De Nederlander wil meer televisie op zijn tablet

Geen categorie03 apr 2014, 19:41

De Nederlander wil meer
televisie op zijn tablet

Hij wil zelf bepalen wat hij kijkt en hoe lang

De vraag wie er centraal staat, het publiek of de media, is nog lang niet beantwoord. Wie interesseert dat? De kijker/luisteraar is er nog lang niet klaar voor om via een portal door de enorme brij aan informatie te worden geloodst. 

Publiek of media in centrale positie

Peter Koop schrijft in De Correspondent dat de
kwaliteit van de berichtgeving door de media van de Snowden-onthullingen te
wensen over laat. Hij pleit voor inperking van sensatielust van journalisten
die tegelijkertijd transparanter moeten worden over hun werkwijze. Wat
Koop eigenlijk zegt, is dat de media het publiek vooral betrouwbaarder
moeten voorlichten. 

Dimitri Tokmetzis antwoordt op
het commentaar van Koop: "Waar het denk ik nog wel eens misgaat, is
dat er dingen gepubliceerd worden die journalisten nog niet goed
begrijpen".

Ernst-Jan Pfauth beweert dat
elke journalist op zijn eigen manier het beste rendeert zolang hij niet in een
keurslijf wordt gedwongen. Pfauth ziet in Glenn Greenwald zijn grote
voorbeeld. Deze wil de directe schrijfstijl van bloggers combineren met
grondige journalistiek. Dus geen omslachtige berichtjes waar je je doorheen
moet worstelen, maar krachtige stukken. Daar waar Koop de lezer centraal
zet, doen Tokmetzis en Pfauth dat met de journalist.

De Raad voor Cultuur zegt in haar jongste advies 'De tijd staat open' dat
de consument een centrale positie inneemt en zelfs via een portal, een
soort 
Uitzending Gemist 2.0, door de enorme hoeveelheid informatie
moet worden geloodst.

De schrijvers en de praters

Het is niet noodzakelijk dat iedere journalist over
elk onderwerp van de hoed en de rand weet. Behoorlijk wat journalisten doen wel
alsof en stellen dan natuurlijk toch niet de juiste vragen. Dat komt, ook
volgens Koop, inderdaad niet erg betrouwbaar over.

De schrijvers moeten vaker hun licht opsteken bij
materiedeskundigen en beter de tweedelijns reacties als blogs raadplegen
in plaats van blind te varen op analytisch ingestelde bronnen.

De praters kunnen hun ergerlijke hang naar goedgebekte
hoogleraren en advocaten en vlot pratende generaals die de
nieuwsuitzendingen frequenteren maar niet loslaten. Dat moeten ze wel
doen. Nieuwsprogramma's moeten ervoor waken niet te gaan lijken op soapseries
als het 'zondagavondtelevisieprietpraatprogramma' van Jack van Gelder en zijn
'analisten'.

Journalisten moeten op zoek naar de echte kenners,
al klaagt Zembla-journalist Ton van der Ham in een interview dat hij in dat werk vooral wordt belemmerd door
voorlichters.

Programma's altijd centraal

Voor geïnteresseerde krantenlezers kan de pers nog putten
uit bronnen die niet bij iedereen bekend zijn, maar die wel een verhaal
vertellen dat dicht bij de waarheid ligt.

Luisteraars en kijkers willen vaak een snel en goed
gebekt nieuwsverhaal waarbij zij niet in slaap vallen. Voor hen is niet de hele
inhoud maar de korte samenvatting het belangrijkst.

TV- en radiojournalistiek is gebaat bij imago. De
kijker/luisteraar staat centraal. Alsjeblieft geen onbekenden in de
programma's, die misschien wel veel van de materie weten maar het niet kunnen
uitleggen en aan wie de presentatoren hun handen vol hebben. Dan lopen kijkers
en luisteraars verveeld weg, of nog erger, naar de concurrent of naar hun
tablet.

