De Duitse positie in de Eurozone is een bijzondere. Niet alleen is de Bondsrepubliek het financiële ankerland van de EU, met het grootste stemrecht, maar ook is zij daardoor de belangrijkste speler in het spel rond de federatieve koers van de Eurocraten.
Eigenlijk is dat federale Europa iets dat Duitsland graag wilde, maar de Eurocrisis van de afgelopen tweeënhalf jaar heeft niet alleen de kans op een versnelde realisatie van dat ideaal opgeleverd, maar confronteerde de Duitsers ook met de vraag, welke prijs zij daarvoor zouden willen betalen. Dat Duitsland hierop niet voorbereid was bewijst de heftigheid van het debat zoals dat thans in Duitsland woedt. En daarin spelen vele factoren een rol. Dit stuk beoogt u iets duidelijk te maken van de problemen die Duitsland in de ogen moet zien, en welke hindernissen zij daarbij ontmoeten zal.
Allereerst wil ik nog even voortborduren op de suggestie die ik in mijn stuk van gisteren deed, dat Nederland wellicht beter aansluiting bij Duitsland zoeken kan. Die nogal losse opmerking kreeg aardig ambivalente reacties, hetgeen ik ook wel verwachtte. De halve Godwin - na 350 jaar Heims im Reich - die er achter aan kwam, was voor de meeste lezers voldoende duidelijk. Dat ik er nog even over uitweid, heeft te maken met de strategische kansen die een dergelijke stap zou kunnen geven, die verder gaan dan de suggesties die ik al deed.
Anschluss?
Het zou de discussie rondom de euro geheel op kunnen blazen, als Nederland aansluiting zou zoeken bij Duitsland. Vooral, als Oostenrijk ons voorbeeld zou volgen. Het is een gambiet dat de rest van Europa niet zou kunnen accepteren, al was het alleen maar vanwege de oude angstsentimenten wat betreft een sterk Duitsland.
Maar het zou ook de sterkste economische staten uit het hart van de EU onder één politieke leiding verenigen, waarmee Berlijn Brussel zou degraderen tot een provinciaal bijkantoor. Het zou een staat creëren, die in haar eentje sterk genoeg zou zijn om een krachtige wereldmunt (Neuro of E-mark) op de kaart te zetten, niet belast door de corruptie van de PIGS, de Oosteuropese armoede en evenmin lastig gevallen door het egoïstische Franse etatisme.
Precies het spookbeeld, waartegen de andere Europese landen de EU juist als buffer willen zien. Dus kan een unie als geschetst ook dienen als breekijzer bij onderhandelingen, mocht Zuid-Europa weigeren haar plicht te willen doen aangaande het in evenwicht brengen van de diverse nationale begrotingen, aangezien het Dietsrijk hen eigenlijk niet nodig heeft. Een illusie inderdaad, maar een met potentie.
12 september
12 September 2012 is niet alleen de dag dat Nederland naar de stembus gaat, maar tevens de dag dat het Duitse Constitutionele Hof in Karlsruhe heeft aangekondigd uitspraak te zullen doen over de toelaatbaarheid van het ESM-verdrag in relatie tot de vereisten als geldend voor compatibiliteit met de Duitse Grondwet. Voor de EU is deze laatste gebeurtenis belangrijker dan de uitslag in Nederland - volledig ongeacht de uitkomst van onze verkiezingen.
Dat de discussie in Duitsland over de toekomst van de Eurozone - waarover ik gisteren al schreef - veel actueler is dan bij ons, heeft hier direct mee te maken. Een positieve uitkomst voor het ESM-verdrag zal waarschijnlijk in de grondwet verankerd moeten worden, maar als het Hof het verdrag afwijst als onverenigbaar met de Duitse grondwet ontstaat een voor de Bondsregering heel penibele situatie.
Gisteravond raakte ik op Twitter in gesprek met de economen Lex Hoogduin en Edin Mujagic (voor de volledige discussie adviseer ik u in onze respectievelijke tijdlijnen te kijken) over de vereisten voor een wijziging van de Duitse grondwet. Die zijn minder ingewikkeld dan in Nederland, aangezien de verplichte verkiezingen als onderdeel van de cyclus in Duitsland ontbreken. Een twee derde meerderheid in zowel Bondsdag als Bondsraad is voldoende. Máár, er zit een addertje onder het gras.
Parlementair budgetrecht
Ook al zou de regering-Merkel met de oppositie samen voldoende stemmen bijeen ( en dat ìs reëel) kunnen brengen om het ESM grondwettelijk te verankeren volgens de hierboven genoemde procedure, dan is dat niet langer voldoende. Wie de uitspraken van het BVG (Bundes Verfassungs Gericht = Duitse Constitutionele Hof) over eerdere bezwaren tegen de dynamiek rond de Eurocrisis nader beschouwt (in 2008 over Verdrag van Lissabon, september 2011 over budgetrecht Bondsdag), moet concluderen dat het BVG het budgetrecht van de Bondsdag als essentieel voor het voortbestaan van de Duitse democratie beschouwt. En grondswetswijzigingen die dat raken, moeten worden onderworpen aan een referendum. Het BVG vindt het budgetrecht van de Bondsdag dus belangrijker voor de soevereiniteit dan een eigen munt.
Historisch gezien is dat een logische redenatie. Het budgetrecht is de basis van de parlementaire democratie. Feodale heersers in de Middeleeuwen hadden slechts beperkte belastingmogelijkheden om geld los te peuteren bij hun bevolking. Via onderhandelingen is dat mettertijd opgelost door de regering steeds meer rechten tot belastingheffing te geven, in ruil voor inspraak in het landsbestuur aan de geldverschaffers (het volk). Uiteindelijk resulteerde dat in het van het toneel verdwijnen van (erfelijke) heersers ten gunste van de moderne democratie, maar het basisprincipe bleef onaangetast.
Dat bij de invoering van de euro het BVG niet ingreep, is eenvoudig verklaarbaar door de algemene verwachting binnen de EU (over de economische realiteitszin hiervan mocht het BVG niet oordelen), dat het Stabiliteitspact dat budgetrecht niet bedreigen zou. Inmiddels weten we beter. En weet het BVG beter.
Dat Merkel weinig vertrouwen heeft in de uitkomst van een referendum over het ESM-verdrag lijkt evident. De uitslag van de eerdere referenda - over het Verdrag van Maastricht in Frankrijk en Nederland in 2005 - zouden een zwakke afspiegeling zijn van het daverende NEIN! dat je kunt verwachten. Hoe de vraag ook geformuleerd zou worden, de tegenstanders zouden er gehakt van maken.
Bovenstaande verklaart ook de recente terughoudendheid van de regering-Merkel - ondanks de nijpende situatie van de Eurozone - nadat het BVG niet alleen aankondigde dat zij tenminste tot 12 september nodig heeft om tot een uitspraak te komen, maar toont ook de beperkte speelruimte die de Bondsregering heeft. Let wel: instemming vóór 12 september met de eisen vanuit Zuid-Europa zoals die de afgelopen weken op steeds schrillere toon worden gedaan, geeft het BVG een onbetwistbaar argument in handen om het ESM-verdrag categorisch af te wijzen wegens bewezen bedreiging voor het budgetrecht van de Duitse Bondsdag. Tot 12 september moeten de euro en Zuid-Europa het in ieder geval op eigen kracht zien te rooien.
Het is de ultieme nachtmerrie van de Eurocraten.