Iraanse autoriteiten berichtten afgelopen zondag dat zij een onbemand Amerikaans verkenningsvliegtuig hadden neergehaald, een drone met stealth capaciteit die volgens de Amerikanen boven westelijk Afghanistan vloog.
De Iraniërs hebben er misschien niet veel aan omdat hun luchtvaarttechnologie ver achterloopt op die van de Amerikanen maar de angst bestaat dat zij de drone met de Chinezen delen die zelf onbemande vliegtuigen maken.
De Chinezen hebben enige ervaring met het overnemen van Amerikaanse oorlogstechniek. Zo bestaat het vermoeden dat de Chinezen het ontwerp van hun kruisraketten baseerden op delen van een Amerikaanse Tomahawk raket die in Afghanistan, Irak of de Soedan neerkwam. Eerder dit jaar werden Chinese experts door Pakistan uitgenodigd om een stealth helikopter te bekijken die door Amerikaanse commandotroepen was gebruikt om het huis van terroristenleider Osama bin Laden binnen te vallen en daar na een noodlanding moest worden achtergelaten.
Afhankelijk van de schade die de Amerikaanse drone bij het neerstorten heeft geleden zouden Chinese vliegtuigbouwers er veel aan kunnen hebben. Het ontwerp (de vliegende vleugel), de motoren, sensoren en stealth technologie kunnen de Chinezen van dienst zien in het bouwen van hun eigen onbemande vliegtuigen.
Toch moet de waarde van deze mogelijke diefstal niet worden overschat. China bouwt reeds een gevechtsvliegtuig met stealth, de J-20. Chinese onbemande vliegtuigen zijn al zeer geavanceerd. Wat dat betreft hebben ze de Amerikaanse technologie wellicht niet eens meer nodig hoewel dat, gezien de hoge mate van geheimhouding in het land, lastig is in te schatten.
Bekend is dat de Chinezen op het punt staan om enkele prototypen van onbemande vliegtuigen te vervaardigen en waarschijnlijk nog dit decennium dergelijke toestellen in grootschalige productie zullen nemen. De Chinese luchtmacht beschikt reeds over enkele onbemande spionagevliegtuigen.
Verontrustender is dat China en Iran klaarblijkelijk nog steeds bereid zijn om technologie uit te wisselen, ondanks Westerse druk op Teheran. Van de Iraanse kant is het aanbod begrijpelijk. Zij hebben immers nauwelijks nog bondgenoten en kunnen enige Chinese bescherming op het wereldtoneel goed gebruiken. De Chinezen, echter, hebben minder direct belang bij het in stand houden van het ayatollahregime, afgezien van olieimporten.