Darian Leader laat in zijn boekje over bipolariteit veel verontrustende zaken over de farmaceutische industrie en de moderne maatschappij de revue passeren, maar gaat nergens echt diep op in.
Onlangs kwam Manisch (oorspronkelijke titel: Strictly Bipolar) uit van de Britse psychoanalyticus Darian Leader. Leader heeft al meerdere goedverkopende boeken over psychiatrie op zijn naam staan en dit keer laat hij zijn licht schijnen op de bipolaire epidemie althans, zo kun je de situatie in de Verenigde Staten en in mindere mate Groot-Brittannië wel noemen.
Prestatiemaatschappij
Het boek is niet dik iets meer dan honderd bladzijden, maar daarin pakt Leader een hoop zaken bij de horens. Leader begint met de constatering dat bipolariteit (of manisch depressiviteit, zoals dat vroeger heette) de afgelopen decennia enorm is toegenomen althans in de Verenigde Staten. Over Groot-Brittannië, laat staan continentaal Europa geeft hij veel minder duidelijkheid. Hij bekritiseert de tegenwoordige prestatiemaatschappij, die van werknemers eist dat ze totaal flexibel zijn en altijd honderd procent moeten geven. Eigenlijk eist de maatschappij van veel werknemers dat ze continu manisch gedrag vertonen, aldus Leader.
Vervolgens noemt Leader het erg frappant dat de enorme explosie van bipolaire stoornissen (en dus een enorme groei in het voorschrijven van medicijnen daarvoor) gelijktijdig plaatsvond in de periode (halverwege de jaren negentig) dat de patenten voor enkele zeer goed verkopende antidepressiva afliepen. De enorme marketingbudgetten van de farmaceutische industrie verhuisden razendsnel naar de bipolaire stoornis, aldus Leader.
Iedereen bipolair
Interessant, daar wil ik meer van weten. Helaas houdt hij het hierbij, want Leader schakelt vervolgens over naar de enorm verruimde definities van manisch depressiviteit; waar in de derde versie van DSM (het handboek voor psychiatrische stoornissen) nog één strenge definitie bestond, zijn dat er in de net uitgekomen vijfde versie ineens vele geworden. En de symptomen van al die verschillende definities zijn ook nog eens zo algemeen geworden, dat praktisch iedereen tegenwoordig een of andere vorm van bipolariteit zou hebben. Ook hier wil ik graag meer van weten, maar Leader gaat alweer door naar andere themas: de geschiedenis van de stoornis en de behandeling ervan; de werking van bipolariteit en de functie van taal; enzovoort.
Allemaal boeiende onderwerpen, maar veel te weinig uitgewerkt. Het boek voelt als een haastklus. Er zijn ook geen hoofdstukken, het boekje is één doorlopende tekst. Dit maakt de overzichtelijkheid er niet beter op. Manisch richt zich verder sterk op de Amerikaanse en Britse markt, de statistieken en voorbeelden zijn bijvoorbeeld allemaal Brits en Amerikaans. Soms is dit geen bezwaar, maar vaak vraag ik me toch af wat de relevantie van Leaders voorbeelden is voor Nederland. De enorme toename van bipolaire diagnoses die zich in de VS heeft voorgedaan, staat (nog) ver af van de situatie in ons land. Ook worden in Groot-Brittannië en in de VS bekende personen aangehaald, die hier vaak niet of nauwelijks bekend zijn, of waarvan hun schrijfsels over bipolariteit hier nauwelijks een bel doen rinkelen.
Verfrissend
Neem Stephen Fry. De (onder meer) komiek, acteur en tv-presentator heeft in Groot-Brittannië veel indruk gemaakt met een tv-programma en een autobiografie waarin zijn bipolariteit centraal stonden. Leader gaat er vanuit dat de lezer daarmee bekend is. In de Nederlandse vertaling zijn al deze verwijzingen onverkort overgenomen, waar naar mijn mening wel wat meer achtergrondinformatie gegeven had mogen worden. En dan is Fry nog de in Nederland bekendste persoon die Leader opvoert.
Leaders aandacht voor de psychologische oorzaken van bipolariteit (hij is ten slotte psychoanalyticus) is verfrissend in een tijd waarin farmaceutica in de psychiatrie de boventoon zijn gaan voeren. Leader pleit ervoor te kijken naar de individuele patiënt, naar de psychologische oorzaken achter zijn manies en depressies, in plaats van zo iemand te zien als een chemische fabriek met een defect. Leader laat met enkele sprekende voorbeelden zien dat bipolaire patiënten goed en slecht ten koste van alles uit elkaar willen houden, vanwege gebeurtenissen in het verleden (vaak in de kindertijd). De onevenwichtigheid die hieruit voortkomt, leidt tot manies en depressies.
Vraagtekens
Ook analyseert hij de functie van taal in de gedachteprocessen van veel mensen met bipolariteit. Leaders weerzin om mensen als een soort machines te beschouwen, met alle finaliteit die daarbij hoort (want stuk is stuk), is toe te juichen. Maar meer diepgang en structuur in zijn betoog waren goed geweest. Ook hij slaat door naar de andere kant: farmaceutica zijn ook belangrijk, het is niet alleen een kwestie van veel praten en analyseren. Al bij al geen onaardig boekje, maar je blijft na lezing wel met veel vraagtekens zitten.
Darian Leader, Manisch.
De Bezige Bij.