Paul Ehrlich bekeek de aantallen en maakte zich zorgen. Aan het begin van de negentiende eeuw waren er een miljard mensen op aarde. In 1927 waren dat er twee miljard. In 1960 drie miljard. De volgende miljard zou al in de jaren zeventig worden bijgeschreven. Intussen was er honger in grote delen van de wereld en het milieu stond onder druk. Wat een ramp, dacht Ehrlich, een jonge professor biologie aan de universiteit van Stanford. Hij schreef The Population Bomb in 1968. Het zou onmogelijk zijn de voedselproductie zodanig te verhogen, dat een groeiende wereldbevolking genoeg kon eten. We zullen niet in staat zijn grootschalige hongersnoden te voorkomen in, pak m beet, de komende tien jaar. Hij schreef over de onvermijdelijkheid van afnemende gezondheid, economische crises, ecologische verwoesting en langdurige oorlogen en dat was dan in het opgewekte scenario. Dat alles is niet uitgekomen. We zijn er nog. Nog steeds te veel mensen gaan dood aan honger, maar minder dan voorheen en bepaald niet doordat de wereldwijde voedselproductie tekort zou schieten. De wereldeconomie was binnen een generatie allang opgebloeid, armoede en honger werden effectiever bestreden dan ooit, overal werden mensen gezonder en leefden ze langer, terwijl in de rijke landen de natuur terugkeerde en het milieu schoner werd en de wereld vreedzamer werd. Niets van wat Ehrlich voorspelde, is uitgekomen.
De enige omvangrijke studie naar hoe slecht experts precies zijn, komt van Philip Tetlock, professor psychologie aan de universiteit van Pennsylvania, die weinig hoopvol stemt. Na twintig jaar had hij tienduizenden voorspellingen verzameld van bijna driehonderd experts, die voor hun dagelijkse kost adviseren over politieke en economische ontwikkelingen. .. De conclusie is schokkend: Deskundigen winnen maar net van een aap die je pijltjes laat gooien, zegt Tetlock. Geen overwinning om over op te scheppen.
Het maakt niet uit hoe vaak experts falen in hun prognoses, ze behouden hun autoriteit en een grote schare fans die niets willen weten van een vergissing. Zo is Ehrlich sinds zijn publieke doorbraak in 1968 bekroond met een reeks prestigieuze onderscheidingen en wordt hij nog altijd gezien als icoon binnen de progressieve beweging. Nee, verontschuldigingen komen er zelden na een foute toekomstverwachting. Experts worden dan ook zelden geconfronteerd met hun missers; ze worden gewoon gevraagd nieuwe voorspellingen te doen.
De wereld zit vol complexe problemen met oneindige aspecten die in overweging moeten worden genomen. We zouden dol worden als ons brein daar niet iets op had gevonden om het leven overzichtelijker te maken. Het zorgt ervoor dat we vasthouden aan wat we al menen te weten en dat we onze overtuiging voortdurend proberen te bevestigen. Dat mechanisme heet tunnelvisie. Tunnelvisie maakt het leven een stuk gemakkelijker, zegt rechtspsycholoog Eric Rassin, universitair hoofddocent aan de -faculteit Sociale wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. ...
In zijn boek Waarom ik altijd gelijk heb zet Rassin uiteen hoe tunnelvisie bij besluitvorming tijdens medische keuringen funest kan zijn, wanneer artsen inzoomen op bepaalde symptomen maar andere missen, en tijdens politie-onderzoek, wanneer rechercheteams oogkleppen op hebben. Het fenomeen treedt ook op als we de toekomst aftasten. We selecteren informatie die onze vooringenomen ideeën bevestigen. Het maakt niet zo veel uit of die informatie waar is of niet: zolang ze voldoet aan ons wereldbeeld vinden we het best. En dat is het probleem, meent Rassin: Je bent niet echt op zoek naar de objectieve waarheid. Mensen hebben een hardnekkige neiging om te zoeken naar bevestiging. Bij een warme zomer denken ze dan bijvoorbeeld al snel: zie je wel, de aarde warmt op. Wanneer je een expert ondervraagt over zijn vakgebied mag je ervan uitgaan dat hij beter presteert dan wanneer hij over andere zaken praat. Tetlock zag in zijn studie dat ze het inderdaad doorgaans beter doen. Maar niet allemaal: sommige experts deden het op hun eigen terrein slechter dan leken. De verklaring? Hoe meer kennis, hoe meer details en hoe complexer alles wordt. Experts kunnen gevangen raken in hun eigen web van weetjes, waardoor de hoofdlijnen troebel en ongrijpbaar worden. .
