De Oranjes wakkeren een verkeerd soort gezagsgetrouwheid aan, stelde columnist Meindert Fennema in de Volkskrant. "Het Oranjegevoel zit achter de ellebogen. Het gaat er om zo dicht mogelijk bij de macht te komen: bij de koning." Naar de mening van Fennema is Fred de Graaf slechts één van de vele vleiers in de omgeving van de Oranjes. Met dat laatste heeft Fennema ongetwijfeld gelijk. Rond het Koningshuis doen zich steeds weer affaires voor waarbij gezagsdragers met de Oranjes hebben 'meegedacht' om het staatshoofd uit de wind te houden (en in de slipstream zichzelf in het zonnetje te zetten). Fred de Graaf was daar slechts één voorbeeld van; alleen wordt hem nu verweten dat hij daarbij zo ijverig te werk is gegaan, dat het Oranjehuis dat hij wilde beschermen alsnog in opspraak is gekomen. Want niet alleen ontstond de indruk dat de voorzitter van de Eerste Kamer partijdig was, er ontstond ook het idee dat dit de regie was van koningin (nu prinses) Beatrix, die de verschrikkelijke Geert Wilders zo ver mogelijk op afstand wilde houden. Uit de
column van Fennema, die uit de school klapt over een ontmoeting die hij zelf ooit met Beatrix en Claus heeft gehad, kunnen we ons dat helemaal voorstellen. 'Meneer, wilt u doorlopen!', gebood de vorstin Fennema (die zij geen blik waardig had gegund) nadat haar echtgenoot met hem in gesprek wilde treden en door Beatrix tot de orde werd gebracht. Dat past helemaal in het bazige beeld van
'Bea' dat we toch al hadden. De vorstin bepaalde altijd alles tot in detail en zag erop toe dat er niets aan het toeval werd overgelaten.
Eerlijk gezegd denk ik dat dit beeld van de oppermachtige en alles tot in de perfectie regelende Beatrix die achter de schermen ook een 'bitch' kon zijn haar gezag heeft versterkt. Een vorst behoort altijd onaantastbaar te zijn. Ook Fennema, een oud-CPN'er (tot 1991) uit Aerdenhout die naar eigen zeggen pas op latere leeftijd democraat is geworden, was ervan onder de indruk: hij liep beduusd door. Als Beatrix al macht had (volgens de grondwet is de monarch onschendbaar en de macht van de koning aan alle kanten ingeperkt) dan is dat toch vooral omdat die macht haar door de media werd toegedicht. Dat is een wezenlijk onderdeel van de magie van het Koningshuis. Enerzijds is de rol van het staatshoofd symbolisch, anderzijds is het juist die symboliek waar mensen zo gevoelig voor zijn. Dat geldt niet alleen het volk, dat ziet alleen de buitenkant en juicht mee. Het geldt ook voor allerlei soorten elites, die soms ten paleize worden uitgenodigd, en ook voor politici en regenten, die niet alleen meejuichen maar ook meedenken.
Helemaal van harte gaat dat overigens niet. Hoe groot de liefde van het Oranjevolk voor de Oranjes is, wordt vaak enorm overdreven. Anderzijds wordt aan de hand van de verkoop van roddel- en publieksbladen aangenomen dat de interesse (iets anders dan liefde) onuitputtelijk is. Kijk naar het NOS-journaal, dat toch al in onbenulligheden grossiert, en je zou denken dat er niets anders is. Meer nog dan het Oranjehuis zijn die onbenulligheden iets ongrijpbaars. Maar daarmee niet onbelangrijk, want ze horen bij een ritueel dat het zenuwcentrum van de natie gaande houdt. Je kunt je eraan onttrekken, maar wie zich eraan onttrekt doet niet mee. En er zijn maar heel weinig mensen die aan een koninklijke onderscheiding weerstand kunnen bieden. Een lintje sla je niet af, dat zou zelfs een belediging zijn. Maar een zekere spanning tussen de Oranjes en de regenten bestaat er van oudsher wel. Het zijn de regenten die de Oranjes in hun keurslijf hebben geduwd en het zijn de politici die de grootste gevoeligheid aan de dag leggen als de Oranjes daar weer eens buiten gaan. Dat raakt direct aan hun eigen bevoegdheden en onze politici staan natuurlijk ook liever niet als slippendragers te boek. Zij bepalen de spelregels, niet het Koninklijk Huis.
