Volgens het CBS is de koopkracht vorig jaar met 0,3 procent gestegen. Saillant detail is dat de koopkracht het minst is gestegen sinds de crisis in 2013. En dat is nog niet alles, want gepensioneerden zagen voor het tweede jaar op rij dat hun koopkracht erop achteruit ging.
De koopkracht daalde voor bijna de helft, 48 procent, van de bevolking in 2018. En dat terwijl dit percentage in 2017 nog op 46 procent lag.
Voor werknemers was er geen vuiltje aan de lucht. Zij gingen er in koopkracht op vooruit met 1,8 procent. De situatie voor gepensioneerden ziet er echter heel anders uit. Hun koopkracht daalt met 0,5 procent. Het Centraal Bureau voor de Statistiek tekent het volgende op:
"Gepensioneerden zagen hun koopkracht in 2018 in doorsnee met 0,5 procent dalen. In 2017 daalde hun koopkracht al met 0,2 procent."
Peter Hein van Mulligen, die hoofdeconoom is van het CBS, geeft tekst en uitleg tegenover de NOS:
"Het is altijd zo dat de koopkracht van werkenden zich beter ontwikkelt dan van gepensioneerden. Gepensioneerden ontvangen een pensioen en moeten het daarmee doen."
Persoonlijk vind ik het een zeer kwalijke zaak dat de koopkracht van gepensioneerden erop achteruit is gegaan. Dit zijn toch mensen die, over het algemeen, hun hele leven erg hard hebben gewerkt. Iedereen die in z'n leven heeft lopen zwoegen en zweten verdient het gewoon om te genieten van een oude dag. Jammer dat nu juist hun koopkracht erop achteruit is gegaan.