloze wijze waarop de Grieken thans immigranten verzamelen met als doel hen terug over de grens te zetten. Of dit voorlopig voldoende tegemoet komt aan de sentimenten van woede en wanhoop moet maar worden afgewacht, maar de signalen zijn niet bemoedigend.