Dat het staatshoofd, en dat gold zeker voor de als perfect bejubelde Beatrix, toch zoveel macht werd toegedicht, komt door de rituelen, waarbij het protocol een hoofdrol speelt (dat Willem-Alexander verklaarde geen 'protocolfetisjist' te zijn zet hem meteen al op onmetelijke achterstand vergeleken met zijn moeder). Aan zaken als de tafelschikking bij een koninklijk diner kun je precies aflezen wie belangrijk zijn en wie niet. Quasi-onnozel probeerde Meindert Fennema (die altijd doet alsof hij niet precies weet hoe het hoort) even voor te kruipen, maar dat lukte natuurlijk niet. Hem werd letterlijk en figuurlijk zijn plaats gewezen, ergens achteraan, wat bijna vanzelf gaat, want degenen die vooraan zitten letten heel goed op dat er geen 'indringers' in hun omgeving plaatsnemen. Dat zou ook hun eigen status naar beneden halen. Dit weinig koninklijke ritueel is niet alleen des konings. Je kunt het op elke receptie met hoogwaardigheidsbekleders waarnemen en vooral vóelen. Geoefende receptietijgers loeren voortdurend over jouw en elkaars schouder of er zich niet een nog interessantere (belangrijkere) gesprekspartner aandient. Het ligt nogal voor de hand dat dit op bijeenkomsten in aanwezigheid van leden van het Koningshuis het sterkste is. Dat kun je Beatrix niet verwijten. Daarvoor moet je bij de vleiers (de slippendragers) zijn.
Volgens alle gangbare definities was Fred de Graaf zo'n slippendrager. Daaraan ontleende hij overigens wel de macht om tot de troonswisseling de openbare pikorde te bepalen. Wat ongetwijfeld voor 30 april al tot irritaties leidde, die niet naar buiten konden worden gebracht omdat er bij de troonswisseling voor een vlekkeloze voorstelling moest worden gezorgd. Daarom kon zelfs Wilders geen spelbreker zijn en was hij poeslief. Maar als het Oranjehuis werkelijk de macht had die het wordt toegedicht, was het de Oranjegezinde De Graaf - je zou zeggen: een lid van het eigen personeel - wel te hulp gekomen. Dat kon echter niet, het staatshoofd is onschendbaar en moet door de verantwoordelijke politici uit de wind worden gehouden. Hetgeen opperlakei De Graaf zijn voorzitterschap kostte, want hij was niet discreet genoeg geweest en had onvoldoende beseft dat hij na 30 april weer een gewone lakei zou zijn (en daardoor extra kwetsbaar). Hij moest uit eigen beweging opstappen, mede omdat de
'VVD-top' hem liet vallen.
Wat de situatie natuurlijk niet minder hypocriet maakt. Het ingewikkelde is naar mijn mening dat niet precies duidelijk is wie nu precies de lakei van wie is geweest. Ik zou denken dat uiteindelijk iedereen zich door de 'beeldvorming' heeft laten leiden. Het ging er om wie er wel en niet in beeld kwam en wie het dichtst bij de koning stond. Dat Beatrix en Willem-Alexander daarbij de grootste stem in het geheel hadden, spreekt vanzelf. Het was hun feestje, al liep dat ook geheel langs de officiële lijnen van de (democratisch gelegitimeerde) staatsmacht. Wie echt boven de partijen stonden, waren de camera's (er was zelfs een camera boven de Dam gemonteerd). Die beeldvorming zorgde ervoor dat de Haagse politiek eerst naar het Oranjehuis en het door De Graaf geënscèneerde protocol boog, en later weer op zijn strepen ging staan, een oefening in politieke hypercorrectheid waarvan De Graaf in tweede instantie alsnog het slachtoffer is geworden en de gevreesde Geert Wilders de winnaar. Dat kan ook de Oranjes niet bekoren, al hebben zij wanneer het op 'beeldvorming' aankomt altijd de beste papieren. Dankzij diezelfde media, die door een onzichtbare hand geregisseerd de beelden doorgeven, en meer dan wie ook de stem des volks en de publieke opinie vertegenwoordigen voor wie wij allemaal door de knieën gaan. Ook de journaille, ook de regenten, en zelfs de Oranjes. De heilige beeldvorming regeert ons bestaan. Zo waarlijk helpe mij God almachtig.