Wat moet je dan met een advies van de Raad voor Cultuur
dat bij een toekomstbestendige publieke omroep de inhoud van de
programma’s altijd centraal staat, net als de makers?

De schrijvende pers - historisch beschouwd de voorloper
van alle media - is dan nu toch al zover dat krantenkoppen, oneliners en
citaten terughoudender worden gepubliceerd en dat de inhoud wordt voorzien van
nuances.

Radio- en televisiemakers weten nog niet zo goed raad met
een 'toekomstbestendige publieke omroep'. De praktijk is weerbarstiger dan in
het rapport De tijd staat open staat opgeschreven.

Elasticiteit van luisteraar en schrijver

De burgerij keert 'de' politiek massaal de rug toe. Die
luisteraar of kijker zit al helemaal niet te wachten op (politieke)
achtergronden bij het nieuws. Dan zit je als nieuwsmaker constant in een
spagaat. Journalisten bij radio en televisie weten namelijk ook dat het
met de elasticiteit van de luisteraar en de kijker droevig is gesteld. Daarom
gaan die media in nieuwsuitzendingen als bijvoorbeeld 'Nieuwsuur' en 'Buitenhof'
meestal niet 
te diep in op de achtergronden van het
verhaal. Dat vindt ook de Utrechtse hoogleraar bestuurskunde 
Paul 't Hart. Ze komen zelfs
niet verder dan het uitlokken van oneliners van geïnterviewden. Die worden
geknipt, geplakt en eindeloos de ether in geslingerd, ontdaan van elke context.
Kortom, een fragmentarische en minder betrouwbare voorlichting. Uiteindelijk
zal dat er onherroepelijk toe leiden dat nu nog gerespecteerde
achtergrondprogramma's op de schroothoop van
'zondagavondtelevisieprietpraatprogramma's' zullen belanden.

Televisie altijd op tablet

Het duurt niet lang meer of we doen alles via internet,
dus ook televisie kijken. Kranten zitten al lang op internet, niet elke
(oudere) krantenjournalist is daar blij mee. Internet voor radio en televisie
is nog niet verder gevorderd dan de uitzending min of meer te kopiëren,
met af en toe een verwijzing of actuele aanvulling. Maar de consument
in Nederland wil niets anders dan simpel op z'n tablet klikken naar
een volgend nieuwsitem. Ja ook s-avonds met het bord op schoot. Via het
internet kan je dan kiezen tussen een live stream van sommige
programma’s of het on demand bekijken van andere
uitzendingen. 

Conclusie

Krantenlezers zijn een apart
slag nieuwsgaarders. Zij moeten kennis kunnen blijven nemen van
verhalen die dicht bij de waarheid liggen, afkomstig van onbekende menselijke
bronnen gecombineerd met de directe schrijfstijl van bloggers.

Peter Koop kan dan wel vinden dat de kwaliteit van
de berichtgeving te wensen over laat en dat sensatielust van journalisten
moet worden ingeperkt, maar luisteraars en kijkers willen toch nog meer
(interactieve) televisie op het internet. Daarin verschilt de krantenlezer
van de luisteraar en kijker.

De Raad voor Cultuur kan in haar advies wel roepen dat
omroepverenigingen zich meer moeten gaan richten op specifieke publieksgroepen
en thema’s en dat het ledencriterium als harde eis van tafel moet, maar
voorlopig zijn de kijk- en luistercijfers 'het' criterium om te overleven.

De vraag wie er centraal staat, het publiek of de media,
is nog lang niet beantwoord. Wie interesseert dat? De kijker/luisteraar is
er nog lang niet klaar voor om via een portal door de enorme brij aan
informatie te worden geloodst. 
Dat wil hij helemaal niet. Hij wil televisie op zijn tablet en zelf bepalen wat
hij wil zien en hoe lang.

Nederland is een land van samenvattingen en zal dat
voorlopig wel blijven.

 

 

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten