Wie heeft waar op gestemd en wat zijn dat voor mensen? De NOS dook in de cijfers en kwam met overzichtelijke trends en profielen, maar hebben ze het bij het juiste eind?
Nederland is versplinterd. In het jaar 1999 t/m 2007 was het qua Provinciale Statenverkiezingen nog hartstikke overzichtelijk. VVD in de Randstadsprovincies en meestal nét iets groter dan de PvdA, de PvdA was standaard de grootste in Drenthe en Groningen en het CDA besloeg verder alles met een weiland, kerk, beekje en een hooivork.
Plots komt daar in 2011 de PVV om de hoek kijken in Limburg en vanaf daar begint het gedonder. In 2015 pakt de SP Groningen, Drenthe wordt VVD-blauw, CDA pakt Zeeland weer na wat geworstel met de VVD en hikt vooral in andere provincies tegen de VVD aan, maar legt het af. 2019 Is echter een compleet kleurenpalet geworden waar in eerste instantie geen peil op te trekken lijkt! Zoom je in, dan zie je waarom:
Partijen die traditioneel onder rechts worden geschaard, laten fragmentarisering zien: VVD, FVD, PVV, CDA en SGP vissen in elkaars vijver. Nu valt dat voor de SGP trouwens behoorlijk mee. VVD is naar links getrokken waardoor hun rechterflank kijkt naar alternatieven. Ook is de VVD met de opkomst van de PVV een deel van hun kiezers verloren aan Wilders. Ondanks de grote donkergroene vlakken is het CDA eigenlijk de andere vreemde eend in de bijt. Deze partij profiteert van een lage opkomst maar verliest ook al jaren de eigen achterban, niet zozeer aan andere partijen maar, hoe morbide dit ook lijkt, aan sterfte.
De PVV lijkt nu vooral in het westen van het land kiezers te verliezen aan FVD. PVV-stemmers staan er om bekend juist weg te blijven bij het stemhokje. Wilders heeft zichzelf geprofileerd als 'islam-drammer' die niet met realistische oplossingen komt. Hoewel het cordon sanitaire richting de PVV een absolute schande is, heeft de PVV ook niet echt haar best gedaan daar van af te komen. Of dat nou dom is of juist 'je rug recht houden', doet er niet toe. FVD sprong in de arena, wekte de indruk wél met concrete oplossingen te willen komen én gaf het idee wél iets te kunnen veranderen. Mede hierdoor bleven de PVV-stemmers dit keer níet op de bank zitten én stemden ze massaal op FVD.
De andere kant van FVD bevindt zich juist in de middenklasse. Hoge belastingdruk, de dreiging van nóg hogere kosten door klimaatbeleid én een gebrek aan opties (VVD of PVV), maakt van FVD haast een gegarandeerde keuze.
Wat nu in het vooruitzicht ligt is het wegvallen van traditionele CDA-bolwerken. Met de FVD lijkt de bereidheid om te gaan stemmen (vooral voor die partij) de volgende mokerslag voor de traditionele partijen, met als hoofdslachtoffer het CDA.
Gelderland, Overijssel, Groningen en Friesland lijken 'het gras' te zijn waar 'het addertje' zich onder verschuilt. In de Randstad is de kloof tussen links en rechts het meest te merken. Beide flanken hebben de ogen vooral op elkaar gericht, waardoor 'de provincie' en wat daar borrelt, niet wordt opgemerkt.
Noord-Brabant zou wel eens eenzelfde wisseling van de wacht kunnen veroorzaken. VVD en CDA lopen ook daar het risico flink in te moeten leveren aan FVD. De SP is er in bepaalde delen echter óók sterk aanwezig. De socialisten zitten echter met het probleem dat er een deel internationaal georiënteerd is én een deel nationaal en anti-immigratie. Die zouden wel eens de gok met FVD kunnen wagen als de SP dit interne conflict niet op weet te lossen.
Dit zou er toe kunnen leiden dat de GroenLinks-student en D66-ondernemer in Utrecht, die zich richten tegen de ex-VVD'er, teleurgestelde PVV'er en brallerige FVD-rechtenstudent uit Den Haag, Rotterdam en Amsterdam, wederom totaal verrast zal worden in het voordeel van rechts en specifiek de FVD.
De politieke aardverschuiving zou wel eens pas de eerste schok kunnen zijn.