In een kapitalistische samenleving gaan eigendom en vrije keuze samen met de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van die keuze(s). Dat geldt zowel voor de gevolgen in positieve, als in negatieve zin. Nu klinkt dat voor sommigen wat eng en je zou kunnen denken dat je een samenleving overhoudt van enkel winnaars en verliezers, omdat sommigen altijd verstandig kiezen en anderen altijd verkeerd, met een extreme vorm van verelendung tot gevolg.
Niets is minder waar. Omdat we veel keuzes maken, waarvan sommigen goed en andere minder goed uitpakken, houden de plussen en minnen elkaar redelijk in evenwicht. Daar komt bij, dat met name de mindere keuzes aangepast of vervangen zullen worden door een aanpak die uiteindelijk een beter resultaat afwerpt. Om die mindere keuzes te kunnen corrigeren is het wel van belang dat de verantwoordelijkheid voor een keuze en de mogelijk negatieve gevolgen bij de eigenaar worden neergelegd.
De aftakeling begint al bij beursgenoteerde bedrijven. Hier is het eigendom van het bedrijf verdeeld over talloze aandeelhouders en daarmee is eveneens de verantwoordelijkheid voor het bedrijf versnipperd geraakt. Misstanden lijken hier vaker voor te komen. Terwijl bij familiebedrijven de betrokkenheid met het product, de medewerkers, de klanten en het imago van het bedrijf vaak voorop staan, zijn de grote molochen harder en zakelijker. De ene peperdure manager volgt de andere op en gouden handdrukken worden lang niet altijd uitgedeeld vanwege buitengewone verdiensten. De hoop dat aandeelhouders krankzinnige beloningen wegstemmen (in de VS meer dan bij ons) blijkt vaak een ijdele te zijn. Het kapitalistische antwoord hierop is dat je een identiek bedrijf opricht en - door af te zien van de excessieve beloningen - de minder kostenbewuste organisatie uit de markt concurreert. Helaas is dit niet altijd even eenvoudig omdat, afgezien van de massieve investeringen, bedrijven zich middels patentconstructies hiertegen beschermen.
Toch is bovengenoemde variant haast onschuldig vergeleken met de overheid, waar de component verantwoordelijkheid vrijwel volledig verdwenen is uit de trits met eigendom en vrije keuze; ongeacht de mate van succes of falen, de beloning blijft binnenkomen. Sterker nog, negatieve consequenties worden over het algemeen beloond met hogere budgetten waarmee een ronduit destructief mechanisme in werking wordt gezet. Zo drukken de monsterposten onderwijs, zorg en sociale zaken steeds zwaarder op de begroting terwijl de kwaliteit niet lijkt toe te nemen. Ook Infrastructuurprojecten blijken vaak een bodemloze put te zijn. De reddingsprogramma's voor Griekenland en andere probleemgevallen zijn misschien niet het beste voorbeeld omdat hier een sterke politieke motivatie meespeelt, toch lijkt een gedragscorrigerende oplossing niet voorop te staan.
Een toename in het door sommigen bejubelde toezicht en regulering gaat hier geen verbetering in aanbrengen. Daarmee zeg je in wezen dat de huidige bestuurders onvoldoende competent zijn en extra sturing nodig hebben. Of dat zo is, en of de opzichters het inderdaad beter weten kan op deze manier eigenlijk helemaal niet bepaald worden. Er wordt eenvoudigweg een laag bureaucratie op de bestaande lagen geplakt. Tot overmaat van ramp is de overheid bezig zichzelf voort te planten in supranationale constructies waardoor alleen maar meer middelen in dat zwarte gat zullen verdwijnen zonder een correctiemechanisme van betekenis.
Ook herverdelingsprocessen, waar het ontvangen eigendom niet zelf verworven is, laten zien dat dit niet leidt tot meer wenselijk gedrag. Ontvangers zien hun uitkeringen al gauw als verworven rechten, daarbij gesteund door herverdelende politici, en marcheren zelden om hun dank uit te spreken, maar wel om de hoogte van hun uitkering in hun voordeel te betwisten.
Spilzieke echtgenotes en losbandige zonen die het familiekapitaal er doorheen jassen zijn andere, negatieve voorbeelden van hetzelfde principe. Er lijkt daarmee een verband te bestaan tussen eerlijk verworven eigendom en verantwoordelijk, moreel wenselijk gedrag. Het is niet moeilijk te zien dat onvrijwillige verplaatsingen van eigendom, waarvan berovingen en belastingen de voornaamste zijn (libertariërs zullen opmerken dat berovingen incidenteel zijn en belastingen niet), niet alleen zullen leiden tot een afname van welzijn en welvaart, maar tevens tot een afname van moreel wenselijk gedrag, wat over het algemeen veel moeilijker te corrigeren is.