Natuurlijk kunnen we geen toekomst voorspellen. De paradox is: zodra we dat beseffen, worden we er opeens beter in. Het onderzoek van Tetlock stelt onomwonden vast dat degenen die het eigenlijk potsierlijk vinden hun mening te geven over wat er staat te gebeuren, het beter doen dan degenen die overlopen van zelfvertrouwen. De bescheiden voorspellers formuleren voorzichtig alhoewel, aan de andere kant, desalniettemin en geven toe dat ze ook niet alles weten. Dat is niet de taal waarmee het publiek wordt voorgelicht over een onderwerp als klimaatverandering. Wetenschappers, politici en activisten zijn het er al jaren over eens dat de gemiddelde temperatuur van de aarde in een immer stijgende lijn blijft verlopen als de uitstoot van broeikasgassen blijft toenemen. Het opvallende is dat temperatuurmetingen van de Britse Met Office, een van s werelds meest gerenommeerde autoriteiten op dit gebied, ondubbelzinnig zijn: de lijn is nagenoeg vlak gebleven en van een opwarming is geen sprake. Daarmee zijn een hoop voorspellingen uit gewichtige documenten in één klap toegevoegd aan het verkeerde lijstje.
Twijfel rondom de gangbare opvattingen over klimaatverandering wekt de nodige argwaan. Maar zon sceptische houding is voor voorspellers juist een gezonde houding. Sommige systemen in de wereld en zeker het klimaat zijn zo complex en afhankelijk van zo veel onbekende factoren, dat het vrijwel onmogelijk is aan te geven hoe ze zich zullen ontvouwen. Juist op deze terreinen zou bescheidenheid gepast zijn. Je kunt dan ook spreken in termen van verhoogde waarschijnlijkheid, al zal dit je waarschijnlijk geen Hollywoodfilm of Nobelprijs opleveren. Voor deelname aan het debat over een onderwerp als ons veranderende klimaat zou een flinke slag om de arm eigenlijk een vereiste moeten zijn. Dit is het beste wat je kunt doen om beter te kunnen voorspellen, zegt Tetlock: Cultiveer nederigheid en een meer complexe, zelfkritische, zelfbewuste kijk op de wereld. Onderdruk dubbelzinnigheid niet, maar erken dat er vaak goede argumenten aan de andere kant bestaan. Tetlock meent eveneens dat de experts met de beste soundbites vermoedelijk het minst accuraat zijn. De experts die twijfelen en hun zinnen larderen met tal van mitsen en maren en hoewels zijn doorgaans beter. Maar je valt er wel bij in slaap.
Ik voelde me genoodzaakt om me in te houden, herinnert hij zich. In de groep heerste de consensus dat van een zeepbel geen sprake was en er geen noodzaak bestond om de rentetarieven te verhogen. Iets anders beweren was een uitermate onplezierige opgave. Shiller heeft zijn standpunt verwoord, maar ik bracht het behoedzaam en voelde me kwetsbaar toen ik zulke buitenissige meningen ventileerde. Als je te sterk van de consensus afwijkt, bespeur je de mogelijkheid dat je ten slotte uit de groep wordt gestoten, met het risico dat je kunt worden uitgeschakeld. ... Het is verleidelijk om te denken dat alleen gewone mensen aan conformisme toegeven, dat illustere deskundigen zich niet zo gemakkelijk laten meeslepen. Verleidelijk ja, maar het klopt niet. Zoals Shiller laat zien, is tunnelvisie met name een aandoening die experts kan treffen. . Meelopen met de kudde is meestal een veiligere tactiek.