1. Home
  2. De Olympische gedachte werkt

De Olympische gedachte werkt

Geen categorie12 aug 2012, 20:30
Collega Paul Brill wijst er in zijn column in de Volkskrant nog een fijntjes op dat de Europese Unie op de Olympische Spelen in Londen nul medailles heeft gehaald. Ook voor hem bewezen de Spelen de triomf van het nationalisme. Paul juichte mee met de Nederlandse olympiërs en was enthousiast voor sporten die anders nooit zijn belangstelling hebben. Een herkenbaar gevoel. Ik zag ook boogschutters en judoërs voorbij komen die mijn hartelijke steun hadden, alleen omdat ze Nederlanders waren en een medaillekans hadden. En zo zal het velen zijn vergaan.
Ik ben het met Brill eens dat dit weer eens bewijst hoe sterk het nationale gevoel is. Maar dat wisten we eerlijk gezegd al. Sport is altijd een herhaling van hetzelfde en dat is ook het charmante ervan. Je leeft mee met de Nederlandse hockeyers, die dan weer op geheel bekende wijze na een grandioos toernooi de olympische finale tegen Duitsland verliezen. De eeuwige tweede, een echo van 1974, die des te sterker was omdat er na de 9-2 op Groot-Brittannië door Engelse kranten met ons 'totaalhockey' was gedweept. Dat gaf mij al een angstig voorgevoel.
Maar dat de aantrekkingkracht van sporten vergroot wordt doordat je je er op nationaal niveau mee kunt identificeren, wil nog niet zeggen dat de Olympische gedachte niet werkt. Sport is nogal vervelend als je geen favorieten hebt en niet partijdig kunt zijn. Dat je voor je landgenoten bent is een universeel verschijnsel, dat doen ze van China tot Alaska. Eigen sporters eerst, wat bij jurysporten nogal eens subjectief wil uitpakken. Maar bij alle partijdigheid en chauvinisme, zeker van het Britse thuispubliek, dat zijn geluk niet op kon, was ook opvallend hoe sportief het was. Zowel de sporters als het publiek wisten nederlagen met waardigheid te incasseren en het schortte niet aan bewondering voor de prestaties van buitenlandse atleten en teams (zie de Britse pers over het 'totaalhockey' van Oranje). Daarbij duurt de teleurstelling na een nederlaag maar kort, want voor je het weet zit je bij een ander evenement. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. En het publiek juichte even hard voor de eigen jongens en meiden als voor de jongens en meiden die via immigratie tot 'nieuwe landgenoten' waren gepromoveerd. We zagen voormalige Afrikaanse sporters die nu voor landen als Zwitserland en Denemarken liepen, en de Britse ploeg had nooit zoveel medailles gehaald zonder zijn nieuwkomers uit het voormalige wereldrijk. In die zin bewijst de sport kleurenblind te zijn en zelfs dat integratie mogelijk is en geen propleem hoeft te zijn. Toen het Franse elftal in 1998 in eigen land wereldkampioen voetbal werd, zagen velen daarin een triomf voor het multiculturele Frankrijk (dat met 3-0 de finale won tegen het van oudsher als multiraciale Brazilië). Niks nieuws allemaal. Bij sport kijk je naar prestaties en die worden gemeten volgens heldere criteria die voor iedereen aanvaardbaar zijn. De grote held op de Hitlerspelen van Berlijn in 1936 was Jesse Owens, een Amerikaanse zwarte atleet. Daar was de Olympische gedachte sterker dan de nazipropaganda.
Je zou kunnen zeggen dat de Olympische gedachte in Londen ook zijn klassieke werk deed doordat er op het politieke wereldtoneel even een pauze werd ingelast. Natuurlijk, de strijd in Syrië raasde door, maar de wereld was er niet in geïnteresseerd en zat voor de tv naar de Spelen te kijken. Daar kun je cynisch over doen (werd door menig journalist ook weer gedaan), maar ik denk dat het omgekeerde meer voor de hand ligt. De wereld heeft even geen zin in wat anders. Sport verbroedert, meer dan je lief is. En het organiseren van grote sportfestijnen geeft het gastland vaak een goed gevoel. Dat zagen we niet alleen bij de WK voetbal in 1998 in Frankrijk, die de Fransen een mentale oppepper gaven, maar ook bij de WK in 2006, toen de wereld ineens kennis maakte met een nieuw ontspannen Duitsland en de Duitsers daar zelf het meest verbaasd en opgetogen over waren. En we zagen het nu weer bij de Golden Games van de Britten, die zelfs veel meer medailles haalden dan de Australiërs, die sinds hun eigen Spelen in Sydney nogal meewarig over de Britse sporters deden. Groot-Brittannië stond ook in de ogen van de Britten zelf gelijk aan verliezen, zoals ze de afgelopen eeuw al een heel wereldrijk verloren. En zie, nu werd er ineens gewonnen en telde Groot-Brittannië na de VS en China weer met de hele groten mee. Dat verandert ineens een heel negatief gekleurd zelfbeeld. Wat dat betreft is het mooi dat de volgende WK-voetbal in Rusland is. Feestvierende Russen die plezier in het leven krijgen, dat zou pas echt een cultuurverandering zijn.
Het zal best dat de Olympische Spelen voor de Britten nog een duur prijskaartje krijgt. Maar dat neemt de fun en het goede gevoel niet meer weg. Buiten een vriendelijk nationalisme hebben ook de sport en de fair play getriomfeerd. Ik durf het nauwelijks te zeggen, maar dat is helemaal in lijn met de kosmopolitische gedachte. En als er iets kosmopolitisch is, dan zijn dat de Olympische Spelen, die de jeugd van de wereld samenbrengen. Ik weet het, het is het intrappen van een open deur, maar hetzelfde geldt voor de opmerking dat de Spelen de kracht van het nationalisme weer hebben bewezen. Beide beweringen zijn waar en daarin schuilt precies het genie van de sport.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten