People sleep peaceably in their bed at night only because rough men stand ready to do violence on their behalf. George Orwell.
Een dierbare vriend van mij is zojuist met het Korps Mariniers uitgezonden naar Afghanistan. Wij hebben het vaak gehad over het nut van de missie, maar ook over een dieper liggend thema: het algemene nut van Defensie.
Men is namelijk maar al te snel geneigd te denken dat een leger overbodig begint te raken in een maatschappij die zichzelf het ultieme der beschavingen vindt. In onze maatschappij zou de harde hand uiteindelijk overbodig raken, omdat we met zn allen zo beschaafd zijn geworden dat we er pratend wel uit komen.
Echter, in dit beeld bevindt zich een fundamentele denkfout, namelijk dat rechten inherent zouden zijn aan ons bestaan. Er zijn dubieuze rechten als het recht op uitkeringen, in alle varianten en zelfs buiten de grenzen, voor mensen die wel degelijk een eigen inkomen kunnen genereren. Maar ook meer billijke rechten zoals het recht op onpartijdige rechtspraak, eigendomsrecht en het recht op vrijheid en leven.
Maar, wij ontlenen onze rechten niet aan het feit dat wij bestaan, wij ontlenen deze aan gecreëerde en kunstmatige constructen: ons politieke en rechtssysteem.
Immers; als de politieke orde waaraan wij onze rechten ontlenen komt te vervallen, bestaan wij nog als individuen nog steeds, maar genieten wij niet langer onze voormalige rechten. Rechten bestaan nu eenmaal niet als een op zichzelf staand gegeven. Zelfs de natuurrechten, wier naam doet vermoeden dat zij los bestaan van een orgaan dat deze rechten waarborgt, bestaan niet op zichzelf. Het natuurrecht is slechts een ideaalbeeld dat voortvloeit uit de veronderstelde redelijkheid van de mens en een bepaalde visie op de menselijke natuur.
Dit brengt ons bij de volgende vraag: welke rechten zijn er dan wel daadwerkelijk en feitelijk inherent aan ons bestaan? Die zijn mijn inziens gering en berusten op geen enkel ideaal, slechts op realiteit.
In een toestand zonder politieke of rechtvaardige orde heeft men recht op:
1) zaken die men zelf kan genereren en 2) succesvol weet te verdedigen van diefstal door anderen, of 3) als iemands geweten dat toelaat, op zaken die men van anderen kan ontvreemden.
De bovenstaande toestand is bijzonder onwenselijk en impliceert ongekend leed. Maar het zijn wel de enige rechten die daadwerkelijk inherent zijn aan ons bestaan, los van elk ideaal.
Het is simpelweg: het recht van de sterkste.
Op het bovenstaande berust dan ook een universele waarheid: the guys with the guns, make the rules.
Wij leven heden als prinsen van de geschiedenis en politiek gezien hebben we het goed voor elkaar. Ja, hier en daar wat hiaten, maar zeg nu zelf, zeker in vergelijking met andere delen van de wereld, is het zeer leefbaar. En dat zou ik graag zou houden. Echter, wij ontlenen deze vrede aan menselijke constructies en de geschiedenis toont nu eenmaal aan dat deze wel degelijk feilbaar zijn. Ja, het klinkt nu onwaarschijnlijk, maar het is historisch gezien simpel weg niet uit te sluiten dat politieke ordes vervallen. Wij leven immers nog niet in het einde van de geschiedenis.
Mocht dit ooit toch gebeuren dan vervallen al onze rechten en voorrechten.
Ten tweede kunnen groeperingen ook ooit besluiten de wet naast zich neer te leggen, en gewapenderhand een eigen soevereiniteit af te dwingen in delen van het land.
In het geval van de bovengenoemde situaties geldt wederom het recht van de sterkste. Willen wij in dat geval onze belangen kunnen behartigen dan is een krijgsmacht waar een reëel geweldspotentieel van uit gaat, onmisbaar. Daarbij geldt het marginaliseren van de eigen strijdkrachten als een ondubbelzinnige bemoediging jegens onze vijanden om brutaler, trefzekerder en ja, geweldadiger te werk te gaan.
Ik besef dat het allemaal vergezocht over kan komen. Maar al onze hoop vestigen op de onfeilbaarheid van kunstmatige instituties en verdragen, is historisch gezien gewoonweg onwijs. Mocht het dunne laagje beschaving dat onze samenleving zo siert ooit scheuren, dan regredieert de samenleving snel naar een toestand waarin alleen onze daadwerkelijke en feitelijke rechten, rechtsgeldig zijn.
En dan hebben we ze nodig: the guys with the guns. Aan onze kant.
Maar naast dat Defensie een soort verzekering is die wier premie men gewoon altijd zal moeten betalen, vervult het in mijn ogen ook een culturele functie. Theodore Dalrymple zet in zijn
Spoilt Rotten; The toxic cult of sentimentality uiteen hoe onze sentimentele en pamperende tijdsgeest onze verworvenheden doet eroderen.
Defensie is in mijn ogen de vaandeldrager van de niet lullen maar werken mentaliteit: de enige mentaliteit die in staat is duurzame welvaart te genereren. Daarbij creëert Defensie mannen en vrouwen die inzien dat er geen schaamte ligt besloten in even afzien om een doel te bereiken. En het is precies die instelling die ik mis onder zoveel van mijn generatie genoten. En wellicht belichaam ik deze zelf ook niet zoveel als ik dat zou willen.
Defensie is niet alleen een vaandeldrager van een mentaliteit, ze zijn ook de beschermer van een cultuur. Op
25 augustus 1970 bijvoorbeeld, wist het civiele establishment zich geen raad meer met het hippie tuig dat zich de Dam had toegeëigend en er zon beetje alles deed dat je in het openbaar gewoon achterwege moet laten. Een oorlogsmonument werd ontheiligd, niets meer, niets minder.
Het waren toen de mannen van het Korps Mariniers die, zonder toestemming van welk overheidsorgaan dan ook (!), het heft in eigen hand namen en de dam schoonveegden, in uniform! Kijk, dat zijn mooie dingen.
Voor sommigen is de soldaat wellicht een uitstervende soort. Voor mij is het de persoon naar wie wij allen kijken als ons dunne laagje beschaving scheurtjes zal vertonen, en voor mij is het iemand die de arbeidsethiek belichaamt waar onze beschaving op gebouwd is.
In de woorden van United States Marine Corps Father Dennis Edward O'Brien:
It's the soldier, not the reporter who has given us Freedom of the Press.
It's the soldier, not the poet, who has given us Freedom of Speech.
It's the soldier, not the campus organizer, who has given us the Freedom to Demonstrate.
It's the soldier, not the lawyer, who has given us the Right to a Fair Trial.
It's the soldier who salutes the flag, serves under the flag and whose coffin is draped by the flag,
Who gives the protestor the right to burn the flag.