Gisteren, zondag 25 september 2011 presenteerden Herman Wijffels en Arnoud Boot in het programma Buitenhof hun ideeën over een nieuwe leest waarop de financiële sector geschoeid zou moeten worden. Beide heren zijn niet de minsten. Wijffels is voormalig topman van Rabo, voormalig voorzitter van de S.E.R. en prominent CDA partijlid. Boot is hoogleraar Financiële Markten en een veelgevraagd financieel commentator op radio en tv.
Beiden willen een onafhankelijke denktank oprichten met support van een tiental wetenschappers uit de financiële wereld om aldus een brede maatschappelijke discussie te ontketenen over de rol, functie en reikwijdte van diezelfde financiële sector. Op hun nieuwe website (www.sustainablefinancelab.nl) lichten zij hun plannen toe.
Waarvoor pleiten de heren? Wat willen ze bereiken? Zijn hun plannen zinvol? Welke kanttekeningen kunnen daarbij worden geplaatst?
Kortgezegd komen hun plannen neer op zowel een mentaliteitsverandering binnen de financiële sector alsook een richting te duiden voor wat de maatschappij nodig heeft.
Men stelt dat het eigenbelang in de financiële sector moet plaatsmaken voor algemeen belang en pleit voor een verduurzaming van de financiële sector: een stabiele en robuuste financiële sector die bijdraagt aan een economie die de mens dient zonder daarbij zijn leefmilieu uit te putten. Hiervoor zijn meer fundamentele veranderingen nodig dan wat nu op de maatschappelijke agenda staat.
Wat die verduurzaming dan wel mag inhouden blijft vaag.
Ook ik ben van mening dat het zeer verstandig, wenselijk en zelfs noodzakelijk is om eens goed na te denken over de rol van het huidige financieel systeem. Mijn voornaamste bezwaar tegen de club van Wijffels is, dat onder het mom van een onafhankelijke denktank, hun eigen politieke agenda schijnt te worden ingevuld. Dat is echter noch wetenschappelijk, noch objectief, laat staan onafhankelijk. Ik krijg het ongemakkelijke gevoel, deze oud politici met geestverwanten uit de financiële wereld, een financieel systeem willen modelleren naar een door hen gewenste ideale samenleving: controle over de vrije burger, die men het liefst de mond wil snoeren en die moet zorgen voor het instandhouden van de macht, invloed en rijkdom van de gevestigde elite, alle mooie woorden over 'breed maatschappelijk draagvlak' ten spijt. De bevolking krijgt weer de zoveelste blauwdruk opgelegd van een gewenst politiek samenlevingsmodel. En natuurlijk valt dat niet toevallig samen met het Verhofstadt model van een Europese Superstaat, waar het financiële systeem ondergeschikt is aan het politieke. Is dit wenselijk en noodzakelijk?
De grote vraag hierbij is natuurlijk: wie gaat bepalen wat de maatschappij nodig heeft? En op basis waarvan?
Zoals gezegd ligt volgens Wijffels cum suis het antwoord op méér Europa, méér controle op het financiële systeem en een primaat van de politiek. Maar betekent dit dan ook meer democratie?
Dat is maar zeer de vraag. Voor de vorm wordt een brede maatschappelijke discussie over dit onderwerp bepleit, maar wie tussen de regels doorleest kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de motivatie toch vooral gebaseerd is op de wens de eigen politieke agenda van deze onafhankelijke denktank te verwezenlijken. Het is een uitgesproken pleidooi voor één allesomvattende Europese superstaat, gecontroleerd door de happy few, uiteraard gevoed en bevestigd door de Main Stream Media. En u, heer Wijffels en heer Boot, denkt dat de bevolking dit zomaar van u aanneemt? Ik dacht het niet.
Er zijn ook academci en ondernemers, zoals ik, die deze visie niet zonder meer als zoete koek slikken. Die vragen stellen. Vragen als: waarom zou een Europese superstaat per sé nodig zijn om de economische uitdagingen van de 21e eeuw aan te kunnen? Waarom is een Europese politieke superstaat nodig om een economisch evenwichtsfactor te bieden tussen de VS en Azië? Waarom komt u nu pas met dit voorstel tot discussie als u zelf jarenlang aan de knoppen hebt gezeten of in elk geval dicht bij het vuur zat? Komt dat misschien omdat u ziet dat de huidige Eurozone moreel en financieel failliet is? Probeert u nu alsnog het volk knollen voor citroenen te verkopen, nu u ziet dat de Europese politici op een vreselijke manier gefaald hebben om een financieel systeem te creëren dat voor de altijd beloofde prijs- en muntstabiliteit moest zorgen? Het lijkt er verdacht veel op.
Is de dialoog die u bepleit met de samenleving niet een doekje voor het bloeden? Want bloeden zullen we, dat is inmiddels wel zeker. Linksom of rechtsom, onze welvaart zal een flinke knauw krijgen. U bepleit een herziening van het financiële systeem, waarbij afscheid genomen moet worden van het laissez faire beleid van Adam Smith, waar het streven naar eigenbelang moet plaatsmaken voor het streven naar algemeen belang. Wat is dat dan, waarde heren? Dat algemeen belang? De grootste gemene deler der middelmatigheid? De notie dat iedereen in Europa evenveel verdient? De motor van de economie, de middenklasse, definitief in haar hok?
Natuurlijk, het is goed dat er een debat op gang moet komen over de taak, rol en functie van het mondiale monetaire systeem. Vanzelfsprekend, want met de huidige wereldwijde- crisis is het thans bestaande systeem aan een herijking toe. Men kan niet ongestraft schuld op schuld stapelen, geld blijven bijdrukken en monetaire inflatie creëren. En de huidige monetaire crisis dreigt ook nog eens gepaard te gaan met een economische: de werkgelegenheid staat overal in Europa onder druk en aan de poorten van de zuidelijke Eurozone staan miljoenen werk- en uitzichtlozen uit de Arabische regio te wachten om de sprong naar Europa te wagen.
Het probleem, meneer de hoogleraar Boot, is, dat de overheden veel te veel geld hebben uitgegeven. En niet aan wezenlijke verbeteringen van de economische structuur zoals infrastructurele projecten, onderwijs of innovatie, maar aan een uitdijend ambtenaren apparaat. Dat zijn dus geen echte investeringen, maar een verkapte consumptie. Het geld ging op aan ambtenaren salarissen. Nu dreigt een langdurige stagflatie, het slechtste van twee werelden.
Wat nodig is, heren Wijffels en Boot, is een terugkeer naar gezond verstand. Dat impliceert dat er geen fiat geld wordt gecreëerd, maar dat geldscheppende instellingen pas geld bijdrukken indien dar een reële productie of dienst tegenover staat. Het impliceert een kleinere overheid. Het impliceert investeringen in technologie en innovatie. Het impliceert stimulering van ondernemerschap. Het noodzaakt tot herbezinning over de rol van de overheid en de verzorgingsstaat. Bomen groeien niet tot in de hemel, ze groeien hier op aarde.
Met deze bijdrage hoop ik u beiden met twee voeten terug op aarde te hebben gezet. Een blauwdruk voor een succesvol toekomstig monetair systeem zal moeten voldoen aan de hierboven geschetste randvoorwaarden. Bedenkt u zich vooral wel: we leven anno 2011 in een internet tijdperk, waarbij kennis en informatie zich met de snelheid van het licht verspreidt. De politiek kan het volk niet meer dom houden. Nooit meer.
Foto van Michele Ahin